Minister Slob wil met de PO-Raad afspraken maken over aanvullende acties om de komende jaren meer voortgang te realiseren op de ambities en doelstellingen voor minimaal twee en liefst drie uur bewegingsonderwijs op basisscholen, gegeven door een bevoegde (vak)leerkracht. Dit meldt de KVLO, de belangenvereniging voor leraren lichamelijke opvoeding.
OCW constateert dat nog maar 65 procent van de basisscholen twee uur bewegingsonderwijs aanbiedt, tegen 69 procent vorig jaar. Ook in het aantal bevoegde (vak)leerkrachten is een daling te zien; bij nog maar 67 procent van de scholen geven bevoegde leerkrachten (ALO-afgestudeerden of pabo-afgestudeerden met LO-bevoegdheid) de gymlessen; dat was eerder 80 procent.
’Te vrijblijvend’
De KVLO, de belangenvereniging voor leraren lichamelijke opvoeding, wijst op de grote consequenties van de (te) vrijblijvende afspraken uit het sectorakkoord 2014. Po-scholen hebben gelden uit de Prestatiebox gekregen om de beweegdoelstellingen uit het sectorakkoord te kunnen waarmaken. Over het gebruik van deze gelden moeten schoolbesturen verantwoording afleggen in hun jaarverslagen, maar minister Slob is daar niet tevreden over. Hij wil daarom strenger gaan handhaven. De minister wil in het voorjaar 2018 de Tweede Kamer berichten over ‘actualisatie’ van de afspraken met de PO-Raad, aldus de KVLO.
De KVLO pleit voor het afschaffen van de vrijblijvende afspraken en de invoering van een wettelijke minimumlessentabel van twee uur per week in lijn met het voortgezet onderwijs, zodat de onderwijsinspectie kan toezien en de minister kan handhaven. Ook zet de KVLO in op werkdrukverlaging voor groepsleerkrachten door deze vrij te stellen van gymlessen. De lessen zouden moeten worden gegeven door vakleerkrachten met gelabeld geld dat het kabinet al heeft vrijgespeeld. ‘Geen gym, geen geld’ is het devies van de KVLO.