Leraren moeten, net als zorgpersoneel, voorrang krijgen bij het uitdelen van de boosterprik. Dat geeft AVS-voorzitter Petra van Haren in het AD aan.

Petra van Haren: “Inmiddels begint de vraag wel weer op tafel te komen of onderwijspersoneel voorrang moet krijgen bij het uitdelen van de boosterprik. Dat is voortschrijdend inzicht en als corona verder om zich heen grijpt, wordt het onvermijdelijk.” Ruim een jaar eerder lobbyde de AVS ook bij het ministerie om leraren eerder te laten testen.

Steeds meer jonge kinderen raken besmet, waardoor leraren ook steeds vaker besmet raken. Dat tonen de RIVM-cijfers ook aan: van alle positieve testuitslagen sinds de start van de crisis van mensen tussen de 18 en 69 jaar is 5,6 procent werkzaam in het onderwijs of de kinderopvang. Terwijl van alle werkende Nederlanders maar zo’n 3,4 procent in deze sector een baan heeft.  

Van Haren geeft in het AD aan dat er ook andere wegen zijn om de crisis beter te doorstaan. Zo moeten er volgens haar meer mensen (opnieuw) instromen in het onderwijs en is het verstandig als er pas op de plaats wordt gemaakt met een groot overheidsprogramma om leerachterstanden door corona weg te werken. Want dat extra personeel wordt nu regelmatig ingezet om gaten in het rooster op te vullen.     

Op de vraag of het een goed idee is om jonge kinderen te vaccineren, zegt Van Haren: ”Medici gaan erover of het verstandig is om kinderen van deze leeftijd in te enten, we moeten afwachten wat zij daarover adviseren.” 

Medewerkers in de zorg krijgen voorrang voor de boosterprik de komende maand, maar personeel in de kinderopvang en het basisonderwijs krijgt geen streepje voor. Demissionair minister Hugo de Jonge zegt daarover: “Anders krijgen we weer wat we vorig jaar hadden toen we die schaarste aan vaccins hadden, namelijk dat er allemaal clubjes tussen gefrommeld moesten worden. Als iedereen voor in de bus wil, dan zit uiteindelijk iedereen achteraan.” De AVS is uiteraard niet blij met deze reactie.

Links

Gerelateerd nieuws