Analyse verkiezingsprogramma´s CPB
Op verzoek van negen politieke partijen (CDA, PvdA, SP, VVD, PVV, GroenLinks, ChristenUnie, D66 en SGP) hebben het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zoals gebruikelijk de effecten van de verkiezingsprogramma´s in beeld gebracht. Hieruit is onder meer af te leiden wat de gevolgen van de partijprogramma´s zijn voor het onderwijs.
Op SGP, CDA en PVV na investeren alle partijen per saldo in onderwijs, waarbij het totaal aan netto-intensiveringen ligt tussen 0,6 miljard euro (SP) en 2,2 miljard euro (D66). Veel partijen zetten in op dezelfde onderwijsthema´s. De thema´s zijn door CPB gerangschikt op basis van effectiviteit. Zo is prestatiebeloning bij gelijke inzet van middelen effectiever dan scholing van leerkrachten. PvdA en GroenLinks zetten het meest in op kansrijke maatregelen. VVD en PvdA zetten daarnaast in op de invoering van prestatiebekostiging van scholen in het primair en voortgezet onderwijs, waarbij een deel van de basisfinanciering van scholen wordt gekoppeld aan de prestaties van hun leerlingen. Scholen worden zo op budgetneutrale wijze geprikkeld om de prestaties van hun leerlingen te verbeteren. D66 zet eveneens in op kansrijke maatregelen, maar in beperkte mate, waarbij zij kiezen voor een invulling met maatregelen met een relatief lage effectiviteit, aldus het CPB. De investeringen op kansrijke maatregelen van de andere partijen zijn relatief bescheiden. De SGP onderscheidt zich door een relatief grote ombuiging. Zij zet in op een efficiencykorting van de lumpsum van 1,1 miljard euro, een maatregel die alleen haalbaar is via klassenvergroting. De klassenvergroting van de SGP brengt budgettair veel op en resulteert uiteindelijk in een klein negatief effect op de arbeidsproductiviteit. De partij zet verder vooral in op de meest effectieve maatregelen. In eerste instantie zijn de kosten van de maatregelen groter dan hun (financiële) opbrengsten. Daarnaast gaan mensen langer naar school waardoor het arbeidsaanbod de eerste decennia daalt. Echter, de kost gaat voor de baat uit en na het eerste decennium ontstaan er netto-opbrengsten. Door de toename in het opleidingsniveau stijgt de arbeidsproductiviteit en neemt na verloop van tijd het arbeidsaanbod weer toe. Het volledige effect wordt na lange tijd bereikt. PvdA, GroenLinks en VVD realiseren met hun onderwijsbeleid een groot positief effect op het langetermijneffect.