‘Samen ben je serker’

Fuseren tot samenwerkingsschool niet uitsluitend demografische noodzaak

Een samenwerkingsschool – waarin bijzonder onderwijs met openbaar onderwijs samengaat – is meer dan de redding van de laatste school in het dorp. Het biedt een kans elkaar te ontmoeten, met elkaar te wonen, leven en leren. “Natuurlijk bestaan er wederzijds beelden over elkaar. Dat is spannend.”

“Wacht niet met fuseren tot het niet anders kan, maar doe het vrijwillig.” Als er één advies is dat Gert Dorleijn, directeur van samenwerkingsschool De Lonneboot in het Zeeuwse Nieuw- en Sint Joosland, wil meegeven dan is het dit. Vaak komt fusie van scholen, en zeker die van verschillende denominaties, pas in beeld als het water ze tot aan de lippen staat. “Dat is jammer”, zegt Dorleijn, “want samen ben je veel sterker. Wij hebben het beste gepakt van beide scholen en daarmee de kwaliteit verhoogd.” Dat in Nederland kleine scholen vanwege het verschil in denominatie apart blijven en soms zelfs apart in hetzelfde gebouw zitten, vindt hij doodzonde en niet nodig. Nicolet Bos, directeur van samenwerkingsschool Quintusschool in het Groningse Glimmen, is het daarmee eens. Zij organiseert vanaf dit schooljaar bovendien het levensbeschouwelijk onderwijs niet meer apart per denominatie, maar leerlingen krijgen het in hun eigen – gemengde – groep.

Continuïteit bedreigt

Sinds 2017 bestaat de mogelijkheid een formele samenwerkingsschool op te richten als de continuïteit van het openbaar of bijzonder onderwijs wordt bedreigd. Een informele samenwerkingsschool bestond al langer. De Lonneboot is een samengaan van protestants-christelijke basisschool De Wegwijzer en openbare basisschool Van Randwijck, twee dorpsscholen van rond de vijftig leerlingen. Dat gebeurde al in 1995, toen de bevolking als gevolg van vergrijzing begon te krimpen en het leerlingenaantal van de twee scholen terugliep. Dorleijn was destijds leerkracht bij De Wegwijzer. Inmiddels gaan alle kinderen in Nieuw- en Sint Joosland naar dezelfde school. Dat heeft invloed op het hele dorp: leerlingen en ouders van de twee scholen kenden elkaar vroeger nauwelijks, nu staan ze allemaal op hetzelfde schoolplein. De school is gegroeid naar 160 leerlingen, door de komst van kinderen uit een dichtbijgelegen nieuwbouwwijk van Middelburg.

Ook Glimmen had te maken met een krimpende bevolking. In 2013 zijn christelijke basisschool De Marke en openbare basisschool De Meent gefuseerd. In augustus 2014 sloot openbare school De Rieshoek uit Noordlaren aan. Samen vormen ze nu de Quintusschool, een school met ongeveer 110 leerlingen.

In beide samenwerkingsscholen speelde de commissie Identiteit, bestaande uit ouders van de oorspronkelijke scholen en leerkrachten van beide scholen, een belangrijke rol in het fusieproces en nu nog steeds. Bos, directeur van de Quintusschool in Glimmen: “Het was belangrijk dat er een goede balans was tussen beide nominaties. De openbare school moest niet opgaan in de christelijke school en andersom. De christelijke school was bovendien een eenpitter, de openbare onderdeel van de Stichting Basis. Binnen het schoolbestuur zijn we nog steeds een uitzondering. Stichting Basis bestaat uit twaalf openbare scholen en de samenwerkingsschool.”

Samenwerkingsschool De Lonneboot in Nieuw- en Sint Joosland is onderdeel van de Archipel Scholen, waarin drie samenwerkingsscholen zitten.

Identiteit

Erik Renkema is betrokken geweest bij zowel De Lonneboot in Zeeland als de Quintusschool in Groningen. Hij promoveerde op het onderwerp ‘identiteit en het levensbeschouwelijk onderwijs van samenwerkingsscholen voor basisonderwijs’ en begeleidde diverse samenwerkingsscholen. Centrale vraag daarbij was steeds: hoe kunnen we er zo’n school van maken dat kinderen er trots naartoe gaan en ouders er trots hun kinderen naartoe sturen? Renkema deelt de mening van schooldirecteur Dorleijn: “Fuseren wordt dan wel vaak uit nood geboren, maar is niet uitsluitend een demografische noodzaak. Het is ook een kans voor het dorp en een kans voor de school om er sterker uit te komen.” Het is wel noodzakelijk om goed na te denken over je waarden, over waar je voor staat en hoe je dat in de praktijk vormgeeft. Team, ouders en leerlingen moeten met elkaar in gesprek over wat hen bindt, wat ze waarderen in elkaar, legt Renkema uit. “Dat zijn kostbare processen. Dan gaat het over professionele identiteit, over gewoontes, maar ook over stereotypen. Dat moet je heel bewust op de agenda zetten, want natuurlijk bestaan er wederzijds beelden over elkaar. Dat is spannend. Er is veel verlegenheid over de identiteit van een school. Soms komt deze tijdens het fusieproces voor het eerst aan de orde, ook op een christelijke school. Je moet praten over geloof en ongeloof, over de manier waarop je in het leven staat. Sommige christelijke ouders hechten veel waarde aan het vertellen van Bijbelverhalen, sommige atheïstische ouders zien dat als indoctrinatie. Vaak is het ook onwetendheid over wat sowieso al verplicht is in het onderwijs. In de kerndoelen voor het basisonderwijs is kerndoel 38 dat leerlingen kennis hebben van geestelijke stromingen in de Nederlandse samenleving. Dat is geen afvinklijstje dat je in een themaweek stopt. Leerlingen leren van diversiteit.”

Levensbeschouwelijk onderwijs

Een identiteitscommissie heeft een belangrijke rol bij het vormgeven van een samenwerkingsschool, maar ook daarna. Renkema: “Versmal het niet tot de organisatie van de kerstviering of de selectie van de methode. Blijf antennes uitzetten: hoe ontwikkelt zich de identiteit, hoe wordt het gewaardeerd door ouders, wat zijn je waarden, wat zijn de landelijke verplichtingen?” Voor Renkema is een samenwerkingsschool onder meer geslaagd als de gedragen waarden van de school bewust uitgedrukt worden in het levensbeschouwelijk onderwijs. De taak van het team en de schoolleider is te zorgen voor gelijkwaardigheid tussen elk kind van elke levensovertuiging. En ervoor te zorgen dat leerlingen elkaar ontmoeten. De waarde van ontmoeten is een onderwerp dat steeds op de agenda van de identiteitscommissie moet staan. De schoolleider moet dit blijven aanjagen.

Die dialoog vinden alle scholen belangrijk. Toch hebben nog veel samenwerkingsscholen gescheiden levens­beschouwelijk onderwijs. Is dat wel optimaal ontmoeten, vraagt Renkema zich af. “Er kunnen goede beweegredenen voor zijn, maar blijf er kritisch op”, zegt hij.

De Lonneboot geeft gescheiden vormingsonderwijs, christelijk en algemeen (CVO en AVO). De thema’s zijn in beide groepen hetzelfde en die worden bij de dagopening en de weeksluiting ook gebruikt voor alle leerlingen. Voor directeur Dorleijn heeft dit niets meer te maken met twee scholen, maar met twee manieren van tegen het leven aan kijken. “De teamleden geven de lessen zelf. Is het thema vriendschap, dan zoeken we daar bij CVO een Bijbelverhaal bij, bij AVO behandelen we dit op een andere manier. Als de leerlingen terugkomen in de groep, vertellen ze elkaar wat ze gedaan hebben. Ouders waarderen dit zeer. Het behoort tot de eigenheid van de school en wordt in de evaluatie genoemd bij de sterke punten. Hoewel het zeker niet zo is dat alle christelijke ouders kiezen voor CVO. Sommige zeggen: ‘geloven doen we thuis’.”

Voor directeur Bos van de Quintusschool is het belangrijk dat er openheid heerst over geloven. “Of je nu wel of niet gelooft, wel of niet naar de kerk gaat, iedereen mag er zijn. Ook over wat ramadan is gaan we in gesprek, hoewel er heel weinig islamitische kinderen op school zitten. En alle kinderen van de school komen in aanraking met Bijbelse teksten. Leerkrachten proberen zo’n Bijbelverhaal te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Een ruzietje in de klas bijvoorbeeld. Wat heb je geleerd uit het verhaal dat je net gelezen hebt?” Op de Quintusschool was er tot voor kort eveneens apart CVO en AVO. De lessen werden gegeven door medewerkers van het dienstencentrum dat levensbeschouwelijk onderwijs verzorgt. Voor een samenwerkingsschool kan dat beter, vindt Bos. Daarom start de school dit schooljaar met een nieuwe vorm van vormingsonderwijs: niet meer apart, niet meer kiezen voor het een of het ander, maar in de eigen groep. “We laten een thema aan bod komen en belichten dat vanuit verschillende denominaties. Dit gaat vorm krijgen door de leerkrachten te laten samenwerken met de leerkrachten van het dienstencentrum. Het is juist zo leuk om binnen je groep te praten over wie je bent en hoe je in het leven staat. Wat is Kerst voor jou? Bespreek dat samen. Je leert van elkaar. We zitten nu zeven jaar na de fusie en alle ouders die nu kinderen op school hebben, kozen voor de samenwerkingsschool en niet voor christelijk of openbaar onderwijs. Het team is ook zover. Ik ben trots op deze nieuwe stap.”

Samenwerkingsscholen

Samenwerkingsscholen – het samengaan van een school voor openbaar en een school voor bijzonder onderwijs – zijn sinds 2006 toegestaan in dunbevolkte gebieden. Met de Wet ‘Samen sterker door vereenvoudiging samenwerkingsschool’ uit 2018, is het zogenoemde continuïteitscriterum (één van de scholen moet bedreigd zijn met opheffing) versoepeld. Het openbare karakter en de identiteit van de samenwerkingsschool wordt gewaarborgd door een identiteitscommissie met wettelijke bevoegdheden op schoolniveau.

In een samenwerkingsschool zit iedereen in hetzelfde gebouw en is er één directeur. Vaak zijn er nog wel gescheiden vormingslessen.

Fusietoets blijft

In het regeerakkoord was afgesproken dat de fusietoets voor basisscholen en middelbare scholen de toets zou verdwijnen, maar de Eerste Kamer stemde afgelopen juni tegen afschaffing. De AVS betreurt het dat de fusietoets niet is afgeschaft. AVS-voorzitter Petra van Haren: “Wij vinden kwaliteit en een dekkend netwerk van onderwijs leidend. Hiermee haal je weer een stukje verantwoordelijkheid bij de sector weg.” Ook de PO-Raad en VO-raad zijn teleurgesteld. Zij vinden het stimuleren van samenwerking tussen scholen en schoolbesturen in krimpgebieden van groot belang. De fusietoets bemoeilijkt die samenwerking en heeft een afschrikwekkende werking. De PO-Raad heeft aangekondigd met minister Slob in gesprek te gaan over de gevolgen van de blokkade van de Eerste Kamer.

Interessant?
Dit artikel stond in KADER , het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden exclusief ontvangen. Wil jij ook KADER op de deurmat hebben? Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.