Onderwijs iets populairder bij vrijwilligers

Het percentage Nederlanders dat minstens een keer per jaar vrijwilligerswerk doet in het onderwijs, is licht gestegen: van 5,7 procent in 2006 naar 6,1 in 2008. Dat blijkt uit het onderzoek `Geven in Nederland´ van de werkgroep Filantropische Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam. Van de goede doelen die de Nederlandse bevolking financieel steunt, scoort onderwijs echter het laagst; het meest schenkt men aan de kerk.

Het vrijwilligerswerk in het onderwijs neemt sinds 2004 weer toe, maar is nog niet terug op het niveau van 2002, toen 7,6 procent van de Nederlanders zich belangeloos voor scholen inzette. Over het algemeen is de omvang van het vrijwilligerswerk de afgelopen twee jaar toegenomen. In 2008 deed 44,6 procent van de bevolking minstens eenmaal per jaar onbetaald werk voor een maatschappelijke organisatie, tegen 42 procent in 2006. Vrijwilligers besteden ook meer tijd aan hun vrijwilligerswerk – in 2008 gemiddeld 18,4 uur per maand, tegen 13,3 uur in 2006. Steeds minder Nederlanders zijn het echter eens met de stelling dat het in hun sociale omgeving vanzelfsprekend is om vrijwilligerswerk te doen. In 2008 ervoer 21,2 procent dat; in 2002 lag dat percentage nog op 28,8. Vrijwilligers zijn het vaakst actief in de sectoren sport en religie/levensbeschouwing. Vrijwilligers in het onderwijs scoren bovengemiddeld op het motief dat vrijwilligerswerk gunstig is voor hun carrière.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.