Met gemengde gevoelens kijken AVS-onderhandelaars Paul van Lent en Harry van Soest terug op de recente cao-onderhandelingen in het primair onderwijs. Er zijn al wat belangrijke zaken geregeld; met name voor leraren. De belangen van (adjunct-)directeuren komen echter pas aan de orde tijdens de vervolggesprekken in september.
De AVS is tevreden over de afspraken die in juni zijn gemaakt voor de CAO PO 2018 – 2019. En driekwart van de leden stemt hiermee in. Maar AVS-onderhandelaars Paul van Lent en Harry van Soest kregen ook veel boosheid en onbegrip over zich heen. De ochtend na het sluiten van het onderhandelingsakkoord stond de telefoon roodgloeiend. Van Lent en Van Soest snappen dat wel; de gesprekken richtten zich tot nu toe vooral op de belangen van leraren. Maar de schoolleiders willen ook hun eigen belangen goed geregeld hebben. In september, tijdens de vervolgonderhandelingen, gaan de twee onderhandelaars daar weer vol gas tegenaan, verzekeren ze.
De lerarensalarissen in het po lopen sterk achter bij die van collega’s in het vo en er is veel onvrede over de werkdruk. Niet lang voor de verkiezingen in maart 2017 richtten leraren PO in Actie op en ontketenden een sterke lobby met deze twee speerpunten. Van Lent: “Najaar 2017 werd het werkdrukakkoord gesloten. Dat hebben we samen voor elkaar gekregen. Dit gaat in per 1 augustus 2018 en is een unicum: geld dat naar de school zelf gaat, waarbij de personeelsgeleding van de MR bepaalt hoe het besteed gaat worden.” Voor dit doel wordt een ‘kasschuif’ toegepast, wat wil zeggen dat hiervoor geoormerkt geld naar voren wordt gehaald. Per 1 augustus 2018 is t 237 miljoen beschikbaar voor het terugdringen van werkdruk. Het geld voor dit doel loopt op tot t 430 miljoen in 2021.
Medio 2017 was ook het nieuwe regeerakkoord rond, waarin t 270 miljoen extra werd uitgetrokken voor lerarensalarissen. Van Soest: “We hebben kunnen regelen dat die salarisverhoging geldt voor po, so én sbo. Maar helaas werd deze niet uitgebreid naar (adjunct-)directeuren en onderwijsondersteunend personeel (oop). PO in Actie ging alleen voor leraren en de leraren waren in deze sessie in de lead.” Het ministerie van OCW leek net als de AVS van mening dat de salarisverhoging voor allen zou moeten gelden. Bijvoorbeeld bekostigd vanuit de reguliere loonruimte die beschikbaar wordt gesteld naast de extra middelen. Maar dat onderwerp hoort op de cao-tafel en daar gaan de sociale partners over, niet OCW. Van Soest: “Als vertegenwoordiger van de schoolleiders stonden wij daarin alleen en kregen verrassend genoeg geen enkele bijval van de andere sociale partners.”
Sommige AVS-leden konden geen begrip opbrengen voor deze gang van zaken, maar anderen reageerden bemoedigend. Zij schreven: “Terecht dat leerkrachten erop vooruitgaan. Nu wij nog!” En: “Voor de volgende cao moet de inzet zijn om deze stap ook voor schoolleiders te maken.” Van Soest: “De onderhandelingen moeten ook wel in twee stappen. De cao is een dik boekwerk; al die punten kun je niet in één ronde regelen.”
Judith Sliedregt, schoolleider en voorzitter van de ledenraad van de AVS: “Ik heb er vertrouwen in dat onze onderhandelaars er ook voor de schoolleiders en oop’ers vol in zullen gaan. Maar of de politiek daar in mee zal gaan, weet ik niet. Men weet niet goed wat schoolleiders doen; dat maakt het lastig. Het is duidelijk zichtbaar dat leerkrachten een hell of a job hebben. Maar dat hebben wij ook. We moeten alles goed organiseren, problemen opvangen en zijn eindverantwoordelijk. Dat vraagt veel. We moeten al jaren met minimale middelen onze organisaties draaiende houden. Zeer actueel is daarbij natuurlijk het lerarentekort. Hoe gaan we de gaten in onze formatie opvullen? Zelf voor de klas, of de ambulante ib’er? Onze eigen werkzaamheden halen we later in; meestal ’s avonds en in de weekenden. Het begeleiden en coachen van medewerkers op persoonlijke – en schoolontwikkeling hoort bij onze corebusiness, net als het vormgeven van Passend onderwijs. Het blijft lastig voor de leerkracht om in een grote groep tijd te vinden voor de extra handelingen die zorgleerlingen met zich meebrengen. De schoolleider manoeuvreert hierbij tussen de belasting van de leerkracht, de zorgplicht van de school en bezorgde ouders die – terecht – het beste voor hun kind willen. Gekwalificeerd ondersteunend personeel kan de schoolleider bepaalde taken uit handen nemen, zodat die zich bezig kan houden met het primaire proces. De schoolleider, leerkrachten én oop’ers verdienen een passend salaris voor hun grote inzet. Alle functies zijn van groot belang om een school draaiende te houden.”
AVS-voorzitter Petra van Haren vult aan: “Uit verschillende onderzoeken blijkt dat goede schoolleiders goede scholen hebben. Zij hebben een belangrijke rol bij het ondersteunen van de kwaliteit, ontwikkeling en positionering van leerkrachten en oop’ers en bij het ondernemend handelen met partners rond de school zoals ouders, gemeenten, jeugdzorg en lerarenopleidingen.”
Ze is trots dat driekwart van de AVS-leden instemde met het cao-akkoord. “Zij beseffen dat het akkoord in het belang van de sector is. Deze stap betekent dat wij onszelf en onze sector serieus nemen en dat vragen we ook van anderen. Onze leden laten faciliterend en moreel leiderschap zien, op een moment dat ze zelf even een pas op de plaats moeten maken.” Maar Van Haren vindt het terecht dat vrijwel alle schoolleiders ook nadrukkelijk reageren op het achterblijven van de invulling van hun eigen salarishuis en functiebouwwerk. “Dit was en is ook de insteek van de AVS en hiermee gaan we verder.”
Van Soest: “We zijn al sinds de CAO PO 2014 – 2015 bezig om (adjunct-)directeuren een goede positie te geven, met passende functiebeschrijvingen. We hebben bewust vastgelegd in het akkoord dat zij gemandateerd zijn namens het schoolbestuur. De werkgever is juridisch verantwoordelijk, maar de schoolleider is aan zet om bepaalde dingen te doen, en dat mag beloond worden. De leidinggevende heeft een cruciale rol. Dat vinden niet alleen wij; dit onderstrepen ook de Onderwijsraad1, het CPB en de Inspectie van het Onderwijs in recente publicaties.”
De salarisverhoging voor leraren is een goede maatregel om het aanzien van hun beroep te verhogen, vindt Van Soest. “Maar die balans is ook nodig voor schoolleiders.” Van Lent: “Er is ons alles aan gelegen om (adjunct-)directeuren op hetzelfde niveau te krijgen als in het vo. Je ziet binnen po-schoolbesturen bijna geen onderscheid tussen de salarissen van leidinggevenden en leraren. Daardoor is het moeilijk om vacatures voor leidinggevenden in te vullen.” Sliedregt: “De salariëring moet voor het hele po in de richting van het vo worden getrokken. In onze klassen zitten alle niveaus bij elkaar. Wij verzetten minstens zoveel werk als in het vo. Conciërges, technisch medewerkers en administratie zijn in het vo vanzelfsprekend, terwijl het bij ons van de formatie af gaat. Wat de ledenraad van de AVS betreft is de eerste inzet: schoolleiders en oop’ers in gelijke tred omhoog als de leerkrachten. En dan moeten we met z’n allen gelijkgetrokken worden met het vo.”
Dit onderwerp staat dan ook expliciet op het lijstje met bespreekpunten voor de cao-onderhandelingen vanaf september. Van Lent: “Wij hebben bovendien als AVS in maart een eigen claim bij de minister neergelegd. Daarin pleiten we voor gelijktrekking van de salarissen van directeuren en adjunct-directeuren in het po, so en sbo met het voortgezet onderwijs. Petra van Haren is daarover in gesprek met de minister.”
Onderhandelaars Van Lent en Van Soest zijn blij met de ondersteuning die ze vanuit de AVS en haar achterban krijgt. Van Soest: “We bespreken de voortgang van de onderhandelingen met onze interne ledencommissie Arbeidsvoorwaarden & Personeelsbeleid. Dat is een goed klankbord; uit die gesprekken nemen we zaken mee terug naar de cao-tafel. Ook vragen we input aan de leden van de e-mailgroep Arbeidsvoorwaarden & Personeelsbeleid. En het AVS-bestuur bespreekt cao-zaken met onze ledenraad. Het is goed dat we kunnen spiegelen en dat we bij wat we doen aan de cao-tafel worden gevoed vanuit de leden.”
De onderhandelingen tussen enerzijds werkgeversorganisatie PO-Raad en anderzijds de onderwijsvakorganisaties AVS, AOb, CNVO, FNV Overheid, FvOv en PO in Actie leverden wel degelijk al concrete resultaten op voor de complete achterban, inclusief schoolleiders. Zo krijgen alle werknemers een marktconforme salarisverhoging van 2,5 procent per 1 september 2018. En alle medewerkers in het po krijgen in oktober 2018 een eenmalige uitkering van 750 euro (naar rato van de aanstelling en aanstellingsduur).