Ouders zijn tevreden over het voornemen van staatssecretaris Van Bijsterveldt om het aantal weken zomervakantie in het voortgezet onderwijs in te korten van zeven naar zes weken. Hierdoor wordt het aantal weken zomervakantie gelijk getrokken met het basisonderwijs. Ruim 71 procent van de ouders met schoolgaande kinderen kan zich goed vinden in deze maatregel, blijkt uit een steekproef op verzoek van het ministerie van OCW.In plaats van de zeven weken zomervakantie zouden voleerlingen zes weken zomervakantie krijgen en vijf roostervrije dagen. Tijdens deze dagen kunnen docenten nietlesgebonden werkzaamheden uitvoeren. De maatregel leidt tot een betere spreiding van het werk en tot minder lesuitval.De AOb wijst erop dat een meerderheid van de Kamer de schoolvakantie een zaak van het onderwijs zelf vindt. De MR moet hier volgens de bond afspraken over maken. De AOb pleit voor een betere spreiding van lessen over het jaar, met meer dagen les, minder lesuitval door roosterproblemen en collectieve studiedagen, en toch een goede arbeidrustverhouding. De bond wil het jaar beter indelen, zodat een leerling als deze op school zit ook les krijgt en vrij heeft als ie vrij is. Voor een grote groep leerkrachten zou het verkorten van de vakantie volgens de AOb een reden zijn het onderwijs te verlaten, terwijl er al sprake is van een lerarentekort. Voordat de maatregel daadwerkelijk wordt ingevoerd, zal er uitgebreide voorlichting plaatsvinden. Binnenkort maakt het ministerie bekend vanaf welk schooljaar de maatregel gaat gelden.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.