Arie Slob (ChristenUnie) en Ingrid van Engelshoven (D66) zijn op 26 oktober door koning Willem-Alexander beide officieel benoemd en beëdigd als OCW-ministers in het nieuwe kabinet. Slob is onder andere verantwoordelijk voor primair en voortgezet (funderend) onderwijs. Van Engelshoven draagt naast haar portefeuilles ook de eindverantwoordelijk voor het ministerie.

Beide bewindslieden hebben veel ervaring op onderwijsgebied. Slob was eerder docent geschiedenis en maatschappijleer en directeur van een onderwijsorganisatie/administratiekantoor. Van 2001 tot 2015 zat hij in de Tweede Kamer en was onder andere onderwijswoordvoerder en fractievoorzitter. Daarna werd hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel en de Stichting IJsselacademie in Zwolle. Van Engelshoven is zeven maanden Kamerlid en maakte de afgelopen maanden deel uit van het formatieteam van D66. Voordat ze Kamerlid werd, was ze zeven jaar lang onderwijswethouder in Den Haag en bekleedde ze al diverse functies binnen D66, van fractie/beleidsmedewerker tot secretaris en (onbezoldigd) voorzitter.

Een kapitein
De Eerste Kamer wees Rutte er op dat er volgens de Grondwet niet twee kapiteins (ministers) op een schip kunnen zijn. Dat is ook niet de bedoeling. Alle ministers zijn in principe gelijk, maar daar waar een ministerie twee ministers heeft, draagt er een de eindverantwoordelijkheid. Op het ministerie van OCW is dat Van Engelshoven. In de praktijk neemt Slob veel taken over die voorheen bij de staatssecretaris Dekker lagen. Ook krijgt hij geen eigen begroting, maar een eigen begrotingshoofdstuk binnen de begroting van het hoofddepartement. Ministers hebben, anders dan staatssecretarissen, wel zitting in de ministerraad en kunnen dus meestemmen over alle beslissingen.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws