Schoolleiders willen minder schotten tussen jeugdzorg, kinderopvang en onderwijs en daarvoor een minister voor het kind aanstellen. Dat blijkt uit het rapport ‘Schoolleiders over de Toekomst’ dat vandaag werd overhandigd aan demissionair onderwijsminister Slob en waarin schoolleiders laten zien welke kant het op moet met het vak. “Het belang is het kind, niet onderwijs en kinderopvang”, zegt Lambert van der Ven, directeur van basisschool De Palster in Uden en één van de deelnemers.
Van der Ven is directeur van een kindcentrum in ontwikkeling en voelt zich een casemanager in de wijk. Hij ziet het als zijn taak om naar buiten te kijken, naar de wijk, naar zorg, cultuur, bedrijfsleven. “Het gaat er niet alleen om dat ik zorg voor de school, maar dat ik ervoor zorg dat een kind zich zo optimaal mogelijk ontwikkelt. En daar moet ik de hele context van dat kind bij betrekken.” Daarmee heeft hij al een van de drie actielijnen die de toekomstagenda benoemt te pakken: Integratie door ‘ontschotting’. De andere twee zijn Optimale handelingsruimte en Toerusting schoolleiders.
Er is sprake van verdergaande integratie en samenwerking van onderwijs, opvang en steeds vaker jeugdzorg en andere lokale partners. Nu al is 20 procent van de scholen onderdeel van een Integraal KindCentrum. En los van de vorm is er bij schoolleiders het besef dat integratie en inclusie bijdragen aan een optimale ontwikkeling van het kind. Het spreekt Van der Ven zeer aan. Hij wil graag naar een brede maatschappelijke agenda, de verbindingen oprekken, partnerschappen opzetten en daarvoor je leiderschap inzetten. Dat moet niet alleen op lokaal niveau gebeuren, maar ook landelijk. Er moet één ministerie van het kind komen, vindt hij. “Verschillende ministeries voor onderwijs, zorg en kinderopvang, wekt de indruk dat het gaat om twee verschillende belangen. Maar het belang is het kind. Ik zou willen dat we het erover hebben wat kinderen nodig hebben en niet over onderwijs en opvang.”
Om deze ambitie te kunnen realiseren moet er in de eerste plaats erkenning zijn van de cruciale rol en positie van schoolleiders. Ook bij schoolbesturen die moeten zorgen voor deze handelingsruimte. Bovendien moeten ze niet het uitgangspunt hanteren dat op een school van 150 leerlingen een directeur voor drie dagen voldoende is, en dat hij of zij er op die andere twee dagen nog wel een school bij kan doen. Petra van Haren, voorzitter bij de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) ziet dat schoolleiders vaak amper tijd hebben om tien minuten uit het raam te staren en te reflecteren op de toekomst van de school en het eigen vak. “En zeker in een tijd dat er veel op schoolleiders afkomt”, zegt ze.
De ondersteuning van de schoolleider steekt schril af bij die van vergelijkbare leidinggevenden in andere onderwijssectoren en het bedrijfsleven, stelt de toekomstagenda vast. Bij te veel maatschappelijke issues wordt de oplossing van het onderwijs verwacht, maar zonder bijbehorende tijd en budget. Daarmee is ook te veel op het bordje van de schoolleider terechtgekomen. Petra van Haren: “De school wordt bekostigd op leerlingenaantallen. Als je het plat slaat, maak je dus een keuze tussen onderwijs en ondersteuning van de organisatie. Maar om een organisatie draaiend te houden, heb je leiderschap én faciliteiten nodig.”
“Er lopen heel wat mooie projecten zoals bijvoorbeeld het cross mentoring-programma. Niet alleen passende ondersteuning voor de schoolorganisatie, maar ook een passende beloning voor de schoolleider. Het gaat nooit alleen over geld als er geen schoolleiders meer te vinden zijn, zegt Petra van Haren. Leraren willen geen schoolleider worden als ze de hoge werkdruk zien en weten dat ze er financieel maar weinig op vooruit gaan.
Zowel Van Haren als schoolleider Van der Ven zijn blij met de toegezegde 8,5 miljard uit het Nationaal Programma Onderwijs. Maar maak dat nu eens structureel, zeggen ze. Naast één ministerie zou het ook goed zijn om één stelsel en één financiering te hebben. Uit de toekomstagenda komt de veelgehoorde klacht dat financieringsstromen gescheiden zijn en onvoldoende op elkaar aansluiten. Daarnaast is sprake van een hoge regeldruk en een baaierd aan subsidieregelingen. Samen met de hoge regeldruk leidt dat tot een bovenmatig hoge administratieve lastendruk voor schoolleiders. Een versnipperd en subsidiegedreven stelsel belemmert het borgen van de onderwijskundige ontwikkelingen en het maatschappelijk ondernemerschap van schoolleiders.
Demissionair minister Arie Slob, die op 24 maart het in ontvangst nam, zegt in een eerste reactie dat het erg waardevol is dat de beroepsgroep zelf het initiatief heeft genomen om met schoolleiders uit het hele land een agenda voor de toekomst te maken. “De agenda schetst een concrete ambitie die richtinggevend kan zijn bij de doorontwikkeling van het vak van schoolleider en die inspiratie biedt. Met het realiseren van de toekomstagenda hebben schoolleiders stevig bijgedragen aan de positieve profilering van het beroep.”
Minister Slob zegt schoolleiders als ‘cruciaal voor de kwaliteit in de school en het verbeteren daarvan’ te zien. “Ze zetten zich in voor de professionalisering van het team en voor een goede samenwerking tussen de school en het bestuur. Er wordt veel van schoolleiders gevraagd, zeker in deze coronatijd. Het is nodig dat schoolleiders ruimte, vertrouwen en steun ervaren om hun werk goed uit te kunnen oefenen. Hier zetten wij met het Nationaal Programma Onderwijs een duidelijke stap, met extra middelen en ondersteuning. In aanvulling daarop kan de politiek voorwaarden scheppen voor verdere professionalisering en positieve profilering van het vak van schoolleider. Het cross mentoring-programma is een goed voorbeeld. Ik ben blij dat we daar een vervolg aan geven.”
Het rapport ‘Schoolleiders over de Toekomst – Toekomstagenda schoolleiders primair onderwijs 2021-2025’ is op deze pagina te downloaden. Deze toekomstagenda is een strategisch plan van en voor schoolleiders, met betrokkenheid van een grote groep bevlogen schoolleiders tot stand gekomen onder regie van de AVS en op initiatief van het ministerie van OCW. Ook CNV Schoolleiders, AOb, het Schoolleidersregister PO en de PO-Raad hebben meegewerkt.
De uitkomsten en resultaten uit de rapportage ‘Schoolleiders over de Toekomst’ houden verband met het Actieplan Schoolleiders Topprioriteit en komen aan bod in een sessie op het 25e AVS Schoolleiderscongres op woensdag 21 april aanstaande. Deelnemers gaan ook met elkaar in gesprek over deze toekomstagenda. Het AVS-congres vindt voor het eerst online plaats, van 9.00 tot 13.30 uur. Aanmelden: www.avs.nl/congres