Onderzoeksrapport zeer zwakke scholen

Ongeveer 100 van de ruim 7.000 basisscholen presteren onder de maat: de inspectie beoordeelt deze scholen als `zeer zwak´. Wanneer een school deze beoordeling ontvangt, start er een procedure, waarin het schoolbestuur een eigen rol heeft. De AVS kan daarbij ondersteunend zijn. Het bestuur voert een analyse uit en stelt een verbeteringsplan op (of laat dit doen). Het plan wordt met de bestuurlijke reactie naar de inspectie gestuurd. Op die rol van het schoolbestuur, en met name op de bestuurlijke interventies, was het onderzoek gericht waarvan het rapport `Het stoplicht sprong op rood!´ verslag doet. Er zijn interviews afgenomen bij 14 schoolbesturen. Het rapport bevat conclusies en aanbevelingen die nuttig zijn voor besturen die met een of meer zeer zwakke scholen te maken hebben, maar ook voor besturen die willen voorkomen dat dat gebeurt.

Oorzaken
Op veel zeer zwakke scholen is sprake van een complex van oorzaken, die om uiteenlopende bestuurlijke interventies vraagt. Niet altijd heeft het bestuur eerst een analyse uitgevoerd, waardoor in enkele gevallen onderliggende oorzaken niet in beeld kwamen en het verbeterproces niet goed verliep. De grootste risicofactor is een grote bestuurlijke afstand of bestuurlijk onvermogen, gekoppeld aan een niet-functionerende integraal verantwoordelijke schoolleider. Ook het functioneren van afzonderlijke teamleden of het gehele team, de ontwikkelingen in de leerlingenpopulatie en in de omgeving van de school droegen bij aan een situatie waarin de school niet meer aan de eisen voldeed en de leerlingen onvoldoende presteerden.

Interventies
Het oordeel van de inspectie dat de school een zeer zwakke school is, heeft bij de diverse betrokkenen een probleembesef opgeleverd en legitimeerde het (soms stevig) ingrijpen. Alle besturen hebben interventies gepleegd om de kwalificatie van `zeer zwakke school´ weg te werken. Soms waren de interventies gericht op het eigen functioneren van het bestuur of de relatie van het bestuur met de scholen en leidden ze tot een versterking van de greep op de school en de organisatie. De interventies op het niveau van de school waren gericht op (de sturing door) de directeur (vervangen, tijdelijk ontlasten of ondersteunen), het team (samenstelling, professionaliteit, taken en verantwoordelijkheden) en het onderwijs (visie, onderwijskansenaanpak en monitoring van de resultaten). Besturen zijn niet terughoudend hier de benodigde investeringen te doen. Een enkele keer stond de communicatie met ouders en de pr centraal bij de interventies van het bestuur.
In het rapport wordt een scala van factoren benoemd die voor de besturen van doorslaggevend belang waren voor een succesvol verbetertraject. Ze komen ook met adviezen voor andere besturen die met een zeer zwakke school te maken hebben.

Aanbevelingen
In het rapport worden de volgende aanbevelingen voor de besturen van zeer zwakke scholen geformuleerd:


  1. Zoek naar een mix van managementinformatie van de scholen (vanuit bijvoorbeeld het kwaliteitszorgsysteem, het leerlingvolgsysteem en rapporten van de inspectie) en het schoolnabij functioneren. Neem daarin mee de harde en redelijk harde risicofactoren van Hofman (2005).
  2. Werk aan de kwaliteit van de (zeer zwakke) scholen door in de strategie een heldere positie te bepalen en hierop te sturen, maar ook door concrete acties en ontwikkelingen hierop te richten.
  3. Stimuleer de school te werken aan een (mede) op opbrengsten gerichte cultuur, het schoolleiderschap en de kwaliteit van de leraren. Wanneer daarbij de interne communicatie en de communicatie met en verantwoording aan `de buitenwereld´, inclusief ouders, goed is geregeld, beperkt dat het risico dat een school zeer zwak wordt.

Vervolg in 2007
KPC Groep zal in 2007 de ervaringen en adviezen uitwerken in een stappenplan voor besturen. Tevens zal worden getoetst of de adviezen waardevol zijn in verbetertrajecten. Besturen en hun scholen die hier nieuwsgierig naar zijn, kunnen contact opnemen met de auteurs.

Dit rapport is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van KPC Groep in
´s-Hertogenbosch en werd ontwikkeld in het kader van SLOA (Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten), gefinancierd door het Ministerie van OCW. De opzet van het beschreven onderzoek is gemaakt in overleg met het Platform Zeer Zwakke Scholen.

 Onderzoeksrapport Het stoplicht sprong op rood! (PDF)

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.