Onderwijs naar hoger plan met de studieteamaanpak

Studie in teams bevordert schoolontwikkeling
Gerichte studie in kleine teams leidt tot verbetering van onderwijs. Dat is het uitgangspunt van de studieteamaanpak. Deze aanpak kan bijvoorbeeld worden toegepast na een zelfevaluatie, maar ook worden ingezet als een schoolteam een probleem ervaart of als een groepje leerkrachten meer over een bepaald onderwerp wil weten. De oorsprong van de studieteamaanpak voorheen Van meten naar verbeteren ligt in theorieën over schoolontwikkeling van met name Harm Tillema. Werken aan ontwikkeling is nooit af. Er zijn altijd situaties die je wilt verbeteren, problemen die je op wilt lossen of onderwerpen waar je meer vanaf wilt weten. Daarom is de werkwijze dynamisch en cyclisch. De studieteamaanpak bestaat uit tien fases die een studieteam, bestaande uit bijvoorbeeld leerkrachten, op een eigen wijze doorloopt. De fases zijn verdeeld over drie stadia: reflectie, studie en verandering. De studieteamaanpak wil kwaliteitsverbetering lokaal vormgeven. De betrokkenen zelf moeten inhoud kunnen geven aan de kwaliteitsverbetering in hun eigen primaire proces. De opdracht, vraag of het probleem dat een studieteam behandelt, is dan ook gericht op het primaire proces. Communiceren over de ontwikkelingen van een studieteam is van belang, volgens extern projectleider Dominique Majoor: “Het is belangrijk dat de directeur en collega-leerkrachten op de hoogte worden gehouden over de inhoudelijke voortgang van het studieteam. Dat kan bijvoorbeeld al heel simpel door in de lerarenkamer een kopie van het schema op te hangen. In fase acht geeft het studieteam bovendien een forumpresentatie. Dan kunnen de collegas inhoudelijk reageren op de opbrengst. Daarnaast evalueert het studieteam zelf wat ze hebben geleerd en wat de werkwijze heeft opgebracht; daartoe houdt het studieteam een logboek bij.”

Eerst nadenken
In een studieteam leren de betrokkenen om niet meteen door concrete actie een probleem op te lossen, maar dit probleem eerst samen te analyseren om zo tot een duurzame oplossing te komen. Majoor: “Leerkrachten en schoolmanagers zijn geneigd heel snel een oplossing te bedenken voor een probleem. Soms wordt er een oplossing bedacht, terwijl het probleem niet eens duidelijk is. Gevolg: oplossing ingevoerd, probleem bestaat nog steeds. Of er blijkt eigenlijk een heel ander probleem te bestaan. Eerst goed nadenken en dan pas in actie komen geeft een meerwaarde.” De balans tussen doelgerichtheid en het leerproces krijgt in de studieteamaanpak veel aandacht. Terecht, want het gevaar van te doelgericht aan de slag gaan kan ertoe leiden dat een probleem opgelost is, maar dat men niets heeft geleerd over bijvoorbeeld verandercapaciteit, beleidsvoerend vermogen, zelfstandigheid en zelfsturendheid. Majoor benadrukt: “Als er op een school sprake is van een ingrijpend veranderingsproces waarbij het hele team betrokken moet zijn, is de studieteamaanpak niet geschikt.”

Minimale sturing
De rol van de schoolbegeleidingsdienst bij de uitvoering van de studieteamaanpak is faciliterend vooraf en monitorend tijdens het proces en achteraf. Minimale sturing dus door de directeur en de schoolbegeleider, behalve op het gebied van visie, leerproces, feedback terugkoppeling, werkwijze alle fases doorlopen en middelen tijd, budget, ruimte. “Omdat de studieteams zoveel mogelijk zelfsturend werken, moet de schoolbegeleider er ook voor waken dat de directeur en andere managementleden op afstand blijven, omdat zij al snel een sturende rol zouden kunnen gaan spelen”, aldus projectleider Majoor. Overigens kan iedereen die denkt een bijdrage te kunnen leveren aan het studieteam deelnemen. Maar als een school weinig ervaring heeft met zelfsturende teams, raadt Majoor deelname van de schoolleider aan het studieteam af: “Het is de bedoeling dat het studieteam zichzelf stuurt. Een studieteam met bijvoorbeeld alleen directeuren of locatieleiders is wel een mogelijkheid.”

Integrale leercyclus
Waarom zou schoolontwikkeling via deze werkwijze tot stand komen? Majoor: “Het grote verschil met andere werkwijzen voor schoolontwikkeling of kwaliteitsverbetering is dat de studieteamaanpak op een heel overzichtelijke en vooral vanzelfsprekende manier een integrale leercyclus bevat. De aanpak moet zich nog bewijzen in de praktijk, maar ik denk dat schoolontwikkeling via deze werkwijze wél tot stand kan komen. Stel je gaat uit van een leercyclus van vier fases: handelen, reflectie, abstracte begripsvorming en actief experimenteren. Meestal heeft iemand een voorkeur voor een of twee fases uit de leercyclus. Deze voorkeur bepaalt je leerstijl. De ene persoon blijft bijvoorbeeld het liefst continu ervaren, zonder deze ervaringen te gaan overdenken. Een ander is continu aan het reflecteren zonder over te gaan tot vervolgstappen. Tegelijkertijd weten we dat het voor een goed leerresultaat nodig is om de leercirkel rond te maken. Anders gezegd, om elke fase in de leercyclus zorgvuldig te doorlopen. Doordat elke fase in de leercyclus een plek heeft gekregen in de studieteamaanpak, omvat deze aanpak een integrale leercyclus, zodat er sprake kan zijn van een goed leerproces en een optimaal leerresultaat. Het is juist voor het onderwijs, waarin veel echte doeners en beslissers werken, een waardevolle aanvulling om meer de nadruk te leggen op reflectie en studie.”

Pilotfase
De eerste pilots met de studieteamaanpak zijn inmiddels gestart en worden in februari 2006 afgerond. Op basis van de pilots wordt de aanpak geëvalueerd en verder verbeterd. Daarna volgt een verdere verspreiding en eventueel verbreding van de werkwijze. Uiteindelijk kan de studieteamaanpak op scholen worden ingevoerd met behulp van de schoolbegeleidingsdienst. In welke vorm de studieteamaanpak als product van Q-primair na de pilotfase op de markt komt, is nog niet bekend. Er verschijnt in ieder geval een handleiding.

Voor meer informatie kunt u terecht bij extern projectleider Dominique Majoor, d.majoor@kisi.nl.

 

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.