De AVS krijgt veel vragen over de nieuwe regeling in de CAO-PO 2006-2008 met betrekking tot de elkaar opvolgende dienstverbanden (de opvolger van de regeling korttijdelijken).In Kader Primair nr 4, pagina 5 is een artikel over de uitleg van de regeling verschenen. In dit artikel is vermeld dat de termijn van 36 maanden begint te tellen vanaf 1 januari aanstaande. Dit blijkt echter niet overeen te komen met de afspraken die gemaakt zijn.De CAO-partners geven de volgende uitleg aan de regeling:Artikel 3.5 en artikel 4.5 van de CAO-PO hebben als hoofdregel dat wanneer er 36 maanden is gewerkt (opeenvolgende dienstverbanden met niet meer dan drie maanden ertussen) het dienstverband automatisch of het eerstvolgende dienstverband voor onbepaalde tijd geldt. Deze vervangers worden niet in de benoemings/aanstellingsvolgorde genoemd omdat hun dienstverband automatisch wordt omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd (ook als er geen vacature is).Het is dus van groot belang dat de werkgever de termijn van 36 maanden nauwkeurig in de gaten houdt. De werkgever is namelijk in eerste instantie gehouden aan de benoemings/aanstellingsvolgorde (bijlage 1 E van de CAO-PO).Een vervanger kan een eigen wachtgelder worden (en daarmee dus in de benoemings/aanstellingsvolgorde voorkomen) doordat hij langer dan een jaar onafgebroken bij een bevoegd gezag in dienst is, of is geweest. Indien zich in een dergelijke situatie een vacature voordoet, doet de eigen vervanger mee in de benoemings-/aanstellingsvolgorde als eigen wachtgelder.Welke rechten hebben werknemers die regelmatig vervangen hebben voor 1 januari 2007? De termijn dat zij gewerkt hebben in tijdelijke dienstverbanden telt mee in de periode van 36 maanden. Werknemers die vanaf 1 januari 2004 gewerkt hebben in tijdelijke dienstverbanden kunnen dus op 1 januari 2007 voldoen aan de 36 maanden termijn.De overgangsregeling die de CAO partners onlangs zijn overeengekomen houdt in dat wanneer voor 1 augustus 2006 een tijdelijk dienstverband is aangegaan en die doorloopt tot een datum, gelegen op of na 1 januari 2007 waarbij de termijn van 36 maanden, zoals genoemd in artikel 3.5 lid 1 en 4.5 lid 1 van de CAO-PO wordt overschreden, zal eenmalig deze benoeming (artikel 3.5) dan wel deze aanstelling (artikel 4.5) niet gelden als aangegaan voor onbepaalde tijd. Een daarop volgende benoeming of aanstelling dient wel voor onbepaalde tijd plaats te vinden.De reden voor deze overgangsmaatregel is gelegen in het feit dat een werkgever voor 1 augustus jongstleden niet had kunnen weten dat er een nieuwe regeling korttijdelijken zou gaan gelden en zo dus ook niet zou kunnen voorkomen dat een dienstverband voor bepaalde tijd automatisch kan worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Overigens zal de situatie zich niet zo vaak voordoen dat er een dienstverband voor bepaalde tijd wordt aangegaan dat de 36 maanden overschrijdt.Naast de regeling van de 36 maanden termijn bepalen artikel 3.5 lid 3 en 4.5 lid 3, dat vervangers die een jaar in dienst zijn geweest (met onderbrekingen van niet meer dan drie maanden) en waarvan het dienstverband na deze 12 maanden wordt voortgezet zonder dat sprake is van vervanging dit geschiedt voor onbepaalde tijd. Als overgangsregeling geldt hierbij dat wanneer de betreffende werknemer voor 1 januari 2007 al heeft gewerkt deze periode meetelt in het criterium van de 12 maanden dat de arbeidsovereenkomst moet hebben geduurd.Mocht de school en/of het schoolbestuur toch nog in de problemen komen, waarbij gesteld kan worden dat hierdoor sprake is van apert onbillijke, kennelijk onredelijke, onbedoelde gevolgen van de invoering van de CAO PO 2006-2008 , dan kunt u op grond van artikel 1.2 CAO PO (de billijkheidsbepaling), de CAO-partijen verzoeken een passende oplossing vast te stellen.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws