Ruim baan voor de leraar

Op kbs De Zandberg in Breda kunnen leerlingen hun talenten ontplooien in De Zandberg Academie. Iedere zes weken verschijnt er een ‘menukaart’ met projecten als Meestervervalsers (schilderen), Het perfecte plaatje (fotografie) en Dance, dance, dance (choreografie en dans). De Zandberg Academie is een initiatief van leraar Michiel Santegoeds, die zijn idee uitwerkte met subsidie van het LerarenOntwikkelFonds (LOF). Directeur Hans Staps ondersteunt het van harte.

Leraar Michel Santegoeds:
‘Het moet geen hobbyproject van mij alleen zijn’

“Het idee van De Zandberg Academie komt voort uit de Plusklas. De Plusklas is alleen voor leerlingen met hoge scores, voor andere kinderen wordt niets speciaals georganiseerd. Ik vind dat alle leerlingen de kans moeten krijgen hun interesses te ontplooien. De projecten van De Zandberg Academie sluiten zoveel mogelijk aan op niet-cognitieve intelligenties, zoals visuele of motorische intelligentie. Deelname is niet gekoppeld aan toetsscores, maar we verwachten van kinderen die zich inschrijven wel dat ze een stapje extra doen, bijvoorbeeld door direct tijdens de inloop aan hun weektaken te beginnen. De groepsleerkracht bespreekt de menukaart in de klas en leerlingen kiezen zelf of ze zich willen inschrijven. De groepsleerkracht zorgt ervoor dat maximaal vijf kinderen uit één klas zich aanmelden. De leerkracht bepaalt de criteria. Een kind dat een boost kan gebruiken in het zelfbeeld bijvoorbeeld, komt eerder in aanmerking als er keuzes moeten worden gemaakt. In het begin vonden de meeste collega’s dat niet zo’n fijne rol, maar nu zijn ze eraan gewend.”
 
Amateurfotograaf
“Ik ben één dag in de week vrijgeroosterd voor de coördinatie van de Zandberg Academie. De projecten worden begeleid door leerkrachten met een bepaalde belangstelling. Eerst vroeg ik ze gericht of ze een groepje wilden begeleiden, nu komen ze ook zelf met ideeën. Een van de collega’s is bijvoorbeeld amateurfotograaf. Zij begeleidt nu een project rondom het fotograferen van optische illusies. Van een ander wist ik dat ze veel danst. Leerkrachten die een groepje begeleiden doen dat drie kwartier per week. Andere teamleden vervangen die leerkracht dan. Tot nu toe hebben we dat steeds goed kunnen opvangen. We werken met groepjes van maximaal vijftien kinderen. Per periode van zes weken kunnen zo’n tachtig leerlingen meedoen.”
 
Intervisie
“Ik had al eens eerder subsidie aangevraagd bij het LerarenOntwikkelFonds, maar die werd afgewezen omdat collega’s onvoldoende werden betrokken bij het project. In overleg met de coach van het LOF heb ik de opzet aangepast. De procedure zit goed in elkaar, subsidie is gemakkelijk aan te vragen en je krijgt een duidelijke motivering waarom je wel of geen middelen krijgt. Wat ik er sterk aan vind, is dat je echt zelf verantwoordelijk bent voor het slagen van je project. Een voorwaarde voor de subsidie is ook dat je deelneemt aan het begeleidingsprogramma. Drie keer per jaar is er een ‘deelnemerslab’, een soort studiedag waaraan je verplicht deelneemt. De dag bestaat uit een inhoudelijk deel en een netwerkdeel. Met andere deelnemers kun je dan sparren over projecten en ideeën opdoen. Daarnaast krijg je coaching en maak je deel uit van een intervisiegroep. Met zeven collega’s in het primair en voortgezet onderwijs, die ongeveer net zo’n project doen als ik, bespreken we wat we aan het doen zijn en waar we tegenaan lopen. Dat is erg inspirerend. Het zijn allemaal enthousiaste en gemotiveerde mensen.”
 
Valkuil
“Bij dit project gaat het om het inspelen op de talenten van leerlingen en teamleden. We leren anders kijken naar de ontwikkeling van kinderen en onze eigen professionele ontwikkeling. Een valkuil voor mij, en ook voor anderen uit mijn intervisiegroep, is dat je zo enthousiast bent over je project, dat je moeite hebt je collega’s de vrijheid te geven op hun manier de projecten vorm te geven. Ik wil alles het liefst op mijn manier doen. Maar dat kan niet, dan wordt het een hobbyproject van mij en valt het om zodra ik van school verander. Het is wel de bedoeling dat het blijft bestaan.” _
 
Directeur Hans Staps:
‘Start alleen als je de activiteit echt wilt invoeren’
“Onze school wil meer aanbieden dan het standaardprogramma. Het leerstofjaarklassensysteem is handig voor de vaststaande elementen, zoals taal en rekenen, maar voor de leerlijnen wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie zoeken we naar andere vormen. We gaan in alle groepen werken met vaste thema’s waarin de kerndoelen en tussendoelen ondergebracht zijn. We gebruiken geen methode, maar zoeken een eigen aanpak en daarbij doorbreken we soms ook het leerstofjaarklassensysteem.”
 
Schoolwaarden
“Het is belangrijk voor onze schoolontwikkeling dat de leerkrachten zich steeds meer professionaliseren. We willen ze uitdagen om als het ware naar een hoger level te gaan. De schoolwaarden van De Zandberg zijn geborgenheid, zelfbewust en beleven. In de focusgroepen Zelfbewust beleven, Opbrengstgericht werken & portfolio en Onderzoeken zijn leerkrachten aan de slag met specifieke onderwerpen die te maken hebben met die schoolwaarden. Leerkrachten zijn ook ‘ambassadeur’ en helpen collega’s die zoekend zijn naar hun talenten en mogelijkheden. Dit is een school waar veel initiatieven ontplooid worden. Als een leerkracht met een plan komt, kijken we of het past binnen onze waarden en binnen de slogan ‘Samen je eigen weg!’ en zo ja, dan kan hij het uitvoeren. Soms zijn er ook wel ‘remmers en vertragers’, maar het is goed om scherp te blijven en kritisch te kijken of we echt de juiste dingen doen. Voor een schoolleider is het erg prettig als het team zelf actief, betrokken en enthousiast is.”
 
Borgen
“De Zandberg Academie is een mooi initiatief. Ik heb het subsidievoorstel van Michiel bekeken en er vanuit mijn expertise feedback op gegeven. Michiel heeft het vervolgens ingediend bij het LerarenOntwikkelfonds. Er was nog een andere subsidieaanvraag van ons goedgekeurd, Programmeren Code Kids, maar de leraar die dat project uitvoert is naar een andere school binnen ons bestuur gegaan. Het project gaat overigens wel door, we investeren nu als Zandberg een deel. Een subsidie moet een startimpuls zijn. Alleen als je zeker weet dat je de activiteit echt wilt invoeren in je onderwijsprogramma en er naderhand ook zelf in wilt investeren, moet je een project starten. Je moet de intentie hebben het programma te borgen en vooraf ook meenemen hoe je het wilt regelen qua menskracht en tijdsinvestering.”
 
‘Tonpraoten’
“De Zandberg Academie past goed bij onze uitgangspunten. De leerlingen maken niet alleen deel uit van hun eigen klas, maar ook van andere groepen. Ze ontplooien verschillende talenten en ze leren van elkaar. De activiteiten vinden plaats in een open ruimte in de school, die we delen met de tussen- en naschoolse opvang. Iedereen komt er langs. Leerkrachten en leerlingen zien dus wat er gebeurt en worden geprikkeld over hun eigen talenten na te denken. Steeds meer leerkrachten krijgen zin om ook zelf een groepje te begeleiden. Zo is er bijvoorbeeld een leraar gestart met ‘tonpraoten’. Tonproaten gebeurt hier in Breda tijdens carnaval, dan houdt iemand een komische redevoering van een minuut of twintig. Deze leraar doet dat al jaren en is nu bezig het aan een paar kinderen te leren.”
 
Stimulans
“Ik vind het LOF een mooie stimulans voor de ontwikkeling van leraren. Eerder werkte ik in het voortgezet onderwijs, daar zijn financieel gezien meer mogelijkheden dan in het primair onderwijs. LOF zet leraren in hun kracht doordat ze zelf een initiatief kunnen opstarten.” _
 
Meer informatie over De Zandberg Academie en de projecten: http://dezandbergacademie.nl
 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.