Kinderen van ouders met een hoog inkomen kregen minder vaak een bijstelling van het schooladvies in schooljaar 2016-2017 dan kinderen uit gezinnen met weinig geld. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Bij ruim 9 procent van de leerlingen uit de laagste inkomensgroep die in 2017 in groep 8 zat, werd het schooladvies na de eindtoets naar boven bijgesteld. Dit betekent dat de meester of juf hun capaciteiten aanvankelijk te laag had ingeschat. Bij de kinderen uit de hoogste inkomensgroep gebeurde dit bij ruim 6 procent. Het CBS geeft aan dat deze verschillen in schooladviezen tussen inkomensgroepen bestaan, maar concludeert daaruit niet dat dit dé oorzaak of verklaring van de verschillen is. Volgens het bureau spelen waarschijnlijk ook andere factoren een rol.

Uit de cijfers blijkt verder dat 1 op de 3 leerlingen uit hoge inkomens een vwo-advies krijgt. Kinderen met een gecombineerd advies vmbo-k/gt of vmbo-gt/havo kregen het vaakst een bijstelling van het eerste schooladvies. Kinderen met een havo/vwo-advies, of met een vso/pro/vmbo-b-advies, kregen het minst vaak een bijstelling.

Het schooladvies voor vervolgonderwijs na de basisschool kan naar boven worden bijgesteld op basis van de score op de eindtoets in groep 8. Van kinderen die op hun eindtoets hoger scoren dan het advies van de leerkracht, kan het niveau naar boven worden bijgesteld.

Links

Gerelateerd nieuws