Richtsnoeren persoonsgegevens op internet

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft nieuwe, aanvullende, richtsnoeren bekend gemaakt in het kader van de bescherming van persoonsgegevens in relatie tot publicatie op internet.In eerste instantie zijn deze richtsnoeren gericht op openbaarmaking van overheidsinformatie op internet door gemeenten en andere overheidsorganen.De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) stelt grenzen aan de actieve openbaarmaking door overheidsorganen (hier valt bijvoorbeeld ook een bestuur voor openbaar onderwijs onder), voornamelijk indien hierdoor bovenmatig en/of niet ter zake dienende persoonsgegevens openbaar worden gemaakt. Met de richtsnoeren ‘Actieve openbaarmaking en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’ wil het CBP het eenvoudiger maken voor bestuursorganen om te beoordelen of publicatie van persoonsgegevens in het kader vanhun actieve openbaarmakingsplicht is toegestaan en zo ja, onder welke voorwaarden.In december 2007 heeft het CBP algemene richtsnoeren gepubliceerd over de publicatie van persoonsgegevens op internet. Met die algemene richtsnoeren maakt het CBP het voor particulieren, ondernemingen, organisaties en instellingen die van plan zijn persoonsgegevens op internet te publiceren eenvoudiger om te beoordelen of en onder welke voorwaarden publicatie op internet is toegestaan.Ook scholen verstrekken steeds meer informatie via internet. Hierop worden soms ook persoonlijke gegevens van bijvoorbeeld personeelsleden en leerlingen geplaatst. Het gaat dan om identificeerbare gegevens, hetgeen betekent dat deze gegevens tot de persoon te herleiden zijn. In tegenstelling tot het bijzonder onderwijs gelden voor het openbaar onderwijs (ook als zij deel uitmaken van een samenwerkingsverband) de regels van de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Voor die situaties waarin het recht op openbaarheid van informatie en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer samenkomen, heeft het CBP nieuwe richtsnoeren opgesteld, ter aanvulling op de eerste richtsnoeren. De nieuwe richtsnoeren zijn van nut in situaties waarin een belangenafweging moet worden gemaakt tussen het belang van openbaarheid van overheidsinformatie en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Als de belangenafweging ertoe leidt dat het bestuur op internet informatie gaat publiceren waarin persoonsgegevens zijn opgenomen, moet die publicatie ‘Wbp-proof ‘ zijn.Recente ontwikkelingen zorgen er voor dat steeds voorzichtiger omgegaan moet worden met het verstrekken van persoonlijke gegevens op internet. Als voorbeeld kan genoemd worden dat er “getwitterd” wordt uit naam van een bekende Nederlander zonder dat hij hier part noch deel aan heeft. Dit valt onder de term identiteitsdiefstal. Zijn gegevens zijn van internet gehaald. Dit betekent dat personen hetzelfde kunnen doen op naam van bijvoorbeeld de directeur van de school. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden.Een belangrijk aspect uit de Richtsnoeren is, dat het CBP onderscheid maakt tussen beroepshalve functioneren en privé. Zo stelt het CBP dat er rekening gehouden moet worden met de “publieke exposure” van de betreffende persoon. Dit betekent dat naarmate de persoon meer bij het publiek bekend is, zijn persoonsgegevens minder bescherming genieten. Deze constatering gaat in het onderwijs met name op voor de functie van (algemeen) directeur.Het CBP haalt ook een uitspraak van de rechter aan over de vraag of een vader geïnformeerd moet worden over de adresgegevens van de school waarop zijn dochter heeft gezeten. De rechter heeft bepaald dat de persoonlijke levenssfeer geëerbiedigd moest worden en hierdoor prefereerde boven het informeren van de vader.De nieuwe, aanvullende richtsnoeren, zijn te downloaden viawww.cbpweb.nl.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.