Het landelijk tekort aan schoolleiders is met ongeveer 12,9 procent relatief nog hoger dan het lerarentekort (9 procent). Dit blijkt uit de halfjaarlijkse peiling naar lerarentekorten in het basis- en (voortgezet)speciaal onderwijs in opdracht van het Ministerie van OCW. Voor het eerst zijn er daarmee officiële cijfers over het schoolleiderstekort. “Het schoolleiderstekort is schrijnend. Het is hard nodig dat hier actie voor komt en het is daarom goed dat in het coalitieakkoord specifiek schoolleiders meermaals wordt vermeld. Het is iets waar wij al jarenlang voor strijden”, aldus AVS-voorzitter Petra van Haren.
“Schoolleiders hebben een cruciale rol als het gaat om de kwaliteit van onderwijs, dat weten we inmiddels allemaal. Door beperkte tijd en ondersteuning is de werkdruk op schoolleiders enorm”, aldus Van Haren. “Goede schoolleiders hebben een belangrijke bijdragen in het aantrekken en het behouden van leraren. Zeker in deze crisistijd.” Het totale tekort aan schoolleiders op reguliere én op vervangingsbasis is ongeveer 12,9 procent, oftewel 1.100 fte. Landelijk is de werkgelegenheid voor schoolleiders 8.230 fte. “Het is goed dat we nu feitelijk in beeld hebben hoe hoog het schoolleiderstekort eigenlijk is”, zegt AVS-voorzitter Petra van Haren. “Het is een schrijnend hoog percentage.”
In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen openstaande vacatures en verborgen tekorten. In totaal gaat het in 40 procent van de tekorten om openstaande vacatures. De verborgen tekorten worden in 37 procent van de gevallen intern ingevuld, door leraren, schoolleiders in opleiding, personeel van het bestuur of bovenschools personeel. In 23 procent van de gevallen vullen externen, zoals zzp’ers, de tekorten op. “Eén op de 20 scholen heeft geen schoolleider. Dat komt overeen met onze eigen bevindingen, maar is wel ongewenst hoog”, aldus Van Haren. “Naar verwachting betekent het dat er vaak meerdere scholen onder een directeur vallen. Er is een oplossing gevonden, maar we zien dat op één van de 15 scholen er een verborgen tekort is. In totaal zien we een vorm van directeurentekort op ruim 10 procent van alle scholen.”
Het lerarentekort binnen de vijf grootste gemeenten (de G5) is met ongeveer 14 procent bijna twee keer zo hoog als buiten de G5 (7,5 procent). Het schoolleiderstekort is binnen de G5 ongeveer 12,5 procent en juist daar buiten nog iets hoger (12,9%). Van Haren: “De regionale verschillen bij het lerarentekort blijken groter dan bij schoolleider. Buiten de G5 is het tekort aan schoolleiders relatief groter.” Het verschil tussen de G5-gemeenten is groot. Zo is het schoolleiderstekort in Almere bijna twee keer zo groot als in Amsterdam, maar heeft Almere voornamelijk openstaande vacatures en de andere gemeenten voornamelijk verborgen tekorten. Verborgen tekorten worden in Almere, Amsterdam en ’s-Gravenhage voor ongeveer 50 procent intern opgelost, in Rotterdam en Utrecht bedraagt dit ongeveer 70 procent. Een verband met het lerarentekort lijkt er niet te zijn.
“Deze cijfers geven aanleiding om ons nog meer ongerust te maken over de ontwikkeling van het schoolleiderstekort”, zegt Petra van Haren. “Voor een goede kwaliteit van onderwijs is een schoolleider belangrijk. Daarom zullen we ons sterk blijven maken voor positionering en goede arbeidsvoorwaarden, die recht doen aan de complexe taak van de schoolleider.”
De AVS vroeg hiervoor meermaals aandacht voor op Het Binnenhof, in het Actieplan Schooldirecteur Topprioriteit, de Toekomstagenda Schoolleiders en de Staat van de Schoolleider. Het is voor de AVS dan ook een goede zaak dat schoolleiders ook specifiek worden genoemd in het coalitieakkoord.
Sinds oktober 2020 wordt ieder half jaar het tekort aan onderwijspersoneel gemeten in de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere (de G5). Het rapport ‘Personeelstekorten primair onderwijs. Peildatum 1 oktober 2021’ bevat naast de vierde meting in de G5 ook de eerste meting buiten de G5. De metingen worden in opdracht van het ministerie van OCW uitgevoerd door onderzoeksbureau Centerdata onder toezicht van OCW, vertegenwoordigers van de G5 en van de PO-Raad. De PO-Raad ondersteunde de peiling met een oproep aan schoolbesturen en het beschikbaar stellen van een webpagina met informatie. Ook de AVS heeft leden opgeroepen deel te nemen. De vragenlijsten zijn ingevuld door 767 G5-scholen en 3.242 scholen buiten de G5.
Bekijk hier het volledige rapport.