Gemeenten worden verplicht een integraal huisvestingsplan voor het onderwijs op te stellen. Renovatie wordt een volwaardig alternatief van nieuwbouw. Voor schoolbesturen wordt de mogelijkheid om in huisvesting te investeren versoepeld. Dat schrijft minister Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
De brief van de minister is een reactie op onderzoek van Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) naar knelpunten rondom onderwijshuisvesting. Deze onderzoekers concluderen drie knelpunten:
• Bekostiging – in de meeste projecten is sprake van een grote spanning tussen ambities en beschikbare middelen. De sterke stijging van de bouwkosten in de afgelopen jaren heeft deze spanning verhoogd.
• Financiële structuur – de budgetten voor nieuwbouw, renovatie en onderhoud komen gescheiden tot stand. Dit leidt ertoe dat bij investeringen in nieuwbouw of ingrijpende verbetering van schoolgebouwen energiebesparende maatregelen moeilijk tot stand komen, want de voordelen worden pas in de beheerfase gerealiseerd. Dit leidt tot suboptimale investerings- en onderhoudsbeslissingen.
• Institutionele organisatie – een groot aantal partijen speelt een rol bij de onderwijshuisvesting, wat het speelveld complex en gefragmenteerd maakt.
In zijn brief neemt de minister eerdere voorstellen van de PO-Raad, VO-raad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten over. Deze voorstellen richten zich op:
Deze voorstellen moeten nog in wetteksten verwerkt worden. De verwachting is dat het wetsvoorstel in het najaar van 2021 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
De verwachting is dat de wet er toe leidt dat gemeenten en schoolbesturen de kwaliteits- en duurzaamheidsopgaven die er liggen voor hun schoolgebouwen integraal kunnen aanpakken vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling en geldstromen gemakkelijker gecombineerd kunnen worden.