Politici laten in Kader Primair hun licht schijnen op de gebeurtenissen in onderwijsland. Deze maand het woord aan Lisa Westerveld, woordvoerder onderwijs, jeugdzorg, kinderopvang, media en sport namens GroenLinks in de Tweede Kamer.

Onlangs was ik op de reünie van mijn middelbare school, die 25 jaar bestond. Of eigenlijk 25 jaar geleden een doorstart maakte als scholengemeenschap, die ontstond na een samenvoeging van verschillende scholen uit de regio.
Als Tweede Kamerlid moet je natuurlijk oog hebben voor het brede praatje en daarom uitkijken met individuele voorbeelden. Maar je eigen achtergrond draag je natuurlijk wel mee en daarom is mijn tijd op de basis- en middelbare school als woordvoerder onderwijs van GroenLinks ook relevant. Omdat ik als geen ander weet hoe belangrijk een school is in een buurtschap of dorp. Natuurlijk in de eerste plaats om onderwijs te verzorgen aan leerlingen. Maar een school is meer en heeft een centrale rol om het platteland leefbaar te houden. Want vaak vergrijzen deze gebieden. Het schoolgebouw is een natuurlijke plek om samen te komen en je eigen klas is de plek om vrienden te maken en met elkaar een paar jaar door te brengen. Jaren die niet voor iedere puber makkelijk zijn, maar een essentiële basis vormen voor het leven erna.

Beleidsmakers in Den Haag moeten er voor waken dat ze juist scholen in krimpgebieden niet vergeten. En in het politieke debat moeten wij beseffen dat het niet alleen draait om de grote steden. Kort voor de zomer deed ik daarom samen met mijn PvdA-collega Kirsten van den Hul het voorstel om bij nieuw beleid altijd een krimpcheck toe te passen: een extra toets die uitwijst wat beleid voor gevolgen heeft voor scholen en het onderwijs in krimpgebieden. Zodat de Kamer – als dat nodig is – vóór de invoering van nieuwe regels aan de bel kan trekken als blijkt dat scholen met een dalend leerlingenaantal worden gedupeerd. Dat is natuurlijk beter dan achteraf pleisters plakken. Maar ook bij andere belangrijke en actuele onderwerpen, zoals het lerarentekort en Passend onderwijs, kent het platteland andere uitdagingen dan de stad.

Op de reünie was het een fijn weerzien met mijn klasgenoten en leraren. Het leek niet uit te maken dat ik sommigen al twintig jaar niet had gesproken. We hadden nog steeds gespreksstof genoeg, bleven zo lang mogelijk hangen en waren de volgende dag schor. Dat laatste bleek tenminste uit de groeps-chat die op Facebook was aangemaakt. De reünie deed me nog meer beseffen hoe belangrijk de school is als centrale plek in een dorp. Het deed me beseffen hoe fijn mijn klas was. En maakt dat ik mijn inzet voor scholen in plattelandsgemeenten met extra energie naar de Tweede Kamer breng.
 
Reageren?
Mail naar l.westerveld@tweedekamer.nl

Gerelateerd nieuws