Plan uitbreiding kleuterperiode vergt zorgvuldigheid

De Onderwijsraad wil dat basisscholen vijf ochtenden gaan verzorgen voor alle driejarigen. De herziene kleuterperiode biedt, als het aan de raad ligt, voor alle drie-, vier- en vijfjarigen een breed ontwikkelingsprogramma. In zijn advies `Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool´ pleit de raad voor een pedagogisch aanbod voor alle driejarigen, publiek bekostigd en verzorgd door de basisschool. Ouders bepalen voor de drie- en vierjarigen zelf of zij gebruik willen maken van dit aanbod. De AVS waarschuwt voor een te overhaaste invoering van het advies van de Onderwijsraad, ten koste van kwaliteit en personeel.

Vrijwel alle driejarigen gaan nu al naar een kinderdag­verblijf, peuterspeelzaal of voorschool (15 procent achterstandsleerlingen), waarbinnen de kwaliteit sterk schommelt. Een gemiste kans, stelt de Onderwijsraad. Tussen hun tweede en zesde jaar zetten kinderen enor­me stappen in hun ontwikkeling. Kinderen zullen zich in deze cruciale fase het beste ontwikkelen wanneer zij hierbij begeleid en gestimuleerd worden door gekwa­lificeerd personeel, vindt de raad. In Vlaanderen is het al de dagelijkse praktijk dat de basisschool een aanbod heeft voor alle driejarigen; vrijwel alle ouders en kinde­ren maken daarvan gebruik. De Onderwijsraad stelt voor dat alle driejarigen de mogelijkheid krijgen om vijf ochtenden te spelen en leren in een pedagogisch rijke omgeving. Een aanbod van vijf ochtenden maakt het mogelijk dat kinderen ´s middags thuis of op de naschoolse opvang kunnen slapen. Op termijn is uitbreiding naar negen dagdelen mogelijk, zoals gebruikelijk is in Vlaanderen. De basis­school is verantwoordelijk voor het aanbod en goed opgeleide leerkrachten begeleiden de kinderen. Een echte specialisatie op de pabo voor het jonge kind zal de kwaliteit van de leerkrachten voor het jonge kind waarborgen. De basisscholen kunnen volgens de Onderwijsraad nu al gaan werken aan een programma voor drie­, vier­en vijfjarigen door het aantal wendagen voor driejarigen uit te breiden en door de leerkrachten van de onderbouw speel/leeractiviteiten te laten doen in de ochtenden bij de kinderopvang. De raad berekent dat de versterking van de kleuterperiode slechts een beperkte extra investering vraagt (circa 100 tot 200 miljoen). Middelen voor de huidige voorzieningen in de ochtenden kunnen immers voor dit programma worden ingezet.

Te lichtvoetig
AVS­voorzitter Ton Duif vindt het een goede zaak als het onderwijs haar verantwoordelijkheid uitbreidt tot driejarigen, maar stelt dat de manier waarop en de snelheid waarmee beter onderzocht moet worden. “Over de invoering denkt de Onderwijsraad veel te lichtvoetig. We moeten gezamenlijk goed bekijken wat we willen en de invoering voldoende faciliteren. Ik ben er bijvoorbeeld niet voor om al in de kleuterperiode leerlijnen en resultaatverplichtingen in te voeren. Maar het gaat om kinderen; mislukken mag geen optie zijn.” De kostenraming van de Onderwijsraad is volgens Duif een veel te grove schatting en wellicht onvoldoende. “Veel schoolgebouwen zullen aangepast moeten wor­den, het zittende personeel zal uitvoerig (bij)geschoold moeten worden en bovendien moet er voldoende per­soneel zijn om een kwalitatief hoogwaardig aanbod neer te kunnen zetten. En dat personeel moet ook naar behoren betaald worden. Een te snelle invoering zou beteken dat al deze voorwaarden, in ieder geval in eer­ste instantie, niet ingevuld kunnen worden. En dat is onacceptabel.”

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.