Portretten

Vier verschillende schoolleiders vertellen over de inhoud en uitdagingen van hun vak. Een leerling, ouder, intern begeleider en bestuurder geven antwoord op de vraag: waar zou je zijn zonder de schoolleider? En leidinggevende uit het bedrijfsleven die veel contact heeft met schoolleiders, geeft tips.
 

‘De grootste uitdaging is dat iedereen zich gezien voelt’

Mirte van den Berg is schoolleider van rkbs De Twaalfruiter in Vleuten, de grootste basisschool van Nederland met ruim 1.300 leerlingen.

“Je hebt schoolleiders die meer manager zijn en schoolleiders die meer onderwijskundig leider zijn. Ik ben een onderwijskundig schoolleider en besteed relatief veel tijd aan onderwijskundige zaken, zoals een goede visie neerzetten en bewaken, en de regie zoveel mogelijk bij de leerkrachten neerleggen. Ik ben begonnen als leerkracht en kan nu als schoolleider mijn bijdrage leveren aan de kwaliteit van onderwijs. Voortdurend de onderwijskundige koers voor ogen te houden, geeft leidraad bij het maken van keuzes. Door onze strategische koers weet ik precies waar we als school naartoe willen werken. Het is belangrijk om die focus te houden, want de hele dag komt er van alles op je af waardoor je je makkelijk kunt laten afleiden. Door als een kip zonder kop rond te rennen, kom je niet vooruit in het onderwijs. Aan de andere kant: ik doe het niet alleen.

Ik heb een managementteam met vier teamleiders, waarbij we elkaars kwaliteiten kunnen benutten en taken kunnen verdelen. En natuurlijk een fantastisch, hardwerkend team van leerkrachten.

Door de grootte van de school kan ik niet altijd direct betrokken zijn bij de leerlingen en leerkrachten. Dat vind ik weleens jammer. De grootste uitdaging is dat iedereen zich gezien voelt in zo’n grote school. Daar let ik goed op. Goede communicatie is belangrijk, denk bijvoorbeeld aan de jaarlijkse formatie: even langs de leerkrachten lopen om zoiets te bespreken is er niet altijd bij. Door de grootte van de school is de verandering die we tot stand brengen ook significant.

Als je kijkt naar onze arbeidsvoor­waarden en salaris dan zou daar wel verandering in mogen komen. Je bent voor ouders ook niet meer vanzelfsprekend de vakman of vakvrouw. Je moet echt laten zien dat je kennis hebt. Maar waardering zit toch vooral in jezelf en in hoe tevreden ouders, kinderen en collega’s zijn. Daarin ben je zelf bepalend.”

‘Je moet heel duidelijk zijn in het begrenzen van verwachtingen’

Agnes Coolen is schoolleider van obs De Start, een kleine dorpsschool in De Moer met 28 leerlingen.

Mijn taken zijn dezelfde als die van elke andere schooldirecteur. Ik ben integraal schoolleider en daarnaast ook meerschools directeur. Hoewel maar één dag in de week schoolleider van De Start, moet alles wél gedaan worden. De maandelijkse financiële verantwoording naar het bestuur, maar ook organisatietaken als gebouwenbeheer en administratieve taken als school- en jaarplannen maken en MR- en OR-vergaderingen bijwonen.

De uitdaging van schoolleider van een kleine school zit ’m in een stukje afstand bewaren en professionaliteit bewaken. Onze school heeft een grote maatschappelijke functie in het dorp en ouders hebben er vaak ook een soort huiskameridee bij. Dat heeft veel voordelen: ik ken de kinderen, weet wat hun thuissituatie is, welke (groot)ouders erbij horen. Maar het brengt ook hoge verwachtingen bij ouders met zich mee. Meer nog dan wanneer je een grote school runt, moet je heel duidelijk zijn in het begrenzen van verwachtingen en aangeven waar grenzen liggen.

De afgelopen jaren hebben we veel tijd besteed aan het neerzetten van een mooi onderwijsconcept. Dat vind ik heerlijk om te doen. In mijn functie combineer ik het beste uit twee werelden: bezig zijn met de ontwikkeling van kinderen en zorgen dat de organisatie goed draait.

Het vak verdient wel meer respect. Mensen hebben al gauw het idee dat ze makkelijk op jouw stoel kunnen zitten en weten hoe het werkt in het onderwijs omdat ze bijvoorbeeld een kind op school hebben gehad.”
 

‘Het woord ‘druk’ probeer ik te vermijden’

Richard Kerver is (duo-)schoolleider van de Kentalis Prof. Huizingschool in Enschede, speciaal onderwijs (cluster 2) voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en kinderen die doof of slechthorend zijn.

“Als leerkracht en orthopedagoog ervoer ik op een gegeven moment te weinig uitdaging. Twaalf jaar geleden heb ik de keus gemaakt en een leiderschapsopleiding gevolgd. Ik kan soms niet voorspellen hoe een dag eruit zal zien. Ik wil niet alleen de directeur zijn die in zijn kantoor zit om beleid te maken. Ik probeer op de werkvloer aanwezig te zijn, waar nodig plan ik een observatie in een klas en ’s morgens begroet ik regelmatig de leerlingen bij binnenkomst. Als ik de kinderen ken, krijg ik zicht op de onderwijsbehoefte en ondersteuning die zij nodig hebben en kan ik beter beleid maken om dit – samen – te organiseren en faciliteren. Ik ben voorzitter van de commissie voor leerlingenzorg, waarin kinderen op individueel- of groepsniveau worden besproken. We kijken heel specifiek naar de taalontwikkelingsstoornis en doof/slechthorendheid van de leerlingen, volgen hoe de ontwikkeling verloopt, maar ook welke leraar goed bij een bepaalde groep past. Dit schooljaar hebben we het predicaat ‘goed’ gekregen van de inspectie.

Onderwijskundig leiderschap vind ik belangrijk. Maar de taak van de schoolleider is deels ook schooloverstijgend, zoals bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs binnen Kentalis beter verbinden en coöperatie met samenwerkingsverbanden initiëren. Wij zijn trouwens met twee schoolleiders, dat geeft de mogelijkheid om te sparren. Lastige uitdaging is om iedereen te betrekken bij het nemen van beslissingen: 72 medewerkers op één lijn krijgen is niet altijd even makkelijk en haalbaar.

Mensen hebben niet altijd door hoeveel facetten het vak van schoolleider kent en hoeveel ballen je in de lucht houdt; van strategisch, financieel en personeelsbeleid tot schoolontwikkeling en omgaan met ouders en stakeholders. Je hebt het in feite altijd druk. Dat woord probeer ik overigens te vermijden: ik ben lekker aan het werk, is mijn motto.”

‘In het onderwijs vinden we het heel gewoon wat we allemaal doen’

Rianne Zweers is schoolleider van montessorischool Oudaen in Deventer en was voorheen rayonmanager van 28 Bruna-vestigingen.

“In het begin moest ik erg wennen. Ik heb vaak het gevoel gehad dat ik het wiel opnieuw moest uitvinden. Bij een organisatie als Bruna heb je een groot stafbureau tot je beschikking. Sinds kort valt onze school onder een groter bestuur en is er meer ondersteuning. Het onderwijs is een complexe sector. Je hebt veel taken op je bordje, ook operationele zaken. Je moet uitkijken dat je je niet te veel richt op facilitaire taken en opgeslokt wordt door de waan van de dag.
De pure feedback van ouders en kinderen maakt het vak van school­leider zo leuk. Als schoolleider ben je erg gefocust op je eigen school en die autonomie is ontzettend fijn.

Geen dag is hetzelfde. Je bent ook behoorlijk vrij in de onderwijsinhoudelijke keuzes die je maakt. De rol van de intern begeleider is daarbij belangrijk. Toen ik begon als schoolleider was sturen op resultaten en opbrengstgericht werken minder gebruikelijk. Scholen kunnen leren van het bedrijfsleven als het gaat om efficiency en hoe je meer kunt doen met je geld.

Als schoolleider ben je geen manager, maar een leider waarin mensen vertrouwen moeten hebben. In mijn werk voor Bruna werkte ik met hoopgeleide mensen die bezig zijn met kennis in zich opnemen en innovatie. In het onderwijs is iedereen ook hoogopgeleid, dus dat lijkt behoorlijk op elkaar zou je denken. Toch is het een wereld van verschil. In het onderwijs vinden we het heel gewoon wat we allemaal doen. Er is een grote mate van vanzelfsprekendheid. Ik stimuleer mijn team om trots te zijn op wat ze doen en om te werken aan hun eigen professionaliteit en deze meer zichtbaar te maken.

De erkenning en waardering voor het vak van schoolleider vind ik onder de maat. Zeker als je het vergelijkt met het bedrijfsleven. Daar is de dynamiek weliswaar groot, maar in het onderwijs houdt het werk ook nooit op.”

‘Pak de ruimte die je hebt en wees niet te snel tevreden’

Sven Smit is directeur bij McKinsey & Company in Amsterdam en vanuit zijn rol als aanjager voor NL2025 al meerdere jaren actief op de Nationale Schoolleiders Top, waar schoolleiders sparren met leidinggevenden uit andere sectoren.

“Schoolleiders kunnen een enorm verschil maken als het gaat om de kwaliteit van onderwijs. Het is interessant om te zien dat ze heel verschillend invulling geven aan hun werk. Het is een moeilijk vak in een moeilijke context, denk ik. Elke school is anders, hoor ik schoolleiders vaak zeggen.

Ondanks de regeldruk uit Den Haag hebben scholen in werkelijkheid een grote mate van vrijheid om vorm te geven aan onderwijskwaliteit en schoolleiderschap. Ik vind het iedere keer weer leuk om te horen als zij met elkaar en mij praten over hun onderwijssituatie. Nog leuker vind ik het als ik dan een collega hoor zeggen: mag dat echt, kan dat wel? Dat leren van elkaar en de beste methodes als good practices met elkaar delen, dat mag van mij wel vaker. Het is een goede manier om enorme stappen vooruit te maken. Want dat laatste doen schoolleiders nog te weinig. Ze zijn wel individueel bezig met innovatie, maar de landelijke schaling gaat veel te traag. In het bedrijfsleven doen we niet anders; als iets goed werkt dan passen we dat zo snel mogelijk op grotere schaal toe. Mijn beeld is dat schoolleiders meer ruimte hebben om te innoveren dan zijzelf denken. Pak de ruimte die je hebt en wees niet te snel tevreden!’