De financiële opzet van pensioenen
Schoolleiders zijn bij ABP verzekerd voor meerdere pensioenproducten: ABP KeuzePensioen of ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheids- pensioen. Voor een aantal mensen voert ABP daarnaast nog de FPU-regeling uit. Deze pensioenen hebben hun eigen doel bijvoorbeeld ouderdom of arbeidsongeschiktheid en begunstigde bijvoorbeeld de werknemer zelf of diens nabestaanden. Daarnaast geldt dat deze pensioenen op verschillende manieren gefi nancierd zijn en gebaseerd zijn op een bepaald pensioensysteem.

De twee belangrijkste manieren om pensioen te fi nancieren zijn kapitaaldekking en risicodekking. Bij ABP zijn het ouderdomspensioen ABP KeuzePensioen en nabestaandenpensioen bij overlijden na 65 jaar, gebaseerd op kapitaaldekking. De premie die u betaalt wordt in een gezamenlijk fonds, één grote geldpot, beheerd. Maar als u weggaat bij het pensioenfonds, is er een echte eigen aanspraak beschikbaar die meegenomen kan worden naar een ander pensioenfonds. Bij een pensioen dat gebaseerd is op risicodekking wordt premie betaald om een risico af te dekken. Net als bij een brandverzekering betaalt u ieder jaar een bedrag. Gebeurt er niets dan bent u het geld kwijt, maar als het fout gaat bent u verzekerd, zodat u een bepaald bedrag krijgt dat de schade dekt. Het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór 65 jaar is bij ABP op ongeveer dezelfde manier gefi nancierd. Iedere maand betaalt u een risicopremie en daarmee zijn uw nabestaanden verzekerd van een pensioen in het geval u overlijdt vóór uw 65e. Naast kapitaaldekking en risicodekking is er nog een derde fi nancieringswijze: de rentedekking. Bij ABP wordt deze fi nancieringswijze gebruikt om de arbeidsongeschiktheidspensioenen te fi nancieren. Op het moment dat iemand arbeidsongeschikt wordt, wordt in één keer het hele bedrag voor alle toekomstige uitkeringen door alle andere ABP-deelnemers samen opgebracht. Om de premie vooraf vast te kunnen stellen, wordt jaarlijks een schatting gemaakt van het aantal mensen dat in het komende jaar arbeidsongeschikt zal raken. Ook deze ingelegde premie levert geen eigen aanspraak op.

Opbouw
Het opbouwen van een pensioenaanspraak mag volgens de Pensioenwet op drie manieren plaatsvinden. Wanneer u als schoolleider uw werknemer een aanbod doet voor pensioen, moet u op grond van die wet kiezen uit een premieovereenkomst, kapitaalovereenkomst en een uitkeringsovereenkomst. De premieovereenkomst ook wel bekend als defined contribution is een pensioensysteem waarbij de premie maandelijks wordt omgezet in individuele beleggingen. De werknemer deelnemer weet dus de hoogte van het bedrag dat iedere maand belegd wordt, maar hij of zij weet niet hoeveel aan het einde van de rit aan vermogen opgebouwd zal zijn. Het vermogen dat uiteindelijk aanwezig is, wordt op het moment van pensioneren omgezet in een maandelijkse uitkering. Als deelnemer in de regeling met een premieovereenkomst liggen twee belangrijke risicos bij de deelnemer. Ten eerste kunnen de rendementen tegenvallen en dan is het vermogen op het moment dat de deelnemer wil stoppen met werken lager dan verwacht. Ten tweede speelt het langlevenrisico bij dit pensioensysteem een rol. Nu worden ouderdomspensioenen gemiddeld zon 17 jaar uitgekeerd. Als later blijkt dat de mensen gemiddeld honderd jaar oud worden, moet het pensioen niet 17 maar 35 jaar uitgekeerd worden. Het vermogen dat klaar staat op het moment dat de deelnemer met pensioen wil gaan, zal dan over meer jaren verspreid moeten worden. De tweede pensioenvorm, de kapitaalovereenkomst, haalt het rendementsrisico weg bij de deelnemer. Iedere maand wordt er een premie betaald, waarbij vooraf afgesproken wordt hoeveel vermogen hiermee opgebouwd zal moeten worden. Op deze manier is het te verwachten vermogen op het moment dat de deelnemer wil stoppen met werken bekend, maar het langlevenrisico blijft voor de deelnemer bestaan. De derde pensioenvorm, de uitkeringsovereenkomst, wordt in de pensioenregeling van ABP gebruikt om pensioen op te bouwen. Op het moment dat iemand premie betaalt, wordt niet vastgelegd hoeveel vermogen dit uiteindelijk op moet leveren, maar hoeveel aan maandelijkse uitkering ná pensioneren dit waard zal moeten zijn. De deelnemer weet dus direct dat de betaalde premie vanaf 65 jaar een levenslange uitkering zal opleveren, ter hoogte van bijvoorbeeld vijftig euro per maand. Er is dus sprake van een, onder voorwaarden, vast gedefi nieerde opbrengst. Ook wel defined benefit genoemd. Voor elk van de pensioensystemen valt iets te zeggen. Vanuit het oogpunt van de deelnemer lijkt een uitkeringsovereenkomst het meest profi jtelijk: de deelnemer weet nauwkeuriger wat het te verwachten pensioen is dan bij een premieovereenkomst. Voor die zekerheid moet natuurlijk wel iets betaald worden. Die kosten zijn meegenomen bij het bepalen van de pensioenpremie die de deelnemer maandelijks betaalt.

Bron
Kader Primair 7 – Maart 2007

Meer informatie
Tekst Piet van Mil, ABP

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws