Leerlingen die constant afgeleid zijn, ongewenst beelden van anderen op internet plaatsten of geleefd worden door sociale media: smartphones zijn steeds vaker stoorzender in de klas. Maar een verbod zou zonde zijn, want ze bieden ook mogelijkheden, zien schoolleiders en deskundigen. Bijvoorbeeld voor mediaopvoeding.
De school als veilige omgeving: daar past niet bij dat leerlingen of leerkrachten constant op hun hoede moeten zijn omdat hun acties gefilmd en op internet geslingerd kunnen worden. Minister Slob vroeg de Stichting School en Veiligheid daarom scholen te begeleiden in hun ontwikkeling van mobieltjesbeleid. Hij wil dat ze dit jaar aan de slag gaan met regels én duidelijke consequenties van overtreding. De overheid zelf gaat zich daar verder niet mee bemoeien, stelt hij: “Wat die maatregelen worden, is een verantwoordelijkheid van de scholen zelf.”
Het verschilt nogal van de situatie in Frankrijk, waar sinds vorig schooljaar het gebruik van mobieltjes algeheel verboden is op scholen. Ook in de gangen en op het schoolplein. De Franse overheid voerde het verbod in om ongewenste verspreiding van beeldmateriaal te voorkomen én concentratie terug te brengen in het klaslokaal. Een groot succes, als je de berichtgeving in de Franse media mag geloven. Privacy en rust in en om school zijn teruggekeerd. Probleem opgelost.
Centrale telefoontas
“Het probleem van de docent dan vooral”, reageert Luuk van Beers, havo-locatiedirecteur bij scholengemeenschap Lek en Linge in Culemborg. “Het lost niet op dat jongeren door sociale media via hun smartphone een enorme druk voelen. We zullen daar in het onderwijs toch bij moeten stilstaan. Ook dat is onze verantwoordelijkheid: hen leren omgaan met de nadelen én voordelen van de smartphone. Het is nu eenmaal deel van onze maatschappij. Je kunt er niet omheen.”
Op zijn school is drie schooljaren geleden een telefoontas in het leven geroepen, die in elk lokaal hangt. Aan het begin van de les stoppen leerlingen hun mobiel in één van de vakken. “Die wordt dus níet ingenomen door de docent en de telefoon zit níet achter slot en grendel”, legt van Beers uit. “Dat maakt het draagvlak groter om mee te werken. We maken er geen strijd van tussen leraar en leerling, waarbij die eerste als een politieagent spullen moet invorderen. Leerlingen doen zélf de handeling en de telefoontas is neutraal terrein.”
Stiekeme tweede telefoon
In het begin was het desondanks even wennen voor iedereen. “We zagen bijvoorbeeld dat leerlingen stiekem een tweede telefoon meenamen. Dan stopten ze een ouwe in de telefoontas en zat hun huidige smartphone toch nog in hun broekzak.” Van Beers snapt de weerstand wel. “Jongeren zijn vergroeid met hun telefoon. Zouden wij het zelf prettig vinden die af te staan?” Inmiddels is de welwillendheid gegroeid. “Maar schoolbesturen moeten de illusie laten varen dat alle leerlingen het volste begrip hebben. Wel kun je goed uitleggen waarom je een regel instelt.”
Ingrijpend
Een algemeen verbod helpt niet, stelt ook Helprich ten Heuw, docent minor Mediawijsheid aan hogeschool Windesheim en schrijver voor Mediawijsheid.net, het landelijke netwerk voor mediawijsheid. “Je laat dan ook kansen liggen, bijvoorbeeld om het gesprek aan te gaan over privacy en online pesten. Je kunt niet doen alsof dat niet bestaat door de mobiel simpelweg van school te verbannen.” Het gebeurt tóch wel, het pesten en ongewenst verspreiden van foto’s van medeleerlingen, benadrukt hij. “Hoe ongewenst en ingrijpend het ook is, laat het dan ook maar op de school doordringen. Het biedt een mogelijkheid tot een gesprek. Mediaopvoeding en sociale veiligheid zijn verantwoordelijkheden van scholen.”
Muziek luisteren
Een verbod zou nog een andere kans laten liggen: in de lesondersteuning. “De angst is dat een mobieltje per definitie de concentratie wegneemt, maar steeds meer online platforms vergroten de betrokkenheid van leerlingen bij de les juist. Die kun je benutten.” Een bekende is Kahoot, met multiple choice-quizzen over een onderwerp. “Door aan te sluiten op hun belevingswereld, maak je de stof aantrekkelijker. Online gebeuren ook mooie dingen, die het onderwijs kunnen verrijken.”
Het is de kunst de schaduwkanten te bespreken en de mooie kanten te benutten, beaamt Luuk van Beers. “Van beide kunnen leerlingen veel opsteken.” Op zijn school mag de smartphone soms wél uit de centrale telefoontas worden gepakt. “Bijvoorbeeld om iets op te zoeken tijdens een lesopdracht. Als een leerling op tijd klaar is en even muziek wil luisteren met oortjes in, dan is daar ook niets op tegen. Dat voorkomt juist onrust en geroezemoes. Regel is wel dat de docent bepaalt wanneer de mobiel op tafel mag komen.”
Depressie
Mediawijsheid is op deze scholengemeenschap een belangrijk onderdeel van bijvoorbeeld de mentorlessen. Het gaat dan ook over de onweerstaanbaarheid van het mobieltje. Van Beers: “We moeten allemaal, ook veel volwassenen, leren dat je de baas moet blijven over sociale media en hun opdringerigheid. Is zo’n spelletje dat al maar een buzz stuurt omdat je te lang niet gespeeld hebt nog wel vrijwillig? Wie is eigenlijk de baas over jouw aandacht en tijd? Mobielgebruik wordt door de leerling vaak gezien als een vorm van autonomie. Maar word je er eigenlijk niet juist door geleefd?”
Een belangrijk aandachtspunt volgens deskundige Ten Heuw, die ziet hoe jongeren steeds vaker kampen met bijvoorbeeld depressies. Er zijn nog geen onderzoeken die expliciet verbanden aantonen, maar wel duidelijke indicaties. “Je hoeft je nooit meer te vervelen. Elke minuut vrije tijd kun je steken in games, chats en foto’s plaatsen of liken. Tijd voor reflectie of even afdwalen is er niet, terwijl elk mens die nodig heeft. Een continue stroom van prikkels is een belasting van het brein.”
Steekproef
Verus, de vereniging voor christelijk onderwijs, deed eind vorig jaar een steekproef onder ruim zeshonderd basis- en middelbare scholen. Een landelijk verbod in navolging van Frankrijk lijkt weinig bijval te vinden. Slechts een handjevol scholen, meestal op religieuze grondslag, kiest voor een algemeen mobielverbod. Circa een derde van de scholen wil smartphones wel in de tas hebben – eigen of centraal. Twee derde gaf aan dat smartphones soms handig zijn in de les. Vrijwel alle scholen onderschrijven het belang van duidelijk beleid en regelgeving. De noodzaak daarvan lijkt wel kleiner in het primair onderwijs. Ten Heuw: “De problematiek van verslaving of online wangedrag is op jonge leeftijd kleiner, maar daar wordt wel de basis gelegd.”
Online pesten
Leer kinderen al op jonge leeftijd verantwoord omgaan met al die schermpjes, vindt ook Simone Slager-Tienstra, directeur van KBS Sint Bernardusschool in Oldemarkt en de Sint Clemensschool in Steenwijk. “Eigenlijk stuiten wij nooit op weerstand bij het inleveren. Wij gebruiken ze niet als ondersteuning in de klas en de leerlingen lijken ze ook niet te missen.” Wel worden ze bij steeds jongere kinderen gemeengoed, ziet zij: “In Steenwijk zien we dat in groep 5 en 6 al mobieltjes mee naar school gaan. In het kleinere Oldemarkt is dat pas bij groep 8, wanneer de middelbare school in zicht komt dus.” Mediawijsheid is ook op deze twee scholen al een speerpunt. “Een of twee keer per jaar besteden we er specifiek aandacht aan. Maar bijvoorbeeld ook als we van ouders horen dat kinderen vervelend over iemand hebben gekletst op Whatsapp. We vinden het belangrijk ze vroeg duidelijk te maken wat pesten, óók online pesten, kan betekenen voor een ander kind.”
Toegenomen concentratie
Pestbeleid, privacybeleid en minder afleiding in de klas: dat zijn de oogmerken van de regelgeving die minister Slob vastgelegd wil zien op scholen. Van Beers durft nog niet te zeggen wat het beleid op zijn school al heeft opgeleverd. “Daarvoor zouden we echt op langere termijn moeten kijken. Feit is dat ons slagingspercentage sinds de invoering van de telefoontas groeide van zo’n 80% naar 90%. Dat zegt dus misschien iets over het effect op leerprestaties. Maar ik wil daar niet voorbarig in zijn. We hebben in mei wel een rondvraag gedaan onder de docenten: ervaren jullie een toegenomen concentratie in de klas? Het antwoord was een nagenoeg volmondig: ja!”