PvdA wil ‘vliegende brigades’ voor zwakke scholen

Er moeten weer ‘vliegende brigades’ van ervaren schoolleiders en leerkrachten komen om zwakke scholen er weer bovenop te helpen. Dat stelde PvdA Tweede Kamerlid Staf Depla begin oktober voor. Depla neemt hierbij het vmbo als speerpunt, maar de constructie geldt ook voor de andere onderwijssectoren.Scholen die volgens de Onderwijsinspectie beneden de maat presteren moeten door deze brigades geholpen worden om hun zaken zo snel mogelijk weer op de rails te krijgen, vindt Depla. Hij wil dat scholen het aanbod krijgen vrijwillig gebruik te maken van de vliegende brigades. “Daarnaast vind ik dat zwakke scholen die te maken krijgen met een versnelde leegloop van leerlingen, niet meteen het volgende jaar gestraft moeten worden met een vermindering van hun vergoeding. Het schoolbestuur moet dan als tegenprestatie meewerken aan een verbeterplan en zich gedurende die periode onder ‘curatele’ laten stellen van deskundige hulp.” Ondanks dat het kabinet al veel doet aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs (impuls voor lerarenopleidingen, het verbeteren van taal- en rekenonderwijs, et cetera) meent Depla dat de leerlingen op zwakke scholen niet op kunnen wachten. Vliegende brigades bestonden tot 2002 in de grote steden, maar werden afgeschaft omdat andere gebieden er geen recht op hadden. In 2005 veegde de toenmalige CDA-minister Maria van der Hoeven van Onderwijs een voorstel om ze weer leven in te blazen, van tafel.Coalitiepartners CDA en ChristenUnie vinden het prima als ervaren schoolleiders en leerkrachten zwakke scholen op vrijwillige basis uit de brand proberen te helpen, maar zien hierbij echter geen stimulerende taak voor de Tweede Kamer weggelegd. Bovendien wijzen ze op het reeds bestaande hulptraject vanuit de Onderwijsinspectie. Depla: “De Inspectie inspecteert en beoordeelt wel, maar biedt geen hulp.” Onder andere besturenorganisatie VOS/ABB vind het huidige pleidooi van Depla voor dergelijke brigades overbodig, omdat zij naar eigen zeggen zelf al beschikken over vliegende brigades voor zwakke scholen. In een reactie zegt Depla dat hij van veel schoolbesturen te horen krijgt dat zij niet weten waar zij terecht kunnen als ze advies willen over kwaliteitsbeleid. En hij vraagt zich af hoe het kan dat er ondanks deze inspanning nog zoveel scholen zijn die zwak zijn? “Kennelijk komt de bestaande hulp nog lang niet altijd aan op de plaats van het ongeluk.” Depla vindt het een goed idee als aan deze trajecten meer bekendheid wordt gegeven. Hij komt tijdens de begroting terug op zijn voorstel en gaat er vanuit dan een positievere reactie te krijgen van het kabinet. “Zeker in primair onderwijs, waar schoolbesturen vaak kleiner zijn, verwacht ik dat de staatssecretaris het met me eens zal zijn en in actie zal komen.”G4 luiden noodklokIn het verlengde van de vliegende brigades doen de onderwijswethouders van de vier grote steden er nog een schepje bovenop: zij vinden dat de overheid sneller en harder moet ingrijpen op scholen die slecht functioneren, omdat de kwaliteit van het onderwijs in de vier grote steden onder druk staat en het niveau op sommige scholen op een onaanvaardbaar laag peil is gekomen. Dat schrijven de onderwijswethouders Asscher (Amsterdam), Geluk (Rotterdam), Dekker (Den Haag) en Den Besten (Utrecht) op 9 oktober in een noodbrief aan minister Plasterk en de staatssecretarissen Van Bijsterveld en Dijksma.Volgens de wethouders missen de huidige maatregelen, waaronder financiële impulsen, vaak hun beoogde effect. Ze willen dat zwakke scholen beter in de gaten worden gehouden door de Onderwijsinspectie, die geen vuist zou maken of dreigen met ministeriele sancties. “Zeer zwakke scholen die geen moer doen om de kwaliteit te verbeteren, moeten worden gesloten. Dat heeft een zuiverende werking richting andere scholen”, aldus Geluk in de Volkskrant (9/10). Asscher in Trouw (10/10): “Er is in ons land nog nooit een school gesloten vanwege slecht onderwijs. De Inspectie constateert wel dat het niet goed gaat en maakt afspraken over verbetering, maar als een school of schoolbestuur niet meewerkt, gebeurt er niets.” Hij en zijn collega-wethouders willen meer bevoegdheden krijgen om de scholen die geen kwaliteit leveren hard aan te pakken. Daarbij willen ze samenwerken met de Inspectie. Als scholen en schoolbesturen niet meewerken, moeten de gemeenten dit kunnen aankaarten bij het ministerie, waarop uiteindelijk sluiting van de school kan volgen, vinden de wethouders.Depla kan zich vinden in de noodkreet van de wethouders en de rol die zij voor zichzelf weggelegd zien, maar wil sluiting van scholen liever voorkomen. “We moeten daarom in eerste instantie zorgen voor een goede inspectie om zwakke scholen ‘op te sporen’, dan het schoolbestuur erop aanspreken, vervolgens scholen helpen om zich te verbeteren (vliegende brigade), hen eventueel vrijwillige onder curatele stellen, een bewindvoerder aanstellen en ouders adviseren er niet heen te gaan. De laatste noodgreep is het sluiten van de school. Dat laatste doen we te weinig. Het is positief dat staatssecretaris Dijksma hier niet voor terugschrikt. Wel moeten we de wetgeving aanpassen om deze escalatieladder goed in te vullen, zodat scholen – maar ook leerlingen en ouders – rechtszekerheid hebben.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.