SLO-Leermiddelenmonitor: beperkte toename gebruik digitaal lesmateriaal

Uit de (vierde) Leermiddelenmonitor van SLO blijkt dat de door leerkrachten en leidinggevenden verwachte toename van het gebruik van eigen ontwikkelde of gevonden leermiddelen uitblijft. Ook het gebruik van digitale leermiddelen groeit slechts langzaam.

Het onderzoek onder bijna 2.000 leerkrachten en bijna 1.000 leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs laat zien dat het overgrote deel van de leerkrachten in alle sectoren soms of vaak zelf leermiddelen ontwikkelt. In het po is dit percentage echter lager, omdat leerkrachten daar naar eigen zeggen minder gefaciliteerd worden voor het maken van leermiddelen dan in andere sectoren.
Leerkrachten die zelf aanvullend materiaal zoeken zijn gematigd positief over de vindbaarheid ervan. Ook sluit het digitale materiaal vaak onvoldoende aan bij wat zij zoeken. Leerkrachten zijn over het algemeen positiever over de kwaliteit van de eigen of gevonden leermiddelen dan leidinggevenden. In het po vindt 50 procent van de leidinggevenden de leermiddelen van voldoende kwaliteit. De kwaliteit van aanvullende gevonden leermiddelen zit vooral in de combinatie met andere, gebruikte leermiddelen. Leerkrachten blijken daarbij vooral af te gaan op intuïtie en ervaring. Ongeveer de helft gaat ook uit van een leerlijn die gevolgd moet worden. Op dit punt wensen leerkrachten meer ondersteuning, liefst in de vorm van een digitaal instrument dat een koppeling maakt tussen leerlijn en daarbij passende leermiddelen.

Het percentage scholen waar een leermiddelenbeleid gevoerd wordt, stijgt licht. Hoewel blijkt dat leerkrachten bij het formuleren ervan worden betrokken, is de uitvoering van dat beleid voor hen onvoldoende zichtbaar. De cijfers geven wel aan dat het leermiddelenbeleid in het po zichtbaarder is dan in het vo.

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.