Hoe zorgen we ervoor dat iedereen kan meedoen en niemand achterblijft? Bedrijven, overheid, wetenschap en maatschappelijke organisaties slaan de handen ineen om Nederland digitaal vaardiger te maken. Minister Arie Slob van Onderwijs lanceerde onlangs op de conferentie Nederland Digitaal in Hilversum de Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs.
De minister lanceerde de digitaliseringsagenda mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de PO-Raad, VO-raad en Kennisnet, als onderdeel van de Nederlandse digitaliseringsstrategie. Deze agenda geeft de komende jaren richting aan de samenwerking tussen schoolbesturen, onderwijsorganisaties, overheid en bedrijfsleven met betrekking tot doordachte digitalisering van het onderwijs.
In de Kamerbrief van 21 maart maakt de minister bekend ook bestaande financiële middelen in te zetten om bijvoorbeeld veilige en betaalbare internetvoorzieningen voor scholen te stimuleren. De vijf speerpunten van de agenda voor de komende jaren zijn:
Op basis van deze speerpunten zijn er ambities en activiteiten geformuleerd. Zoals het creëren van een open innovatieklimaat, kennisdeling tussen scholen en ondersteuning van het keuzeproces bij leermiddelen. In het tweejarige programma ‘Samen Slimmer Leren’ van de PO-Raad worden een aantal grote projecten en activiteiten uitgevoerd om de implementatie van ICT in het primair onderwijs te ondersteunen en faciliteren.
De minister benoemt in de bijlage van zijn Kamerbrief nog een aantal bestaande regelingen en toezeggingen die raken aan de digitalisering van het onderwijs, zoals de subsidieregeling toekomstvast internet die nog loopt tot november 2019 (waarvoor nog circa 100 locaties in aanmerking komen), het privacyconvenant met aanbieders van leerlingadministratiesystemen en de wet pseudonimiseren.
“Door een betere samenwerking kan het onderwijs de kansen benutten die digitalisering biedt voor beter onderwijs en zo leerlingen optimaal begeleiden. Laten we er samen voor zorgen dat iedere leerling het beste uit zichzelf kan halen en goed voorbereid is op de samenleving van morgen”, concludeert Slob in zijn Kamerbrief.