Uit De Onderwijsmeter 2006 blijkt dat ruim zeventig procent van de Nederlanders vindt dat basisscholen ook zonder een eindtoets een goed advies kunnen geven over de keuze voor het voortgezet onderwijs.
Ruim 85 procent van de basisscholen heeft dit jaar deelgenomen aan de niet verplichte Cito-toets. De uitslag van die toets wordt gebruikt als indicatie voor het niveau van vervolgonderwijs dat een leerling aankan. Uit de jaarlijkse Onderwijsmeter blijkt dat de helft van de ondervraagden vindt dat de toets leidt tot te veel stress bij zowel ouders als leerlingen. Bovendien vindt minder dan veertig procent een eindtoets belangrijk voor een goed advies. In De Onderwijsmeter onderzoekt het ministerie van OCW jaarlijks wat de bevolking, en dan met name de ouders, vindt van het onderwijs in Nederland. De Onderwijsmeter bestaat uit twee delen: de trendmatige kwaliteitsindicatoren en de actualiteiten binnen het onderwijs. Voor het onderzoek worden zowel ouders van leerlingen als overige Nederlanders ondervraagd.
Acceptatieplicht
Minister Van der Hoeven meldde eerder op haar weblog De week van M al de eerste resultaten van De Onderwijsmeter. Zo meldde zij dat tweederde van de Nederlanders vindt dat zowel bijzondere scholen als openbare scholen alle leerlingen moeten accepteren. Van der Hoeven deelt deze mening over de acceptatieplicht van scholen niet. Zij vindt dat ouders die de grondslag van een school niet erkennen, geweigerd moeten kunnen worden. Uit de Onderwijsmeter blijkt verder dat meer dan de helft van de respondenten voor prestatiebeloning van leerkrachten is. Ook blijkt dat het aantal ouders dat vindt dat islamitische basisscholen evenveel bestaansrecht hebben als andere bijzondere scholen, is gedaald van 49 naar 41 procent.
DownloadOnderwijsmeter 2006