Methoden uitproberen, geldbesef kweken, tijdschrijven en teambonus
Het onderwijs stevent af op een stevig debat over doelmatigheid. Het kostenbesef binnen het onderwijs kan omhoog. Ook kunnen scholen zich meer richten op doelmatig werken: huidige middelen en personeel kunnen beter worden benut. Scholen krijgen zo meer armslag voor onderwijsvernieuwing. Dat stelt de Onderwijsraad in het recente advies `Naar doelmatiger onderwijs´.
“Doelmatigheid is geen doel op zich. We willen streven naar een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau – met inzet van de huidige middelen – stimuleren. Het versterken van doelmatigheidsbesef is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Draconische bezuinigingen zijn niet realistisch, maar zoeken naar doelmatigheidswinst in het onderwijs is legitiem”, aldus Fons van Wieringen, voorzitter Onderwijsraad.
Aanbevelingen
De doelmatigheid van de organisatie vraagt hernieuwde aandacht voor de verhouding tussen de uitgaven voor primaire processen en ondersteunende processen. Op de werkvloer kan volgens de Onderwijsraad winst worden geboekt als leerkrachten verschillende aanpakken en methoden uitproberen en de beste kiezen. Bij initiatieven tot onderwijsvernieuwing is er tot nu toe vooral aandacht voor de onderwijskundige kant. Dat deze vernieuwing vaak gepaard gaat met extra kosten en extra inzet van mensen, blijft volgens de raad onderbelicht. De reden hiervoor is dat scholen en leerkrachten vaak een beperkt inzicht hebben in de feitelijke kosten van het onderwijs op het niveau van de klas, groep of afdeling. De raad pleit er daarom voor instrumenten te ontwikkelen, die inzicht kunnen geven in de kosten, zoals de Onderwijscalculator. Hiermee kunnen instellingen en teams systematischer en meer kostenbewust ervaringen opdoen met verschillende aanpakken en methoden. Een derde aanbeveling van de Onderwijsraad speelt in op het feit dat meer bereiken met de gegeven middelen in het onderwijs niet tot de cultuur behoort. Streven naar doelmatig(er) onderwijs is binnen het onderwijs geen gemeengoed, concludeert de raad. Toch vindt die het zoeken naar de beste oplossingen met de voordeligste inzet ook voor onderwijs van belang. De raad adviseert om op de werkvloer een lerarenteam ook de verantwoordelijkheid te geven om met middelen te schuiven, om zo te komen tot die combinatie die leidt tot optimale resultaten. Bijvoorbeeld door leerkrachten hun eigen tijdsbesteding zelf systematisch bij te laten houden, zoals gebruikelijk in een professionele organisatie. Tot slot stelt de Onderwijsraad dat met goed hrm-beleid de kwaliteiten van leerkrachten beter benut kunnen worden: het takenpakket kan worden aangepast aan de sterke kwaliteiten van de individuele leerkracht, en daar kan het team als geheel van profiteren. De teambonus als beloning past hier goed bij, vindt de raad. Voor de leerkracht kan deze aanpak leiden tot meer werktevredenheid: specifieke inzet wordt erkend en meer gewaardeerd.
Geen oplossing
Met name de aanbevelingen voor tijdschrijven en de teambonus zijn niet overal goed gevallen in het veld. De AVS vindt dat er niet voorbij gegaan kan worden aan de boodschap van de Onderwijsraad, maar, aldus voorzitter Ton Duif: “Tijdschrijven lijkt ons geen oplossing, al kan het leerkrachten wel inzicht geven in de manier waarop zij hun tijd besteden. Organisaties moeten hoe dan ook regelmatig kijken naar de doelmatigheid van hun handelen. Als we met hetzelfde geld of met dezelfde inspanning betere resultaten kunnen bereiken, dan moeten we die kans niet voorbij laten gaan. Leerkrachten die beter presteren ook beter belonen is nu reeds mogelijk, al staat het `gelijkheidsdenken´ op scholen effectieve invulling vaak in de weg. Dat maakt het voor bestuur en schoolleiding lastig dit in te voeren.”
Kijk voor het volledige advies van de Onderwijsraad op www.onderwijsraad.nl/ publicaties/2009/naar-doel matiger-onderwijs.