Politici laten in Kader Primair hun licht schijnen op de gebeurtenissen in onderwijsland. Deze maand het woord aan Tofik Dibi 25, woordvoerder Onderwijs in de Tweede Kamer namens de GroenLinks-fractie.In tegenstelling tot mijn collega Kamerleden is het niet zo gek lang geleden dat ik op de basisschool zat. Ik ben begonnen op een katholieke basisschool in Vlissingen en vervolgens terechtgekomen op een zwarte school in Amsterdam. Hoewel op beide scholen ontzettend veel betrokken mensen werkten, stonden de scholen toch in schril contrast met elkaar. De leerkrachten en schoolleiding in Vlissingen legden de nadruk op de klassikale kennisoverdracht van leerkracht op leerling. Er was ruimte voor allerlei buitenschoolse activiteiten en de ouders werden nadrukkelijk betrokken bij de ontwikkeling van het kind.School was leuk. Dat vond ik, dat vonden mijn ouders, dat vond de juf en dat vond de schoolleiding.In Amsterdam waren de leerkrachten en de schoolleiding met hele andere dingen bezig. De leerkrachten controleerden of de kinderen wel hygiënisch waren. Zo werd er geregeld onderzocht of de leerlingen hun tanden wel hadden gepoetst en hun nagels hadden geknipt. De ouders waren zelden te bekennen op school en de leerkrachten waren niet vies van de corrigerende tik. School was stressvol. Dat vond ik, dat vonden mijn moeder, dat vond de juf en dat vond de schoolleiding.Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en scholen zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen. De laatste jaren krijgen scholen steeds meer de rol van opvoeder. Het primair onderwijs kan kinderen alleen voorbereiden om volwaardig deel te nemen aan de moderne samenleving, als alle betrokken partijen investeren. Ouders, leerlingen, leerkrachten, schoolleiding en politiek moeten een steentje bijdragen om ervoor te zorgen dat elk kind goed terechtkomt. De juf moet zich geen zorgen maken over of de leerling alweer niet heeft ontbeten, maar of de leerling leert rekenen en spellen.Als we de verhalen moeten geloven bevinden de minister en de staatssecretarissen van Onderwijs zich volop in het onderwijsveld om de kwaliteit van het onderwijs een flinke impuls te geven. Vol verwachting klopt het hart van GroenLinks. Ik zal al hun bevindingen waarderen op inhoud, maar één ding staat vast. Iedereen in mijn omgeving kan een favoriete juf of meester noemen. Er is niemand die zich achter de oren hoeft te krabben om een leuke herinnering aan de basisschool op te rakelen. Dit kabinet moet het primair onderwijs de erkenning en het plezier teruggeven dat zij verdient en nodig heeft om kwaliteit te bieden.Erken leerkrachten door ze beter te belonen. Erken scholen door ze beter te belonen als ze veel achterstandsleerlingen onderwijzen. Schep goede doorgroeimogelijkheden voor de leerkracht en biedt scholen de ruimte een eigen invulling te geven aan het onderwijsprogramma. Betrek ouders bij de ouderavonden en de beleidsvorming. Honderd dagen polderen is nergens voor nodig. We weten allang wat nodig is. Als onderwijs echt zo belangrijk is, maak het dan ook leuk.BronKader Primair 8 – april 2007Meer informatieTekst: Tofik Dibi
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.