Steve Jobsscholen krijgen in Nederland lastig voet aan de grond. Het concept wordt strikter gehanteerd dan in het begin en de kosten nemen toe. Sommige Steve Jobsscholen aarzelen of zij zullen doorgaan met het officiële concept.
Het Onderwijsblad van de AOb rapporteert in het oktobernummer over een eigen onderzoek naar de zogenoemde Steve Jobsscholen of ‘Onderwijs voor een Nieuwe Tijd’ (O4NT), een initiatief van Maurice de Hond waarbij een vernieuwend onderwijsconcept hand in hand gaat met een belangrijke rol voor ict-toepassingen zoals iPads.
Van de 25 Steve Jobsscholen die vanaf 2013 zijn gestart, zijn er inmiddels vier gestopt. Een belangrijke reden is dat sinds 2015 het concept strikter wordt bewaakt. Maar het inrichten van de bijbehorende ‘ateliers’ en het aanbod van ‘workshops’ kunnen op praktische bezwaren stuiten, zeker bij kleine scholen. Ook wordt van scholen gevraagd uitsluitend O4NT-school te zijn, terwijl een school bijvoorbeeld ook het gedachtegoed van Michel Fullan omarmt. Dat is dan niet te combineren. Een andere voorname reden om af te haken is de hogere financiële vergoeding die O4NT vraagt voor software, training en begeleiding. Oorspronkelijk was O4NT een netwerkorganisatie waarbij kennis delen centraal stond, nu is het een commerciële onderneming met een verdienmodel. Scholen die al een paar jaar meedoen, krijgen nu offertes van 10.000 euro of meer. Acht van de vijftien eerste Steve Jobsscholen aarzelen daarom of zij het O4NT-concept wel zullen doorzetten.
Voor nieuwe scholen gelden volgens Maurice de Hond inderdaad nieuwe afspraken. Wat de eerste scholen betreft vindt hij de offertes in lijn met de oude vergoedingen. Wel moeten de scholen de gestandaardiseerde aanpak uitvoeren. Scholen die zich door het concept laten inspireren, maar niet de officiële O4NT-aanpak hanteren, mogen zich geen O4NT-school noemen.
Tijdens het AVS-congres in maart 2016 sprak Maurice de Hond over het onderwijs zoals dat hem voor ogen staat. Een sleutelelement is het individueel ontwikkelingsplan waarmee ieder kind een eigen onderwijsroute kiest en ook bepaalt met welke andere kinderen het samenwerkt. Leerlingen krijgen zo uitdagingen en ondersteuning op maat en zijn flexibeler en onafhankelijker van de leerkracht.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.