Onderwijsassistenten

Op deze pagina vindt u informatie voor het aanstellen van onderwijsassistenten in de school

Bekostiging van assistenten

Het ministerie stimuleert de aanstelling van onderwijsassistenten als antwoord op de hoge werkdruk en het personeelstekort in het basis- en speciaal onderwijs. De aanstelling van assistenten kan uit de normale formatie (uitbreidingen in het kader van Groepsgrootte en Kwaliteit), uit het schoolbudget voor O&O en indien relevant voor de zorgverbreding, uit zorgformatie. Vanaf januari 2002 neemt het ministerie de salariskosten van een onderwijsassistent 8 maanden op zich als het bestuur belooft om de assistent bij gebleken geschiktheid vanaf 1 augustus 2002 aan te stellen.

Tips voor onderwijsassistenten

gebaseerd op: Uitleg juni 2001

Voor schoolleiders

  • met een onderwijsassistent: praat eens met collega’s of probeer het korte tijd uit op projectbasis, werkervaringsplek of detachering
  • relateer elke beslissing aan het belang van de leerlingen.· Onderzoek de eigen motivatie van de leerkrachten voor meer handen in de klas
  • zorg bijtijds dat de groepsleerkracht medebepalend is voor de precieze taakomschrijving van de werkzaamheden in diens groep
  • zoek in de eigen omgeving en onder ouders naar geschikte mensen
  • vraag bij sollicitaties naar referenties en vorm je van te voren een helder beeld welke sociale vaardigheden je verlangt
  • kijk naar de persoonlijkheid meer dan naar ervaring: is de persoon initiatiefrijk, ‘ziet werk’, is zelfstandig, in dialoog aanstuurbaar?
  • plaats de eerste assistent in de onderbouw.· Analyseer de werkdruk in de bovenbouw en maak op basis daarvan een andere taakbeschrijving. Denk bijv. na over een lokaalassistent (dus niet inhoudelijk maar facilitair voor meerdere groepen)
  • zet de assistent op meerdere groepen in zodat bij slechte samenwerking de groep niet onder druk komt
  • begeleid de assistent het eerste jaar ook zelf, houdt functionerings- en beoordelingsgesprekken
  • behandel leerkrachten en onderwijs-assistenten als gelijkwaardige collega’s met ongelijke taken. Wees duidelijk over de inzet en omgangsvormen die je verwacht
  • denk na over een loopbaanperspectief. Vergelijk organisatiebehoeften en individuele behoeften. Een (junior) leraar in potentie, of bijv. een administratief of organisatorisch talent in huis?

Voor onderwijsassistenten

  • vraag om een duidelijke taakomschrijving
  • maak afspraken over de grenzen van het werk, bijvoorbeeld t.a.v. de contacten met ouders.· Vraag op tijd om regelmatige begeleiding
  • en denk na over welke vorm van begeleiding je prettig vindt i.p.v. je eraan te storen of te onttrekken
  • houd contact met andere onderwijsassistenten van het bestuur
  • vraag om begeleiding of intervisie over jullie contacten met leerlingen, leerkrachten, ouders en schoolleiding
  • spreek je uit tegenover de leerkracht als je ergens aan twijfelt of het ergens niet mee eens bent. Doe dit niet waar ouders of leerlingen bij zijn; neem er (wekelijks) vaste momenten voor
  • blijf je ontwikkelen in het werk en vraag om (bij)scholing
  • stel je flexibel op ten aanzien van je takenpakket maar voorkóm dat je wordt overvraagd of dat je de verantwoordelijkheden van de leerkracht overneemt
  • laat je betrekken bij leerlingbesprekingen in school maar neem niet zelfstandig deze besprekingen met ouders op je
  • praat met je collega’s wanneer je een kind niet begrijpt of een slecht contactmoment hebt: het overkomt iedereen wel eens, én er is altijd een andere manier
  • laat je niet alleen tijdens de lessen inzetten. Ook buitenschoolse activiteiten en organisatorische taken horen erbij!
  • accepteer alleen een werkweek waarbij je alleen voor de lesuren betaald wordt als je hier echt zelf voor kiest. Het risico is dat je wel alle dagen werkt, maar toch een deeltijdbaan krijgt. Maak afspraken over je werktijden en vakanties: ze moeten overeenkomen met je werkomvang én wat in onderwijs normaal is.

Opleiding van assistenten

De middenkaderopleiding Onderwijsassistent duurt drie jaar en is zowel via de beroepsopleidende (bol) als de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) te volgen.

Bol-opleiding
In de bol-opleiding wordt in een basisjaar kennis gemaakt met de beroepen die er zijn in welzijnsland en wordt een aantal uren per week besteed aan de specifieke vakgebieden van de opleiding. Vanaf het tweede leerjaar zijn de lessen specifiek op het beroep onderwijsassistent gericht en wordt er gestart met de beroepspraktijkvorming (stage). In het derde jaar worden enkele dagen werken in de praktijk gecombineerd met enkele dagen op school.

Bbl-opleiding
Naast 1 tot 1,5 dag (12 uur) les per week, leren de aankomend onderwijsassistenten minimaal 24 uur met een arbeidscontract op de (speciale) basisschool. De eerste 1,5 jaar van de opleiding bestaat uit een gezamenlijke basisperiode die voor alle welzijns-opleidingen gelijk is. Na de basisperiode is het onderwijsprogramma specifiek ingericht op onderwijsassistenten.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.