Onderwijsraad signaleert ‘doorgeschoten differentiatie’

Met een integrale kijk op het onderwijsstelsel kunnen scholen beter inspelen op toekomstige veranderingen in de maatschappij. Dat stelt de Onderwijsraad in het recent verschenen rapport ‘Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel. Stand van educatief Nederland 2019.’

In het huidige onderwijsstelsel worden kinderen te veel in aparte vakjes geplaatst. Daardoor komen verschillende bevolkingsgroepen elkaar steeds minder tegen, raakt de maatschappij steeds verder gesegregeerd en krijgen kinderen en volwassenen niet allemaal gelijke ontplooiingskansen die nodig zijn om te functioneren in een veranderende samenleving. De Onderwijsraad geeft in het rapport handvatten om de discussie over de inrichting van het onderwijs vlot te trekken. Een greep daaruit: meer integratie van scholen onderling en van scholen en de kinderopvangsector; beroepsgericht onderwijs ook op havo en vwo; minder en betere selectie van kinderen en een structurele plek voor permanente educatie. AVS-voorzitter Petra van Haren: “Met dit rapport van de Onderwijsraad krijgen maatschappelijke ontwikkelingen die zich al voordoen, en die belangrijk zijn voor de toekomstige samenleving, een waardevol duwtje in de rug.”

Integrale kindcentra
Een van de aanbevelingen van de Onderwijsraad is om voorschoolse voorzieningen te integreren in het basisonderwijs. Van Haren: “De maatschappelijke ontwikkeling richting integrale kindcentra is al gaande en het is belangrijk dat deze zich verder ontwikkelt. De publiek-private samenwerking komt steeds meer op gang. Wel zien we belemmerende wet- en regelgeving. Er zijn kaders en schotten, bijvoorbeeld rond eisen aan gebouwen en cao’s.”

Uitstel van selectie
Het is belangrijk dat leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs langer de kans krijgen zich te ontwikkelen en de keuze tussen praktisch en theoretisch onderwijs nog even uit kunnen stellen, vindt de Onderwijsraad. Dit gebeurt bijvoorbeeld in een 10-14-school, waar meer ruimte is om naar een ander niveau over te stappen. “Verschillende besturen experimenteren hiermee”, zegt Van Haren. “Het geeft ook een stimulans aan de ontwikkeling van leraren. De samenwerking tussen po- en vo-leraren krijgt op een nieuwe manier vorm. Daarnaast steekt Curriculum.nu in op doorlopende leerlijnen, ook tussen po en vo.” Verder geeft de AVS de voorkeur aan dubbele adviezen bij de overgang van po naar vo. Van Haren: “Dakpanbrugklassen werken goed als het gaat om de uitstel van selectie, waardoor kinderen meer kans maken op het juiste niveau terecht te komen. Wat we ook zien is dat sommige scholen ‘kopklassen’ inrichten voor kinderen van niet-Nederlandstalige ouders. Een extra basisschooljaar om het taalniveau op te krikken is belangrijk, dan kunnen deze kinderen succesvoller in een theoretische onderwijssoort.”
 

Links