Tussen scholen bestaan grote verschillen als het gaat om het verbeteren van de taalprestaties van hun leerlingen. Achterstandsleerlingen die op een school zitten die minder aandacht aan taal besteedt, lopen soms maar liefst twee jaar achter op leeftijdsgenoten. En scholen met zwakke taalprestaties moeten meer doen om hun onderwijs te verbeteren.Dit concludeert de Onderwijsinspectie in een onderzoek naar het niveau van basisvaardigheden in basisen voortgezet onderwijs en de opleiding onderwijsassistent in het middelbaar beroepsonderwijs.De Inspectie concludeert dat er grote behoefte is aan leerstandaarden of referentieniveaus voor basisvaardigheden (zoals rekenen en taal) en aan toetsen om gedurende de schoolloopbaan het niveau van een leerling vast te kunnen stellen. Ze onderschrijft hiermee het advies van de commissie Meijerink. Maar alleen het vaststellen van het niveau is volgens de Inspectie niet voldoende; sommige kleuters komen op de basisschool binnen met een taalachterstand van twee jaar. Deze leerlingen lopen de achterstand vaak niet meer in en de leerling kan hier gedurende de hele schoolcarrière last van ondervinden. Meer dan de helft van leerlingen uit klas 1 en 2 van het vmbo-b/k en het praktijkonderwijs begrijpt de taal in de schoolboeken onvoldoende.“Taalresultaten van taalzwakke leerlingen zijn gelukkig goed te verbeteren”, meent de Inspectie. “Op taalsterke scholen is het didactisch handelen van leerkrachten beter, wordt de tijd voor taal- en rekenonderwijs nuttiger besteed en analyseert de school de opbrengsten – zoals de eindtoets basisonderwijs (Cito-toets) of de toetsen uit het leerlingvolgsysteem – regelmatig. De school en de leerkracht maken dus het verschil.” Verder signaleert de Inspectie dat taalsterke scholen met leerlingen waarvan de ouders allochtoon en laagopgeleid zijn, beter scoren dan taalzwakke scholen met leerlingen waarvan de ouders autochtoon en hoogopgeleid zijn. En dat veel scholen met leerlingen uit taalzwakke milieus erin slagen hun leerlingen behoorlijke taalprestaties te laten behalen.De Inspectie wil dat wordt geïnvesteerd in de deskundigheid en ondersteuning van (aanstaande) leerkrachten, zodat er meer taalsterke scholen komen. Ook acht zij het van belang taalprestaties van leerlingen goed te analyseren en het onderwijs af te stemmen op het niveau van de leerling. Daarbij kunnen scholen gebruik maken van didactische aanpakken die bewezen hebben taalprestaties te verbeteren (evidence based). Dit zou al moeten beginnen bij de opleidingen voor onderwijsassistent, aldus de Inspectie.Meer informatie:www.onderwijsinspectie.nl
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.