Vanaf schooljaar 2020/2021 mogen basisscholen niet meer experimenteren met flexibele onderwijstijden en vakanties. De deelnemende scholen aan het experiment moeten zich vanaf volgend schooljaar ook weer aan de huidige wet- en regelgeving houden. Minister Slob schrijft op 2 april aan de Tweede Kamer dat hij dit heeft besloten op basis van een inspectieonderzoek naar onder andere de risico’s voor de onderwijskwaliteit. De AVS is teleurgesteld dat het experiment op dit moment al wordt stopgezet.
Foto: Hans Roggen
AVS-voorzitter Petra van Haren: “Het experiment betreft een hele kleine groep scholen en is niet representatief. De basis voor het besluit om dit experiment niet voort te zetten, is heel smal. Om écht iets te kunnen zeggen over de impact van flexibilisering op de onderwijskwaliteit moet substantieel onderzoek worden gedaan.”
Tussen 2011 en 2018 heeft een klein aantal scholen de mogelijkheid gekregen om af te wijken van twee wettelijke bepalingen: de centraal vastgestelde vakanties en de schoolweek van minimaal vijf dagen. De proef was bedoeld om te kijken of andere tijden goed zijn voor het leerproces van de leerlingen en of werkende ouders er baat bij hebben dat de school- en opvangtijden goed aansluiten op hun werktijden. De AVS vindt dat laatste aspect met name ook belangrijk in verband met de opkomende Integrale Kindcentra. Het onderzoek ‘Samenwerking in beeld 2’ dat onderwijsadviesbureau Oberon op 27 maart publiceerde, liet ook zien dat de samenwerking tussen basisscholen en kinderopvangorganisaties sinds 2016 sterker is geworden. Van Haren: “Juist in de mogelijkheid om pedagogische tijd en lestijd op een andere manier in een schooldag te verankeren, liggen veel kansen om de ontwikkeling van kinderen centraal te stellen. Dit aspect wordt nog niet betrokken, maar is ook een goede reden om nader onderzoek te doen naar flexibilisering van onderwijstijd.”
Slob komt tot zijn besluit na het rapport ‘het experiment flexibiliseren onderwijstijden’ van de Onderwijsinspectie en vanwege de Kamer die zich in februari, na de motie Van den Hul in het kader van het lerarentekort, tegen de vierdaagse schoolweek heeft uitgesproken. De Inspectie concludeert dat na acht jaar vijf van de oorspronkelijk twaalf scholen vanwege kwaliteitsproblemen uit het experiment zijn gestapt. Ook hebben twee scholen ingrijpende maatregelen genomen om problemen met de kwaliteit het hoofd te bieden. De inspectie schrijft: “Hoewel het om een beperkte groep scholen gaat, maakt het wel duidelijk dat er flinke risico’s verbonden zijn aan flexibilisering van onderwijstijd, die een ongeclausuleerde invoering onwenselijk maakt.”
De scholen zijn het niet eens met het besluit van Slob en betreuren de gevolgen voor hun school, leerkrachten, leerlingen en omgeving van de school. Van Haren: “De deelnemende scholen en de ouders geven aan de flexibilisering graag te willen voortzetten. Dit zegt een schoolleider niet zomaar! Voortzetting zou ook opgepakt kunnen worden als een kans om de impact op langere termijn te monitoren, zeker in combinatie met een veel breder en substantiëler onderzoek.” De AVS gaat, samen met andere sociale partners, een brief aan de minister schrijven waarin zij om een dergelijk onderzoek vraagt.
De minister geeft wel aan dat hij, ondanks dit besluit, het bieden van mogelijkheden tot differentiatie en maatwerk prangende vraagstukken vindt. “Ik bekijk nu welke mogelijkheden er zijn om deze ruimte en flexibiliteit – vanuit het perspectief en de behoeften van de leerling en leerkracht – op verantwoorde wijze te bieden”, aldus Slob.