December is traditiegetrouw de afsluiting van het jaar en voor de AVS gaat dat meer dan ooit op. Bestuursvoorzitter Petra van Haren start in januari als directeur van de European School Heads Association (ESHA). En dat betekent: afscheid nemen. In KADER blikken we terug op een veelbewogen periode van acht jaar, waarin Van Haren zich volop heeft ingezet om de positie van de schoolleider te versterken en zichtbaarder te maken.
Petra van Haren (1965) woont in het bosrijke Apeldoorn, waar ze ook is opgegroeid. Ze komt uit een katholiek gezin. “We zijn opgevoed met een open houding, ook naar andere levensovertuigingen toe: iedereen mag er zijn.” Na de Pedagogische Academie volgde zij een post-hbo-opleiding en een MBA-opleiding. Petra heeft 17,5 jaar voor de klas gestaan, is internbegeleider, locatiecoördinator en schoolleider geweest. Ook werkte zij een aantal jaren in het buitenland als directeur in het bedrijfsleven. Na tien jaar schoolbestuurder te zijn geweest, trad ze in 2014 aan als voorzitter van de AVS. Nog een weetje: Van Haren spreekt meerdere talen waaronder Duits, Frans, Italiaans en Albanees. En, ze is altijd betrokken geweest bij internationalisering.
De overstap naar de European School Heads Association (ESHA) past je dus wel?
“Ja! Via ESHA verwacht ik een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan thema’s zoals de opvang van vluchtelingen en (im)migratie-
kinderen, kindermishandeling, digitalisering,
persoonsvorming, kennisdeling én internationale samenwerking. Dat laatste is belangrijk, juist voor schoolleiders. Het crossculturele perspectief maakt dat je je eigen perspectief aanscherpt. Bij ESHA komen schoolleiders van het funderend onderwijs uit 23 landen bij elkaar. Samen brengen we de kwaliteit van onderwijs verder. Kennisdelen en ervaringen uitwisselen zijn nodig om je scherp te houden. Tijdens de coronacrisis vorig jaar bleek dat eens te meer: we konden leren van ervaringen van landen die al eerder in lockdown waren gegaan. Daarnaast komen ook mijn persoonlijke interesses – denk aan sport, cultuur- en muziekonderwijs – bij ESHA aan bod.”
Wat zie je als hoogtepunten van de afgelopen acht jaar bij de AVS?
“Op de ESHA-conferentie in Maastricht in 2016 kijk ik met trots terug. De hele provincie was erbij betrokken. We hadden een programma (de commissie Duurzaam Vitaal heeft hier hard aan getrokken) waarbij Limburgse scholen drie of vier ESHA-schoolleiders ontvingen, zodat de netwerkfunctie zeer krachtig werd. Die eigen, regionale context heb je nodig voor uitwisseling, maar het grote plaatje is nodig voor de inspiratie. We hebben veel gemeenschappelijke thema’s. Alle Europese landen hebben bijvoorbeeld te maken met immigratie en voortschrijdende digitalisering. Ook op het gebied van arbeidsvoorwoorden kunnen we van elkaar leren. Zo zijn wij als AVS met de cao-onderhandelaar naar Noorwegen geweest. Daar kent de cao meer regionale uitwerkingen. Niet gek natuurlijk, ook in Nederland is de situatie in de grote steden anders dan in de provincies.”
Hoe was het in het begin, toen je net het stokje overnam van de vorige voorzitter Ton Duif?
“Ton Duif wás de AVS! En toen kwam er ineens een vrouw van eind veertig, die in alles anders was. Dat is een kans. Er kon een nieuw pad ingeslagen worden. Inmiddels was de PO-Raad opgericht, die behartigde de werkgeverskant. Het was een tijd van bestuursakkoorden, het ging over besturen en leraren. De schoolleider was nog buiten beeld. Toen het schoolleidersregister in de regelgeving werd opgenomen, was dat een belangrijke stap. De beroepsgroep is zeer bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast spelen schoolleiders een sleutelrol als het gaat om het behoud en de positionering van leraren. Waar een goede schoolleider is, is de uitstroom aan leraren lager. Dat is de lobby die ik toevoegde: positionering van de schoolleider en een operationele visie op onderwijsinnovatie. Hoe je met je team onderwijsontwikkeling in beweging krijgt.”
Hoe ligt wat jou betreft de verhouding tussen leden en de voorzitter?
“De AVS is een club van leidinggevenden. Tegelijkertijd zijn scholen ook verschillend en opvattingen lopen uiteen. Het is belangrijk dat ik als voorzitter juist die genuanceerde stem meeneem. Autonomie is het sleutelwoord, dan kan de leidinggevende de juiste dingen doen. Bijvoorbeeld bij de coronacrisis hebben we steeds gezegd: niemand is aan het onmogelijke gehouden, het moet te organiseren zijn. Als directeur maak je zelf een afweging. Soms is het verstandig om het op jouw school, voor jouw leerlingen anders te regelen dan we landelijk hebben afgesproken.”
Wat vind je belangrijke vernieuwingen in het onderwijs?
“Autonomie en diversiteit waar we het zojuist al over hadden, zijn nodig om innovaties door te kunnen voeren. Neem als voorbeeld het Integrale Kindcentrum (IKC). Deze ontwikkeling biedt kansen aan kinderen die thuis niet zo veel meekrijgen op het gebied van cultuur, kunst en sport. Ieder kind heeft recht op een brede ontwikkeling en daar hoort meer bij dan onderwijs in de basisvakken. Een IKC in een achterstandswijk waar veel mensen wonen met een niet-Nederlandse achtergrond, waar integratievraagstukken spelen, daar is een andere ondersteuning nodig dan in een dorp op de Veluwe.”
Het onderwijs heeft onder jouw voorzitterschap flink van zich laten horen. Denk aan de schoolleidersacties in 2018 en 2019. Heb je hiermee bereikt wat je wilde?
“Thijs de Roover (vakbond AOb) en Jan van de Ven (initiatiefnemer PO in Actie) gaven in 2017 het startschot voor PO in Actie. Dat was een duidelijke beweging van onderaf. Doel was verbetering van lerarensalarissen in het primair onderwijs. De AVS steunde dit. Maar wij wilden dat er ook gerichte afspraken voor schoolleiders zouden komen. Daarom hebben we eigen acties gevoerd. Er kwam een akkoord in 2018 over het verbeteren van lerarensalarissen. Driekwart van onze leden stemde daarmee in mét de kanttekening dat er in de volgende ronde iets geregeld moest worden voor onder meer de salarissen voor schoolleiders. De positie van de schoolleider levert dilemma’s op. De schoolleider is operationeel werkgever in de school en hoort daarmee tot de bestuurlijke gemeenschap. Je bent verantwoordelijk voor je team, maar ook – samen met andere directeuren van je bestuur – voor het geheel. Soms ben je de verbindende factor. Soms kom je terecht tussen hamer en aambeeld. Wat we bereikt hebben met de acties is dat er nu een goed functiehuis staat, waar daadwerkelijke taken en verantwoordelijkheden de basis van het salaris vormen. Dat is winst. Aan de andere kant: we zijn er nog niet.”
Hoe zie je de toekomst van de schoolleider?
“Die zal meer dan in het verleden de blik naar buiten richten en een blik van buiten toelaten. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan het succes van het cross-mentoring programma, waarmee we schoolleiders en directeuren uit het bedrijfsleven samenbrengen. Al eerder hadden we ervaren hoe inspirerend het is om over leiderschapsthema’s van gedachten te wisselen met mensen buiten de onderwijssector. De schoolleider gaat steeds meer ondernemend en onderzoekend werken, net als in het bedrijfsleven. Toen ik met Merel van Vroonhoven sprak in verband met haar onderzoek naar de arbeidsmarktvraagstukken in het onderwijs, kwamen we op het idee om een structureel netwerk te organiseren voor CEO’s uit het bedrijfsleven en schoolleiders, gebaseerd op onze ervaringen van eerdere Nationale Schoolleiders Tops. Wat we hiermee bereiken? Het is een professionaliseringsslag en het draagt bij aan positieve maatschappelijke beeldvorming. Schoolleiders zijn tot nu toe te bescheiden geweest. Het wordt tijd dat we professionalisering op leiderschap en waardering van de functie gewoon gaan vinden.”
Welke boodschap geef je mee aan de vereniging en de leden?
“De Toekomstagenda schoolleiders moeten we echt gaan realiseren. Ik ben heel erg voor het afbreken van schotten. Het integreren van de voorschool in het huidige onderwijssysteem, geen verschil meer tussen primair en voortgezet onderwijs, zorg binnen de muren van school aanbieden. Er mag veel meer samengewerkt gaan worden in het belang van de leerlingen. Schoolleiders hebben hierin een voortrekkersrol. Zij staan nu op het netvlies van de politiek. Die erkenning en positionering moet blijvend zijn. Het netwerk van schoolleiders, ook internationaal, is belangrijk om die stem steeds weer duidelijk te laten horen en daar blijf ik me voor inzetten.”
Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.