De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Dijksma ingestemd met de invoering van een discretionaire bevoegdheid om een goed presterende, maar te kleine school in stand te kunnen houden. Het voorstel biedt de minister van OCW de mogelijkheid om een school met minder dan 23 leerlingen toch te bekostigen.Voorwaarde voor zo’n kleine school is dan wel dat deze een perspectief heeft op de toename van het aantal leerlingen en over ‘voldoende kwaliteit’ beschikt. Verder speelt mee of er scholen in de directe omgeving aanwezig zijn. Het kan in het kader van de leefbaarheid namelijk uitmaken of het gaat om de laatste school in een dorpskern. Voor scholen die na 1 augustus 2008 zijn opgeheven en mogelijk geholpen zouden zijn met dit wetsvoorstel, biedt het een overbruggingsmaatregel. Deze scholen ontvangen tijdelijk bijzondere bekostiging en kunnen, zodra het wetsvoorstel in werking is getreden, alsnog een beroep doen op de discretionaire bevoegdheid van de minister van OCW. Ook wordt het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst eenvoudiger gemaakt. De eis komt te vervallen dat zich binnen een straal van 2,5 kilometer van de desbetreffende school geen andere school van dezelfde richting bevindt. Het vervallen van die eis komt voort uit het kabinetsbeleid dat het bevorderen van de menselijke maat in het onderwijs als prioriteit heeft
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.