Het ministerie van OCW kan nog steeds niet beoordelen of zorgleerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in de `Terugblik Zorgleerlingen in het primair en voortgezet onderwijs´.
Door het ontbreken van systematische evaluatie van het beleid kan het ministerie ook niet beoordelen of het geld voor zorgleerlingen efficiënter en effectiever besteed had kunnen worden. Positief punt is dat OCW het toezicht op het zorgbeleid van scholen voor deze groep leerlingen structureel heeft versterkt. Ook zijn bovenschoolse voorzieningen beoordeeld. Maar toezicht door de minister op het functioneren van de samenwerkingsverbanden ontbreekt
In Nederland zijn er circa 300.000 leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs die extra zorg nodig hebben, waarvan 270.000 met een indicatie voor speciaal onderwijs. Voor onderwijs aan deze leerlingen is op basis van drie verschillende regelingen in totaal ongeveer EUR 2,2 miljard per jaar beschikbaar.
Plannen
De Algemene Rekenkamer adviseerde de minister van OCW in 2005 om meer samenhang in het beleid voor zorgleerlingen aan te brengen, door onder meer de aansluiting van de zorgstructuur in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs beter te regelen. Sindsdien heeft de staatssecretaris van OCW wel plannen gemaakt om de zorgstructuren aan te passen, maar zijn deze nog niet tot uitvoering gekomen. Ook stelde de Rekenkamer toen vast dat bij de overgang van het basisonderwijs naar het vmbo het aantal zorgleerlingen toenam. Met de invoering van Passend onderwijs blijven de openeinderegelingen in het vmbo echter bestaan, en daarmee de financiële risico´s.
In het huidige advies van de Algemene Rekenkamer (2010) aan OCW staan de volgende aanbevelingen:
o Zorg ervoor dat het ministerie vanuit het onderwijsveld informatie krijgt die nodig is om de effecten van het zorgleerlingenbeleid te kunnen vaststellen.
o Geef aandacht aan de versterking van de evaluatiefunctie bij scholen en samenwerkingsverbanden.
o Ondersteun de samenwerkingsverbanden in hun rol, zodat hun regiefunctie wordt versterkt.
o Zorg ervoor dat het toezicht op de samenwerkingsverbanden wordt geregeld.
De minister meldt dat een verantwoordingssystematiek zal worden ontwikkeld, waardoor de meetbare resultaten van de inzet van de middelen achteraf inzichtelijk wordt gemaakt. Over de invulling van het toezicht op de samenwerkingsverbanden dit toezicht vindt overleg plaats.