Slob schuift investeringen door naar volgend kabinet

Beleidsreactie op rapport McKinsey snijdt geen hout

Scholen ontvangen voldoende financiële middelen om de wettelijke basiskwaliteit te realiseren, maar voor hogere ambities is geen geld beschikbaar. De investeringen vanuit de rijksoverheid in het funderend onderwijs worden teniet gedaan door de verminderde uitgaven van andere overheden, zoals gemeenten. Uitdagingen waar scholen voor staan vormen op langere termijn een risico voor de onderwijsresultaten. Dit waren enkele conclusies van het al in april gepubliceerde rapport ‘Een verstevigd fundament voor iedereen’ van McKinsey waar Slob een beleidsreactie op geeft. AVS-voorzitter Petra van Haren: “Structurele investeringen worden niet opgepakt, wat wel nodig is gezien de ambities voor de toekomst en de structurele arbeidsmarktvraagstukken die er liggen.”

De huidige bekostiging in het funderend onderwijs is niet voldoende. Tot die stevige conclusie komt onderzoeksbureau McKinsey & Company. De bekostiging is slechts voldoende om aan de minimumeisen te voldoen. Hieraan voldoet wel 98 procent van de scholen. Om een hogere ambitie te realiseren pleit McKinsey voor een nationale verbeteraanpak. Hoewel de investeringen vanuit de rijksoverheid de laatste jaren sterk zijn toegenomen, worden deze grotendeels teniet gedaan door de verminderde uitgaven van andere overheden, voornamelijk gemeenten.

Het onderwijs staat op dit moment voor grote uitdagingen waaronder het lerarentekort en het schoolleiderstekort en de hoge werkdruk, de veranderende leerlingenpopulatie, kansenongelijkheid en de onderinvestering in onderwijshuisvesting. Deze uitdagingen vormen op langere termijn een risico voor de onderwijsresultaten. De onderzoekers zien ook verschillen in onderwijsresultaten tussen vergelijkbare scholen met nagenoeg dezelfde leerlingenpopulaties. Dit kan leiden tot ongelijke kansen voor kinderen. Van Haren: “Schoolleiders zijn daarbij een cruciale spil om deze uitdagingen op schoolniveau aan te gaan.”

“De inzichten van McKinsey onderstrepen de urgentie om lopend beleid op het gebied van kwaliteitsverbetering door te zetten en uit te breiden”, beaamt Slob in zijn beleidsreactie. Hij intensiveert hiervoor zijn beleid op gebied van schoolverbetering en instructie, de kwaliteit en ondersteuning van schoolleiders, maar geeft aan dat het aan volgende kabinetten is om een beslissing te nemen over meer investeringen. Verderop in zijn beleidsreactie geeft hij aan dat McKinsey aangeeft dat een kwaliteitsaanpak een integrale aanpak vereist, met een opbouwende investering tot 2025 en verder. “Hierdoor vallen de grootste benodigde investeringen buiten de huidige kabinetsperiode…”, volgens Slob.  “Goede ondersteuning voor schoolleiders moet dringend worden ingericht. Gezien de ruim 30 beleidsgebieden waar een schoolleider verantwoordelijk voor is, zou administratieve ondersteuning vanzelfsprekend moeten zijn. Middelen hiervoor moeten niet ten koste gaan van budgetten voor bezetting van de klassen”, aldus Van Haren.

Ondersteuning scholen

Slob stelt vast dat het voor een grote groep scholen al een uitdaging is om de basiskwaliteit te halen en te behouden. Daarom biedt hij vanaf dit schooljaar 110 po-scholen en 100 vo-afdelingen de mogelijkheid extra ondersteuning te krijgen. De geselecteerde scholen en afdelingen kunnen gebruik maken van ondersteuningsteams uit de programma’s Leren Verbeteren (in het vo) en Goed Worden, Goed Blijven (in het po). Deze teams, bestaande uit ervaren experts, bezoeken de scholen en helpen de onderwijsprofessionals om de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te verbeteren. Andere scholen die zich verder willen ontwikkelen kunnen gebruikmaken van bestaande verbeterprogramma’s voor team- en schoolontwikkeling. Ook wil de minister scholen in 2021 en 2022 extra ondersteunen bij het realiseren van school- en onderwijsontwikkeling. “Ik zorg voor een extra financiële impuls waarvoor schoolleiders en hun (leraren)teams uit het po en vo in aanmerking kunnen komen.” Hoe hoog deze financiële impuls is, wordt niet vermeld. Ook wil Slob de overladenheid in het formele curriculum terugdringen. “Hiermee krijgen schoolleiders en teams meer mogelijkheden om focus in hun werkzaamheden aan te brengen, en meer ruimte voor schooleigen keuzes.”

Huisvesting

Volgens het rapport van McKinsey is de onderinvestering in huisvesting een van de grote uitdagingen waar de sector voor staat. Slob heeft daarom voor de zomer al laten weten dat hij wetgeving in voorbereiding heeft om de planvorming voor huisvestingsinvesteringen te verbeteren, waardoor de verantwoordelijkheden van schoolbesturen en gemeenten beter op elkaar aansluiten. “Onderdeel van dit wetstraject is de verplichte inventarisatie van alle schoolgebouwen per gemeente, met aandacht voor verschillende kwaliteiten van de gebouwen, zoals duurzaamheid, binnenklimaat en de mate waarin de gebouwen aansluiten bij de onderwijspraktijk.” Van Haren: “Helaas betekent een goede inventarisatie nog niet dat er ook een goed plan van aanpak met bijbehorend investeringsplan ligt.”

Toekomstagenda schoolleiders

Uit het onderzoek van McKinsey blijkt wederom dat goede schoolleiders cruciaal zijn voor de kwaliteit en kwaliteitsverbetering in hun school. Slob geeft aan dat de schoolleider “niet voor niets al geruime tijd speerpunt van het OCW-beleid is.” Hier wijst hij op de ontwikkeling van een schoolleidersagenda po en vo, structurele professionalisering en beroepsontwikkeling. Slob: ”Ik zie dat door schoolleiders elke dag keihard wordt gewerkt en dat zij de afgelopen tijd (mede door de coronacrisis) veel uitdagingen het hoofd hebben moeten bieden. Daarom wil ik ze de komende tijd extra ondersteunen.” Hij benoemt ook dat hij in samenspraak met de beroepsgroepen en sectorraden concrete beroepsprofielen en ontwikkelpaden wil ontwikkelen voor onder andere schoolleiders in het funderend onderwijs.

Al ruime tijd voor de coronapandemie is door de AVS, samen met een aantal onderwijsorganisaties, het project Toekomstagenda Schoolleiders opgezet. In dit project delen schoolleiders hun ideeën over de (visie op) de school van de toekomst (via www.deleiderschapsagenda.nl). Alle input samen vormt de Toekomstagenda Schoolleiders waarmee de schoolleider zelf invloed uit kan oefenen op het beleid en zijn eigen visie en toekomst kan vormgeven. De centrale vraag in de project is: Wat heb jij, als schoolleider, nodig om jouw vak aantrekkelijk, beheersbaar, leuk, afwisselend en inspirerend te maken en te houden?

Vanaf eind september faciliteert de AVS ZOOM-sessies waarin schoolleiders hun bijdrage kunnen leveren. Deze zijn op: 28 september 12.00 uur, 1 oktober 10.00, 8 oktober 15.00, 30 oktober 12.00, 2 november 15.00, 5 november 10.00, 9 november 12.00, 17 november 15.00, 23 november 10.00 en 26 november 12.00 uur. Zie: ‘Geef input op jouw toekomst als schoolleider in de Leiderschapsagenda’ https://avs.nl/actueel/nieuws/geef-input-op-jouw-toekomst-als-schoolleider-in-de-leiderschapsagenda/

Toekomst van ons onderwijs

Een ander belangrijk discussiestuk is het eerder uitgegeven ‘Toekomst van ons onderwijs’. Slob geeft aan dat fundamentele kwaliteitsverbetering vraagt, naast investeringen, om een gedragen toekomstvisie. Samen met het veld is hij gekomen tot vijf thema’s waarin de komende jaren geїnvesteerd moet worden:

  • Ruimte voor elk talenten en gelijke kansen voor elke leerling
  • Toekomstbestendige scholen
  • Kennisgedreven schoolontwikkeling en – innovatie
  • Een aantrekkelijke sector om in te werken
  • Een toekomstbestendig stelsel

Slob geeft aan dat hij in gesprek wil blijven met ‘gewone’ leraren, schoolleiders en andere onderwijsprofessionals om het in zijn brief geschetste toekomstbeeld verder invulling te geven. “De beweging om ‘bottom- up’ beleid te ontwikkelen is een mooie en krachtige aanpak om de sector te betrekken en mede-eigenaar te maken van beleid”, vindt Van Haren.

Links