Schoolleiders willen meer erkenning en waardering, ook van de politiek

“Maak onderscheid tussen de prestaties op de eindtoets en de kwaliteit van de school. Stop de stroom aan maatschappelijke thema’s richting basisschool. Zorg voor voldoende ondersteuning in de school. Doe iets aan de schotten tussen de ministeries OCW en VWS. En zie de onderwijsorganisatie als één geheel; het gaat niet alleen over leraren.” In een gesprek met onderwijspolitici uit de Tweede Kamer leggen schoolleiders uit het primair onderwijs hun concrete wensen op tafel.

“Mensen hebben hoge verwachtingen van schoolleiders. Het personeel, de ouders, het bestuur, de onderwijsinspectie: aan iedereen leggen wij verantwoording af. En dat is goed. Ik zeg niet dat ik het zwaar heb, wel dat ik me ondergewaardeerd voel”, zegt een van de deelnemende schoolleiders. Samen met veertien collega’s uit onder meer Den Haag, Amsterdam, Woerden en Edam gaat zij op 10 oktober in gesprek met Tweede Kamerleden in Perscentrum Nieuwspoort te Den Haag. Dit initiatief van de AVS vindt plaats in het kader van de #wijschoolleiders-acties. Namens de Tweede Kamer nemen Lisa Westerveld van GroenLinks, Harm Beertema van de PVV en Kirsten van den Hul van de PvdA deel.

Brandjes blussen

“Nu er voor de leerkrachten een verbetering van de arbeidsvoorwaarden is binnengehaald, is er een disbalans ontstaan”, opent AVS-voorzitter Petra van Haren het gesprek. “Wat er voor de leraren bereikt is, is goed. Daar staan wij als schoolleiders achter. Maar dat mag niet alles zijn. De schoolleider heeft een eigen rol en verantwoordelijkheid.” Die taken en verantwoordelijkheden zijn breed. “Ik heb vandaag mijn school niet gezien”, vertelt een directeur van een eenpitter uit Breda. “Vanmorgen heb ik overlegd met het samenwerkingsverband Passend onderwijs en vanmiddag ben ik met de pabo in gesprek geweest over het leraarschap over tien jaar.” En dan is deze directeur nog met onderwijskundige en beleidsmatige zaken bezig geweest. “Ik heb de hele dag brandjes lopen blussen”, zegt een schoolleider uit Woerden. “Eigenlijk had ik met de intern begeleider klassenbezoeken willen afleggen. Maar aan onderwijskundig leiderschap kom ik niet toe.”

Werkdruk

Wat kan de politiek doen om de positie van schoolleiders te versterken? De aanbevelingen uit het rapport ‘Een krachtige rol voor schoolleiders’van de Onderwijsraad (voorjaar 2018) vormen de leidraad voor het gesprek. In het rapport pleit de Onderwijsraad onder meer voor erkenning van de beroepsgroep en een steviger positionering. Schoolleiders kunnen daardoor beter de regie nemen over de eigen ontwikkeling en beroepspraktijk en meer ruimte nemen voor innovatie. Maar daarbij is de toenemende werkdruk een knelpunt. Een directeur van een sbo-school vertelt dat hij veel last heeft van het instemmingsrecht van ouders in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van hun kind. “Sinds 2017 moeten de ouders tekenen voor akkoord. Dat betekent dat we heel veel gesprekken moeten voeren met ouders. Bij ons hebben alle leerlingen een OPP.” Rijk van Ommeren, voorzitter van CNV Schoolleiders en ook aanwezig bij het gesprek, pleit ervoor niet alle maatschappelijke thema’s bij basisscholen neer te leggen. “Nu komt er weer een lespakket over orgaandonaties. Het zou helpen als jullie zeggen dat het allemaal wel wat minder kan.”

Twee ministeries

De uitwerking van Passend onderwijs is ook een belangrijk thema voor de schoolleiders. “Leraren zakken door hun hoeven”, zegt een directeur uit Geldermalsen. “Het is mooi dat we kinderen op school houden, maar het is wel intensief.” Dat er twee ministeries bij Passend onderwijs betrokken zijn, OCW en VWS, helpt de zaken ook niet vooruit. “Binnen een school gaat het niet alleen over onderwijs. Het gaat ook over zorg en behandeling”, zegt een sbo-directeur. “Het speciaal basisonderwijs is zeer innovatief. Maar vernieuwingen stagneren vaak omdat de ministeries gescheiden zijn.” Tweede Kamerlid Westerveld van GroenLinks vertelt dat de ministers Slob van OCW en De Jonge van VWS samen een brief hebben geschreven over de barrières in het Passend onderwijs. “Ze gaan ook samen het debat in. Dat is dus een stap in de goede richting.” Bij de uitvoering van inclusief onderwijs lopen scholen onder meer aan tegen de druk goed te presteren op de eindtoets. Een directeur vertelt: “Nog steeds ziet de inspectie het resultaat van de eindtoets als hét criterium voor de kwaliteit van je school. Wij houden veel kinderen binnenboord. We hebben twaalf kinderen van statushouders. De leerkrachten zien hen vooruitgaan, maar op de toets zullen ze niet goed scoren. Koppel de eindtoets los van het kwaliteitsniveau van de school.” Westerveld en Van den Hul (PvdA) zien de perverse prikkel van de scores op de eindtoets ook: “Hoe meer inclusief onderwijs, hoe slechter je scoort.”

Eén geheel

“We moeten de onderwijsorganisatie als één geheel onder de aandacht brengen”, zegt AVS-voorzitter Van Haren. Zo zouden schoolleiders, analoog aan de lerarenbeurs, meer budget moeten krijgen voor opleiding en ontwikkeling. “Het professioneel handelen en de ontwikkelbehoefte is verschillend per schoolleider. Het is al gauw een hoog bedrag als een schoolleider zich wil ontwikkelen in leiderschap. Vanzelfsprekende professionalisering moeten we koppelen aan cao’s en bestuursakkoorden. Er is samenhangend beleid nodig, dat in verbinding staat met de arbeidsmarkt. Het gaat niet alleen over leraren, er zijn ook andere ondersteunende functies in de school. Er is een snel oplopend schoolleiderstekort. Iedere school hoort een directeur te hebben, maar dat is niet altijd het geval.” Een directeur uit Utrecht: “De omloopsnelheid is groot bij directeuren. Als de schoolleider ontbreekt, gaan er dingen mis. Passend onderwijs komt dan in de knel bijvoorbeeld.” Van Haren vervolgt: “Daarom pleit de AVS voor het beter positioneren van schoolleiderschap, het anders organiseren van onderwijs (bovensectoraal) en meer onderwijsondersteunend personeel.” Een sbo-directeur onderstreept deze uitspraak: “Bij ons werken naast de leerkrachten veel klassenassistenten. Dat zijn gewoon collega’s, ze werken in de groepen met de leerlingen. Maar het verschil in salarisontwikkeling met leerkrachten is schrijnend. Maak van de Dag van de Leraar de Dag van het Onderwijs en betrek de oop’ers er ook bij.”

Eigenwijze schoolleiders

Het is jammer dat de (wel uitgenodigde, red.) collega’s van de coalitiepartijen er niet bij zijn, verzuchten de Tweede Kamerleden. “Vanuit de oppositie kunnen we weinig doen”, zegt Westerveld. “We proberen het oprecht. Voor het behoud van achterstandsmiddelen hebben we meerdere moties aangeboden, maar die halen het niet.” Harm Beertema van de PVV zegt dat eigenwijze schoolleiders meestal het verst komen. “Good practices komen allemaal van eigenwijze schoolleiders. Schoolleiders komen nu slecht op voor hun positie.” Westerveld vindt het goed dat benoemd wordt wat schoolleiders nodig hebben. “Laat van je horen. De brandalarmactie (de aanwezige politici kregen een fotocollage overhandigd van deze actie in september, red.) is een goed voorbeeld. Er is meer aan de hand dan een lerarentekort.” Van den Hul vult aan: “Het werk van de schoolleider is grotendeels onzichtbaar, en te lang hebben we het onderwijs voor lief genomen. Met PO in actie is de emancipatie in gang gezet. Nu is de uitdaging de positie van de schoolleider.”