Op weg naar een nieuw curriculum

Het is een organisatie van jewelste, ‘Curriculum.nu’, waarin circa 130 leraren en 18 schoolleiders zich sinds begin 2018 in ontwikkelteams buigen over de herziening van negen leergebieden in het funderend onderwijs. Zo’n anderhalf jaar lang kwamen zij vanuit het hele land regelmatig bijeen en werkten ze samen met ontwikkelscholen die ideeën van feedback voorzagen. Ook consulteerden ze deskundigen, vakverenigingen, wetenschappers, leerlingen en vertegenwoordigers van vervolgopleidingen en maatschappelijke organisaties. Tot en met 11 augustus kan iedereen reageren op de conceptvoorstellen.

De inspanningen van de ontwikkelteams en hun adviseurs hebben geleid tot een serie conceptvoorstellen voor de herziening van het curriculum. Voorop staat dat de doorlopende leerlijnen van primair naar voortgezet onderwijs sterk verbeteren. Die overgang is nu nog te vaak een breuk, waar dat straks een logische doorstroming moet worden. Die moet ook voor elke leerling nagenoeg hetzelfde verlopen, oftewel: eenduidige doelen van de leergebieden. Waar dat nu nog vaak ietwat vaag is geformuleerd, moeten scholen straks heel helder voor ogen krijgen wát een leerling moet weten en kunnen. Hóe ze dat willen vormgeven, bepalen de scholen zelf, naar eigen deskundig inzicht. Een ander speerpunt is het verbeteren van de samenhang tussen de vakken.
 
Feedbackfase
Alle voorstellen hiervoor liggen tot en met 11 augustus aanstaande voor iedereen ter inzage (zie Curriculum.nu) en mogen van commentaar en aanvullende ideeën worden voorzien. Een unicum in onderwijsland, zo mag je zo’n brede aanpak vanuit het werkveld gerust noemen. Waar voorheen het primair en voortgezet onderwijs herzieningen maar zo’n beetje ‘te pikken’ hadden, hebben de onderwijsprofessionals het nu zélf voor het zeggen.
Michelle Struick, directeur van basisschool Het Landje in Rotterdam en AVS-lid, zit in het ontwikkelteam Kunst & Cultuur. Haar school profileert zich door kunstzinnig onderwijs te bieden. “Ik zie dagelijks het plezier, effect en de meerwaarde van kunst op school. Als je als beroepsgroep de kans krijgt mee te denken over iets dat je zo belangrijk vindt, moet je dat aangrijpen.” De afgelopen anderhalf jaar ervaarde Struick als inspirerend en intensief. “Er voor zorgen dat alle betrokkenen zichzelf in de tekst en uitwerking herkennen, is best een uitdaging. Ik vond het heel mooi om met z’n allen vast te stellen wat de essentie is van kunstonderwijs. Waarom is het onmisbaar in de ontwikkeling van ieder kind en wat is de meerwaarde ervan voor de samenleving? Die vraag probeerden wij als team te beantwoorden. Ik ben heel benieuwd naar de feedback van collega’s op onze voorstellen.”
 
Theo Douma, voorzitter van de coördinatiegroep van Curriculum.nu, voelt dezelfde nieuwsgierigheid. “De ­consultatieronde die nu is begonnen, is heel belangrijk. We willen echt graag horen wat de rest van het werkveld ervan vindt.” Overigens gaat niet álles op de schop, haast Douma te zeggen. “Sinds de laatste grote herziening twaalf jaar geleden zijn er ook een heleboel goede tussentijdse aanpassingen geweest binnen de vakgebieden. Als iets goed is, dan blijf je daarvan af. We willen niet veranderen om te veranderen.”
 
Feestje
“Het is een feestje om te mogen begeleiden”, zegt Curriculum.nu-voorzitter Douma met onverholen trots over afgelopen periode. “Als je onderwijsmensen bij elkaar zet en hen laat putten uit deskundigheid en ervaring, dan barst er heel veel inspiratie los. Natuurlijk kun je ervoor kiezen om alleen deskundigen een curriculum onder de loep te laten nemen. Hen hebben we ook zeker laten meekijken en -denken. Maar de mensen die het op de werkvloer moeten doen en die al jaren tegen onvolkomenheden aanlopen, kunnen daarin prima de leiding nemen.”
Gijs de Groot, leraar in groep 7/8 op CKC De Rietzanger in Eelderwolde, meldde zich anderhalf jaar geleden aan voor het ontwikkelteam Burgerschap. “Ik zag de oproep en dacht: dit gaat echt iets in beweging zetten en daar wil ik bij zijn.” Burgerschap is een leergebied dat het team van de grond af aan moest opbouwen. “Er was nog niets. Dat is lastig en tegelijkertijd een hele mooie uitdaging. We hebben eerst een conceptvisie op burgerschap opgesteld en die aan diverse experts voorgelegd. Het was mooi om te zien dat onze ervaring in het werkveld aansloot bij wat deskundigen op dit gebied als kernpunten zagen. Het was en is nog wel zoeken bij welke schoolvakken je bepaalde inhouden wilt onderbrengen. Hopelijk willen onderwijsprofessionals daar in de huidige feedbackronde verder over meedenken. Het is een kans om vanuit onze eigen expertise bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs.”
Gerrie Haije, schoolleider van jenaplanschool de Oostpoort in Delft, werkte samen het ontwikkelteam Burgerschap: “Ik vond het een mooie uitdaging om als ontwikkelschool bij te dragen aan Curriculum.nu. Burgerschap is al jaren onderdeel van ons onderwijs, maar we wisten nooit wat het precies moest inhouden. De ideeën die wij aangedragen kregen vanuit het ontwikkelteam, stemmen mij heel hoopvol. Leerkrachten bekeken ze, maar we stelden ook aan kinderen van groep 6, 7 en 8 relevante vragen. Samen met reacties van ouders konden we gedegen feedback aanleveren. Ik heb dat als heel waardevol ervaren. We mochten er met onze neus bovenop staan. Ik vind dat het ontwikkelteam een heel mooi voorstel heeft afgeleverd; het is helder geworden wat we willen bereiken met dit leergebied.”
 
Teacher in the lead
De teacher in the lead was al langer een onderwijsvernieuwende aanpak in Canada en de ervaringen waren goed: leraren en schoolleiders krijgen en nemen samen weer verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit. “Dat was natuurlijk best even wennen in Nederland”, geeft Douma toe. “En we hebben tijdens het hele proces steeds moeten bijleren over en bijschaven aan hoe je zoiets het beste vormgeeft. We wilden vooral níet rigide zijn. Niet zeggen: we maken op papier een planning voor dit ontwikkelproces en zo gaan we het precies uitvoeren. We kozen ervoor het proces steeds dynamisch te houden.” Zo bleek er vanuit de ontwikkelteams behoefte aan extra overlegrondes met vakinhoudelijke deskundigen. Douma: “Teacher in the lead betekent dat je dergelijke wensen honoreert.”
De huidige herziening is een vervolg op ‘Onderwijs2032’, dat bestond uit een brede coalitie van onderwijsbetrokkenen. Zij stelden een visie op over de toekomst van het onderwijs, waarop de Tweede Kamer enkele ingrijpende aanpassingen aanbracht. Die verdere ontwikkeling van het curriculum zette zich daarna voort onder de naam Curriculum.nu.
Minister Arie Slob heeft het hele proces met belangstelling gevolgd en hecht grote waarde aan de aanpak. “Het sterkste punt van deze opzet is dat de curriculumherziening van onderop komt. De voorstellen komen van leraren en schoolleiders zélf.” Dat de herziening nodig was, staat voor hem buiten kijf. “We willen leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op hun toekomst. Het primaire doel van de herziening is daarom – waar nodig – de landelijke onderwijsdoelen te actualiseren, zodat deze zo goed mogelijk aansluiten op de veranderende samenleving en arbeidsmarkt. Dat is voor het laatst gebeurd in 2006, dus de tijd is rijp.”
 
‘Iedereen doet maar wat’
Douma beaamt dit. “De doelen voor het funderend onderwijs zijn simpelweg niet meer toegesneden op de toekomst, maar zelfs ook niet meer op de leerlingen van nu. Sinds 2006 is de maatschappij enorm veranderd. Er zijn andere vraagstukken. En denk ook eens aan de toegenomen digitalisering.” Daarom is als nieuw leergebied ‘Digitale geletterdheid’ in de herziening opgenomen. Het moet jonge mensen weerbaar maken in een wereld van fake news en sociale media, maar ook beter opleiden op het gebied van ict. “Het bedrijfsleven schreeuwt daarom”, zegt Douma. “Er zijn echter nog geen heldere kerndoelen die scholen zeggen wat ze hun leerlingen dan zouden moeten leren. Onaardig gezegd: iedereen doet maar wat.” Met als gevolg, zo stelt Douma vast, dat het niveau van leerlingen op dit gebied onderling verschilt. “In de brugklas zie je dat de ene leerling nog helemaal niets weet van de digitale wereld, terwijl de ander zegt: dat heb ik al lang in groep 6 gehad.”
Niet alleen voor digitale geletterdheid, ook voor de andere acht leergebieden die zijn bekeken moet gelden dat die niveauverschillen verdwijnen. Het voorkomt onnodige herhaling van lesstof en daarmee een overladen lesprogramma. Douma: “Scholen moeten zó veel. Als we nu eens duidelijk vaststellen wanneer de leerling wat moet kennen of kunnen, krijgen leraren meer lucht. Nu moeten ze voor hun gevoel allemaal bordjes tegelijk in de lucht houden en zelf inschatten of die voldoende zijn voor hun leerlingen.”
 
Opgeruimd lesprogramma
Die lucht en ruimte gelden voor leraren, maar ook voor scholen als geheel, is de gedachte achter Curriculum.nu. Met een helder en ‘opgeruimd’ lesprogramma, komt er tijd vrij om dat aan te vullen met activiteiten die de schoolidentiteit benadrukken. Uitgangspunt is dat deze curriculumherziening straks voor 70 procent heeft vastgesteld wat de kerndoelen en eindtermen in het leerplan zijn. “De overige 30 procent is straks vrij te besteden”, zegt Douma. “Het lijkt misschien alsof deze herziening restricties biedt, want we willen immers zaken nauwkeuriger vastleggen. Maar juist door afschaffing van vage kerndoelen en eindtermen en daardoor niveauverschillen, creëren we rust en daarmee vrijheid voor scholen.”
De ontwikkelteams kregen dan ook de nadrukkelijke opdracht een visie te ontwikkelen op wát leerlingen moeten kennen en kunnen, niet op hóe dat moet gebeuren. Douma: “Scholen zijn de deskundige instituten die straks hun eigen didactische beleid bepalen. Hoe zij bijvoorbeeld digitale geletterdheid willen onderbrengen, als apart vak of geïncorporeerd in andere vakken, is aan hen. Ze kennen straks de onderwijsdoelen en de weg daar naartoe vullen ze zelf in naar eigen inzicht en ­identiteit.”
 
Meer weten en/of feedback geven?
Op www.curriculum.nu kunnen de voorstellen van de ontwikkelteams nog tot en met 11 augustus worden gelezen en van feedback worden voorzien. Daar is het ook mogelijk te abonneren op de digitale nieuwsbrief die verslag doet van het ontwikkelproces.

Wat is Curriculum.nu?
Onder de naam Curriculum.nu is een grote onderwijsherziening gaande. Bijna anderhalf jaar lang werkten circa 150 leraren en schoolleiders in ontwikkelteams aan conceptvoorstellen voor negen leergebieden: Nederlands, Engels/Moderne vreemde talen, Rekenen & Wiskunde, Digitale geletterdheid, Burgerschap, Kunst & Cultuur, Bewegen & Sport, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur. Deze voorstellen werden op 7 mei gepubliceerd en liggen voor iedereen ter inzage. De brede feedbackronde loopt nog tot en met 11 augustus 2019.
De negen leergebieden omvatten meestal (diverse) schoolvakken. Die vakken kunnen blijven bestaan. Bij Engels/Moderne vreemde talen gaat het om de vakken Engels, Frans, Duits en Spaans. Mens & Maatschappij omvat onderwijs in aardrijkskunde, geschiedenis, economie en maatschappijleer. Bij Mens & Natuur zijn natuurkunde, scheikunde, techniek, biologie en aardrijkskunde betrokken. Kunst & Cultuur omvat vakken als beeldende vorming, ckv, dans, drama, handvaardigheid, kunst algemeen, muziek, tekenen en textiel. Burgerschap is een nieuw leergebied. Het hangt samen met maatschappijleer, geschiedenis, filosofie en klassieke talen. Ook Digitale geletterdheid omvat diverse disciplines, zoals informatica, wiskunde en andere vakken die leerlingen wegwijs maken in de gedigitaliseerde samenleving.
De ontwikkelteams toetsten hun ideeën eerder op verschillende ontwikkelscholen. Ook leerlingen, onderwijsexperts, vakverenigingen en het bedrijfsleven werden voor het ontwikkelen van de voorstellen geconsulteerd. Voorbeelden van voorstellen zijn dat er bij Nederlands veel meer aandacht komt voor plezier in lezen. Het team Rekenen & Wiskunde stelt voor statistiek al op de basisschool op het programma te zetten. Bij Burgerschap staan de waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit centraal.
Komend najaar, wanneer de huidige consultatiefase is afgerond, gaan de opbrengsten naar de Tweede Kamer voor verdere besluitvorming en om het vervolgproces te bepalen. De bouwstenen voor de leergebieden vormen dan de basis voor nieuwe wettelijke kerndoelen en eindtermen in het primair en voortgezet onderwijs. Naar verwachting zal het nieuwe curriculum in schooljaar 2022/2023 van start gaan.