Politieke column – Samen verder kijken

Tot de zomervakantie laten politici in Kader Primair hun licht schijnen op de gebeurtenissen in onderwijsland. Deze maand het woord aan Eric Balemans, Tweede Kamerlid en woordvoerder Onderwijs namens de VVD.Rust, orde en regelmaat. Dat is vaak waar het onderwijsveld de politiek om vraagt na de ingrijpende veranderingen van de laatste 15 jaar. Zeker omdat de effecten van al die structuurwijzigingen niet allemaal een groot succes bleken. Successen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst is een bekende reclame. Eveneens geldt gelukkig dat mislukkingen uit het verleden ook geen garantie voor de toekomst zijn. Van de fouten kunnen zowel politiek, maar ook het onderwijsveld leren. Dat verleden heeft wel geleid tot een groeiend wantrouwen tussen onderwijsveld en politiek. Neem nu het plan van de VVD over de voor- en naschoolse opvang. De commotie die ontstond toen Jozias van Aartsen het idee opperde voor een andere aanpak, leidde tot reacties die nauwelijks gebaseerd waren op de inhoud: Ophokplicht voor kinderen niet in belang van het kind, Leerkracht is geen opvangouder of kinderoppas, Kwaadheid, lacherigheid en schrik over onzalig plan. Zomaar wat citaten uit het veld in de eerste weken na de lancering. Het is bijna kenmerkend voor Nederland. Nieuwe ideen worden niet gezien als een uitdaging, maar als een bedreiging. De eerste reactie is er een van Kan niet, mag niet, moet niet. Voor een belangrijk deel is dat terug te voeren op het wantrouwen dat ontstaan is door de ervaringen uit het verleden. In debatten over beleid lijken onderwijsveld, ministerie en politiek daardoor steeds tegenover elkaar te staan, terwijl zij juist elkaar veel meer zouden moeten aanvullen. Het primaat van het onderwijs berust niet bij n van deze partijen, maar bij allen gezamenlijk. Bij de beoordeling van plannen is het daarom veel beter om te bedenken: Waarom is dit plan bedacht? Welk probleem wil men er mee oplossen? En is de oplossing die gegeven wordt de beste? Zijn er alternatieven om het plan te verbeteren? Daarbij is het van wezenlijk belang om ook vatbaar te zijn voor positieve bijdragen van anderen en verbetering van de plannen. Dat geldt ook voor de voor- en naschoolse opvang. In Nederland lijkt het erop dat ieder onderwerp een politiek issue moet worden. In Denemarken, Zweden, Noorwegen, maar ook Belgi en Duitsland is het nooit een politiek issue geweest. Politiek links en rechts, het onderwijsveld en de regering hebben daar al jaren geleden onderkend dat de veranderende samenleving gebaat is bij een goede kinderopvang met een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling. Ieder speelt daar de rol die bij hem of haar hoort. De overheid is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden. De scholen voor het (laten) organiseren en de professionele kinderopvangorganisaties zorgen voor de uitvoering. Door samenwerking in het belang van het onbezorgd leren en spelen van t kind kunnen we ook in Nederland afkomen van het gesjouw met kinderen en van de drempels voor ouders om arbeid en zorg te combineren. De leerkracht is dan geen kinderoppas en de kinderopvang zorgt voor een deel van de invulling van de vrije tijd van kinderen. En daar gaat het de VVD om. Nu de eerste stofwolken zijn opgetrokken constateer ik met vreugde dat de mensen die het allemaal vorm moeten geven er nu ook een succes van willen maken. Zo uitdagend is het om gezamenlijk met onderwijs en opvang bezig te zijn.Auteur: Eric BalemansIedere maandKader Primair 9 – mei 2006

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.