Doel van het partnership is het stimuleren van een ondernemende houding door hiervoor meer aandacht te creëren in de hele onderwijssector. Volgens de nulmeting Onderwijs en Ondernemerschap hebben weinig onderwijsinstellingen `ondernemerschap´ op het programma staan. Vaak wel op papier, maar in de praktijk krijgt het nauwelijks concreet vorm. Interactie tussen scholen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in de regio is noodzakelijk om ondernemerschap te stimuleren. In alle onderwijssectoren heeft de meerderheid van de scholen al in meer of mindere mate contacten met het bedrijfsleven, maar in het primair onderwijs komt dit het minst vaak voor. Over de hele linie worden ondernemerschapcompetenties slechts bij een minderheid van de onderwijsinstellingen getoetst. Wel merken de onderzoekers dat scholen in beweging zijn; er zijn scholen waar ondernemend leren al de praktijk is.
In de nulmeting staan onder andere de volgende aanbevelingen om ondernemerschap in het onderwijs op brede schaal aan bod te laten komen: o Focus op de onderwijsinhoud; in de lesinhoud zal ondernemerschap veel meer ingebed moeten worden.
o Bevorder interactie tussen scholen, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de regio.
o Versterk goede voorbeelden
o Vorm in het po en vo netwerken rondom de scholen, die zich richten op interactie met bedrijven en maatschappelijke instellingen en op kennisuitwisseling tussen de scholen.
o Ontwikkel voor het po en vo een instrument, waarmee scholen inzicht kunnen ontwikkelen in de mate waarin ze ondernemendheid/ ondernemerschap stimuleren bij leerlingen. o Onderzoek of ondernemendheid in de Kerndoelen kan worden opgenomen.
o Geef instellingen die zich nu al sterk richten op een ondernemende leeromgeving de ruimte om deze verder te ontwikkelen, waarbij ze de mogelijkheid krijgen om zonodig buiten de gebaande paden te opereren.
Op korte termijn gaat het Partnerschip Leren Ondernemen zich wat betreft het po en vo bovendien focussen op een interactieve website waarop visies worden gepresenteerd die uitmonden in een Top 5. Daarnaast wordt een concrete mogelijkheid ontwikkeld waarvan scholen gebruik kunnen maken als ze zittende leerkrachten willen scholen in ondernemerschapcompetenties. Tot slot komt er en vervolgmonitor.
De AVS en de PO-raad worden genoemd als belangrijke actoren om deze doelstellingen te verwezenlijken. Minister Plasterk benadrukte tijdens het congres van de landelijke studentenorganisatie ISO dat de overheid fors wil investeren in ondernemerschap in het onderwijs. “Er is voor de komende vier jaar dertig miljoen euro gereserveerd om onze ambities te realiseren. Met dit geld gaan we het hele onderwijs in aanraking brengen met ondernemerschap, van primair onderwijs tot hoger onderwijs.”