Volgens cijfers van OCW zal de jaarlijkse uitstroom van directeuren en managers naar (pre)pensioen in de periode tot 2015 verdubbelen. Met als gevolg een toenemende vervangingsbehoefte. Om duurzaam verzekerd te zijn van voldoende aanwas van schoolleiders – zowel kwantitatief als kwalitatief – heeft het ministerie de Regiegroep Activiteitenplan Schoolleiders PO in het leven geroepen. Hoe gaat de regiegroep te werk en welke rol is weggelegd voor coaching bij het bevorderen van de instroom en voorkomen van de uitstroom van schoolleiders?Regiegroep Activiteitenplan Schoolleiders PO in actieBehalve vergrijzing spelen meerdere factoren een rol bij het moeilijk kunnen bezetten van vacatures voor schoolleiders: het verwachte tekort aan leerkrachten en de feminisering in het onderwijs dragen bijvoorbeeld eveneens bij aan de stagnerende doorstroom naar een functie als schoolleider. Dat geldt ook voor de beperkte (financiële) waardering, arbeidsvoorwaarden, imago en de geslotenheid van het veld. De Regiegroep Activiteitenplan Schoolleiders PO bestaat uit vertegenwoordigers van alle schoolleiders-, vak- en besturenorganisaties – waaronder de AVS – en de opleidingen voor schoolleiders, gebundeld in de Samenwerkende Opleidingen Schoolmanagement (SAMOS). Het voorzitterschap ligt in handen van de NSA (Nederlandse Schoolleiders Academie). Belangrijkste doel is om het aantal onvervulde vacatures voor directeuren in het PO in 2007 te beperken tot maximaal 250 fte (volgens de Arbeidsmarktbarometer PO 2005-2006 was dat op 31 december 2005 al teruggebracht tot 180 fte) door geschikte potentiële krachten te werven en bestaande krachten te behouden. Dit alles kan volgens de regiegroep alleen gerealiseerd worden als scholen een integraal personeelsbeleid voeren (IPB), waardoor een professionele organisatie ontstaat die bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de functie van schoolleider. Een andere voorwaarde is het hanteren van bekwaamheidseisen: hiermee creëer je een helder beeld van de functie, zodat potentiële schoolleiders geen verkeerde verwachtingen krijgen.ActiviteitenOm haar doel te bereiken, onderneemt de regiegroep verschillende activiteiten. Een ervan is het ontwikkelen van praktijkkaternen met relevante thema’s over het schoolleiderschap in het PO zoals kweekvijvers, inen uitstroom en de organisatie van het management en leiderschap (gedeeld leiderschap). De regiegroep denkt dat goede kwalitatieve kweekvijveropleidingen en mogelijk ook plaatsingsperspectieven voor geslaagden (voorrangsbeleid) zouden kunnen bijdragen aan het terugdringen van de vacatures. Daarvoor moet inzicht verkregen worden in de resultaten van kweekvijvers en zullen indien nodig kwaliteitseisen opgesteld worden. Ook het project Duobanen neemt de regiegroep onder de loep. Er is veel interesse voor duobanen in managementfuncties, vooral onder vrouwen. Managementfuncties worden echter nog nauwelijks in deeltijd aangeboden. De regiegroep ziet onder andere voordelen in (tijdelijke) duobanen voor het inwerken van startende directeuren door vertrekkende directeuren, die vanwege leeftijd uitstromen. Ze wil daarom zoveel mogelijk good practices van duobanen verspreiden en daarmee acceptatie door schoolbesturen in de hand werken. Het verspreiden van good practices geldt ook voor de zogenaamde ‘bazen van buiten’. Deze worden lang niet altijd geaccepteerd door het team, dus dient in de communicatie hierover voldoende aandacht te zijn voor de beleving van teams met een directeur van buiten. De functie van schoolleider wordt ook aantrekkelijker voor bazen van buiten wanneer de lesgevende taken uit het pakket verdwijnen. Tot slot onderkent de regiegroep dat veel schoolleiders vroegtijdig uitstromen door het ontbreken van de juiste begeleiding. Dat kan worden voorkomen met coaching. Naast gebruikmaking van de stimuleringsregeling voor beginnende directeuren is het noodzaak dat besturen zelf ook investeren in coaching, zodat het een vast onderdeel wordt van het personeelsbeleid.Onderzoek in- en uitstroomOp verzoek van de regiegroep heeft het SCO-Kohnstamm Instituut (vervolg)onderzoek gedaan naar de oorzaken voor de schaarse instroom van potentiële schoolleiders en de kritische factoren voor wat betreft de uitstroom van beginnende directeuren PO. Risicofactoren voor de instroom van potentiële schoolleiders zijn bijvoorbeeld negatieve verwachtingen over de werkdruk en de impact op het privé-leven, (lage)loopbaanaspiraties, twijfel aan de eigen capaciteiten, het missen van contact met leerlingen en teveel training off the job. Factoren die de uitstroom van startende directeuren in de hand werken zijn onder andere: de onduidelijke benoemingsprocedure, een beperkte inwerkperiode, een zwaar eerste jaar, onvoldoende managementervaring voor complexe situaties, een lestaak naast leiding geven, weerstand vanuit het team, fusies en schaalvergroting, niet toegeruste adjuncten en weinig professionele ondersteuning. Op basis van deze gegevens worden in het onderzoek aanbevelingen gedaan. Naast succesfactoren als een professionele benoemingsprocedure en een gezamenlijke visie van het team, is een goede voorbereiding op de functie door scholing (training on the job) onontbeerlijk. Door eerst te ‘snuffelen’ aan het vak via een oriëntatie op management, blijkt al snel of het volgen van een kweekvijver of schoolleidersopleiding de moeite loont. Ook moet het beeld van de functie vooraf helemaal helder zijn. Een voorgeschiedenis met leidinggevende werkzaamheden als coördinator of projectleider is aan te bevelen. Verder moet de schoolleider kunnen omgaan met dilemma’s en in staat zijn te reflecteren op het eigen leidinggeven (‘Doe ik het goed?’). Hieraan is ook veel behoefte, maar het schiet er bij beginnende schoolleiders – die vooral snel praktisch aan de slag moeten – vaak bij in. Hierbij kan professionele ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van coaching, uitkomst bieden.CoachingScholingsmogelijkheden en professionele ondersteuning blijken belangrijke, helpende aspecten binnen de geschetste problematiek. Het ontbreken hiervan kan leiden tot onvrijwillige uitstroom in de startfase van het schoolleiderschap. Coaching blijkt een effectief (beleids)instrument om beginnende schoolleiders te begeleiden en zo vroegtijdig uitval te voorkomen. Het kan preventief als ontwikkelingsinstrument worden gezien of als curatief instrument bij problemen. Coaching en individuele advisering – vaak naast een opleidingstraject – bieden schoolleiders emotionele steun en geruststelling in een informele, vriendschappelijke én professionele relatie. Ook praktische adviezen en probleemoplossend meedenken worden gewaardeerd. De begeleider als klankbord, om stoom af te blazen en om eventuele twijfels over het gekozen vak te onderzoeken en zonodig om te buigen naar een duidelijke keuze voor leidinggevende in het PO. Juist door hun geïsoleerde positie tussen bevoegd gezag en team geven veel schoolleiders aan behoefte te hebben aan een neutrale adviserende instantie. Vaak betreft dit een externe coach. Behalve externe coaches, stellen schoolbesturen regelmatig een interne bovenschoolse coach aan. ‘Voordeel’ hiervan is dat deze de organisatie goed kent. Het is raadzaam de startende schoolleider zelf te laten kiezen voor een interne of externe coach. Naast individuele coaching zijn er andere vormen van professionele begeleiding in het PO, zoals mentoring en advisering (een ervaren collega als critical friend), supervisie, intervisie en teamcoaching. Deze vormen gaan vaak hand in hand met individuele coaching.ConferentiesDe regiegroep ontwikkelde een speciale praktijkkaternen met een breed scala aan onderwerpen. Onder andere over hoe coaching startende schoolleiders helpt bij hun professionele ondersteuning. Daarbij komen verschillende vormen van coaching aan bod. Deze en andere bevindingen en handreikingen van de regiegroep worden gepresenteerd en uitgereikt in oktober tijdens drie (deel)conferenties in de Nationale Onderwijsweek 2006. Thema’s die aan de orde komen zijn: succesfactoren en de ins en outs van een boeiend beroep, de aantrekkelijkheid van nieuwe vormen van leiderschap, duobanen: gedeeld leiderschap in de praktijk, kweekvijvers: een voorbereiding op leiderschap, coachen: ondersteuning bij professionele ontwikkeling van schoolleiders, praktijkervaringen en onderzoeksgegevens. Alle deelnemers ontvangen de in opdracht van de regiegroep geschreven praktijkkaternen ‘Schoolleider worden én blijven’.Auteur: Vanja de GrootVerder in dit nummerKader Primair 1 -September 2006

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws