Slob vindt dat vo-scholen meer fysieke lessen moeten geven

Minister Slob van Onderwijs is teleurgesteld dat een aantal middelbare scholen heeft aangegeven na de zomervakantie door te gaan met online in plaats van fysieke lessen. Hij wil dat de scholen pas na 24 juni beslissen en met ouders communiceren, als meer duidelijk is of de 1,5 meter tussen leerlingen nog gehandhaafd moet blijven, wat ze doen met hun lesprogramma. Dit accentueerde de minister tijdens een debat in de Tweede Kamer op 17 juni.

De onderwijsminister benadrukte dat scholen tot de zomer alle leerlingen fysiek onderwijs moeten bieden. Dan gaat het niet alleen om mentorbijeenkomsten en toetsen, maar daadwerkelijke lessen. Al eerder lieten sommige scholen doorschemeren dat ze het afstandsonderwijs tot de vakantie zouden continueren. Premier Rutte gaf in een persconferentie in mei aan dat scholen zich moeten richten op fysiek onderwijs en dus niet mentoruurtjes of een paar toetsen. Slob vindt dat de leerlingen al lang genoeg thuis hebben gezeten, waarna binnenkort nog de zomervakantie volgt.

Minister Slob vindt het raadzaam als scholen wachten met beslissen tot na woensdag 24 juni. Dan geeft het kabinet aan of leerlingen in het voortgezet onderwijs na de vakantie onderling nog steeds de anderhalve meter afstand moeten aanhouden. Hierover geeft het Outbreak Management Team (OMT) ook advies. Slob gaf in het debat, waarbij hij zich richtte op de schooldirecties, ook aan dat scholen die al gecommuniceerd hebben richting ouders dat ze verder gaan met online lessen dit terug te nemen.
In het huidige protocol voor het voortgezet onderwijs staat dat leerlingen ‘de gelegenheid krijgen om weer zoveel mogelijk onderwijs op hun school te volgen’. Scholen kunnen hier dus voor een deel zelf invulling aan geven.

In de praktijk levert die anderhalve meter-regel voor middelbare scholen een hoop logistieke en didactische problemen op. Door de beperkte ruimte in schoolgebouwen kunnen hooguit een kwart tot een derde van de leerlingen tegelijkertijd naar school, kan er minder lesstof worden aangeboden en ervaren docenten een toegenomen werkdruk.