Het komt dikwijls voor dat een schoolbestuur opdracht geeft aan een externe deskundige om een onderzoek in de school te laten uitvoeren. De juristen van Support, Stichting Individuele Belangenbehartiging Schoolleiders krijgen regelmatig met dit soort onderzoeken te maken. Zij adviseren de leden van de AVS over de eventuele rechtspositionele gevolgen, waartoe de uitkomst van een onderzoek kan leiden. Hieronder volgt een gefingeerde casus over dit onderwerp.

Stichting Support behandelt casus

Casus
Jan de Vries is sinds drie jaar directeur van basisschool De Regenboog. Daarvoor is hij zes jaar als adjunct-directeur werkzaam geweest bij een ander schoolbestuur. Jan heeft de schoolleidersopleiding met goed gevolg afgerond. Het personeelsverloop is hoog. Jan heeft daar meerdere keren over gesproken met de voorzitter en de secretaris van het bestuur. Het terugdringen van het verloop is nog niet gelukt. Daarvoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen. Aan het einde van het schooljaar blijkt dat ook dit jaar weer een aantal leerkrachten een andere baan zal aanvaarden en De Regenboog gaat verlaten. Vanuit dit groepje vertrekkende leerkrachten komen er kort voor de zomervakantie bijzonder negatieve geluiden over de school en met name over de leidinggevende rol van Jan naar buiten. Het bestuur gelast een onderzoek op de school. Het bestuur huurt hiervoor een bureau in. De onderzoeksopdracht wordt meteen de volgende dag geformuleerd. Ook het onderzoek wordt in ijltempo uitgevoerd in de laatste schoolweek. Daarbij worden alle teamleden genterviewd.

Tijdens de laatste week van de zomervakantie confronteert het bestuur Jan met de conclusie van het onderzoek: er zijn ernstige tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot de stijl van leidinggeven van de directeur, als gevolg waarvan de communicatie verstoord is geraakt, zodanig dat deze niet meer te herstellen zou zijn. Het voltallige bestuur is van mening dat Jan de school met ingang van het nieuwe schooljaar niet meer moet leiden. Het bestuur wenst zo spoedig mogelijk over te gaan tot aanstelling van een interim-directeur. Jan vraagt zich af of dit allemaal zomaar kan.

De redenen waarom een onderzoek op de school plaatsvindt in opdracht van het bestuur lopen uiteen. Vaak zijn er meerdere signalen in de schoolorganisatie tegelijk die tot de start van een onderzoek leiden. Organisatieadviseurs of andere deskundigen voeren dan een onderzoek en doen verslag over beleidsmatige en/of organisatorische vraagstukken binnen de schoolorganisatie. Het schoolbestuur de opdrachtgever bepaalt welke deskundigen ingeschakeld moeten worden.

Belangrijk
Voorafgaande aan het onderzoek zijn er een aantal zaken die de aandacht verdienen, zoals de onafhankelijkheid van het in te schakelen bureau, de opdrachtformulering aan het bureau en de te maken procedureafspraken. Denkt u bij dat laatste punt aan afspraken over de routing van de rapportage, de afspraak dat de directeur inzage krijgt in de conceptrapportage en de mogelijkheid daarop commentaar te geven, voordat de rapportage definitief wordt vastgesteld. Bij dit commentaar gaat het met name om feitelijke onjuistheden en suggestieve formuleringen. Ook een afspraak over de vertrouwelijkheid van het rapport is ten zeerste aan te raden. De keuze van een bureau dient dus niet te licht worden opgevat. Organisatieadviseurs hebben zich verenigd in brancheorganisaties. Dit kan enig houvast bieden bij de keuze van een bureau. Aangesloten bureaus werken volgens een gedragscode die een ondergrens vormt voor de kwaliteit en professionaliteit. De gedragscode bevat uitgangspunten met betrekking tot onafhankelijkheid, integriteit, geheimhouding, etcetera. Bovendien zijn de organisatieadviseurs, net als een aantal andere beroepsgroepen, aan het tuchtrecht onderworpen.

Aandachtspunten
Onderzoeksrapporten kunnen een rol gaan spelen in een rechterlijke procedure, bijvoorbeeld een ontslagprocedure, waarbij het gaat om het ontslag van de directeur. De belangen die op het spel staan zijn groot. Let dan bijvoorbeeld op de volgende zaken:

o Is er hoor en wederhoor toegepast?
o Was de onderzoeker onafhankelijk?
o Is de conclusie een antwoord op de gestelde onderzoeksvragen?
o Is het duidelijk over welke onderliggende documenten de onderzoeker kon beschikken?
o Is alle relevante informatie in het onderzoek meegenomen?
o Zijn zaken goed in de context geplaatst?
o Zijn de bevindingen concreet genoeg?
o Wordt de begrenzing van de opdracht in acht genomen?
o Was er voldoende tijd om het onderzoek uit te voeren?
o Zijn de procedureafspraken in acht genomen?

Auteur Elvira Lanting
Verder in dit nummer
Kader Primair 1 – September 2005

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws