De Tweede Kamer heeft tijdens het Algemene Overleg op 18 oktober groen licht gegeven voor de verdere ontwikkeling naar Passend Onderwijs. Deze volgende fase is aangeduid als kwartiermaken. Minister van der Hoeven wil vóór de komst van het volgende kabinet eind november een aantal kaders uitgewerkt zien.

Vlak voor het kamerdebat op 18 oktober verscheen een onderzoeksverslag van SearchPrimair over de houding van schoolleiders tegenover de Zorgplicht. Dit onderzoek leidde in de media tot de nodige verwarring, omdat de vraagstelling meer leek afgestemd op de situatie van een jaar geleden. Het onderzoek heeft verder geen noemenswaardige invloed gehad op het debat. In het centrale overleg met zowel ouder- en onderwijsorganisaties als het ministerie is de grote lijn besproken van wat straks Passend Onderwijs voor elke leerling moet worden. Het gaat daarbij om zaken als: Wat is nu eigenlijk Zorgplicht? Wat betekent dat voor besturen, leidinggevenden, leerkrachten en ouders? Welke randvoorwaarden zijn er nodig? Wat wordt de positie van speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs? Daarover wordt door de onderwijsorganisaties zeer verschillend gedacht en dat maakte het overleg boeiend maar niet gemakkelijk. Bovendien hebben ouderorganisaties uitgesproken opvattingen die soms haaks op die van de onderwijsorganisaties staan. Vanuit de zogeheten Kaderlijn is een hoofdlijnennotitie naar de minister en de Tweede Kamer gestuurd. Daarin schetsen de betrokken organisaties, waaronder de AVS, een globaal beeld van de kern van Passend Onderwijs en de randvoorwaarden daarbij. Vooral van belang is een geleidelijke ontwikkeling vanuit de nu bestaande structuren. Na het kamerdebat over Passend Onderwijs van 2 februari 2006 zijn er veel activiteiten op gang gekomen. Zo zijn ouderorganisaties tijdens studie- en werkbijeenkomsten met ouders intensief bezig geweest met de positie van de ouders. En voor het onderwijsveld zijn er overal in het land enkele honderden zogenaamde Veldbijeenkomsten gehouden. Uit het uitgebreide verslag daarvan blijkt dat er nog zeer verschillend gedacht wordt over uitwerkingskwesties, maar dat er over het algemeen een positief gevoel is dat het anders en beter kan.

 

Alternatieven
De lange termijnontwikkeling naar Passend Onderwijs is niet los te zien van de groei van het voortgezet speciaal onderwijs. Afgelopen schooljaar blijkt de deelname aan het speciaal onderwijs verder toegenomen te zijn. Met name in cluster 4 en in het voortgezet speciaal onderwijs is er sprake van een forse groei. Behalve een toename van leerlingen op scholen voor speciaal onderwijs is vooral ook het aantal kinderen met een rugzak gegroeid. Veel meer dan in de onderwijsbegroting voorzien was. Dat leidt tot financiële problemen voor het ministerie. In opdracht van de minister heeft daarom een aantal onderzoeken plaatsgevonden: naar de indicatiestelling, plaatsingsproblemen en thuiszitters, en een vergelijkend onderzoek naar de situatie in België. In de nabije toekomst zullen twee alternatieven nader worden onderzocht: een andere vorm van bekostiging budgetfinanciering en een model waarbij in duur en omvang van de rugzak variaties mogelijk worden.

De neerslag van alle activiteiten rondom Passend Onderwijs zijn terug te vinden op http://www.passendonderwijs.nl/

Actueel
Kader Primair 3 – november 2006

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws