Nederlandse kinderen koploper in gebruik nieuwe media

Nederlandse kinderen tussen 6 en 12 jaar zijn koploper in Europa in het gebruik van nieuwe media; ze zitten meer op internet en de helft heeft een mobiele telefoon. Via deze media worden de kinderen steeds vaker en jonger commercieel benaderd zonder tussenkomst van de ouders.

Kinderen doorzien de reclames op internet echter nog niet goed en zijn vatbaar voor misleiding. Het is belangrijk dat kinderen zelf actief leren omgaan met nieuwe media en ze moeten daarnaast beter beschermd worden tegen de groeiende commercie online. Zo kan de Kinder- en Jeugdreclamecode aangepast worden en het toezicht op misleidende reclame scherper. Tot deze aanbevelingen komen prof. dr. Jos de Haan en drs. Remco Pijpers in het boek ´Contact! Kinderen en nieuwe media´. Het boek is een initiatief van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het programma Digivaardig & Digibewust en de Stichting Mijn Kind Online.

Enkele (andere) conclusies uit het boek:

  • Digitaal aanbod voor jonge kinderen neemt fors toe

    • Van virtuele werelden (zoals Panfu.nl vanaf 4 jaar) tot speciale televisiesites met veel interactie (zoals Spangas.nl en Anubis). Voorheen gebruikten kinderen tussen 6 en 12 jaar nieuwe media vooral om te spelen, nu zetten zij deze ook in om met elkaar te communiceren. Jonge kinderen maken ook meer gebruik van aanbod dat niet specifiek voor hen bedoeld is, zoals Hyves, MSN en YouTube.
  • Grens tussen commerciële en niet-commerciële inhoud vervaagt

    • Reclames zijn vaak ingebed in sociale netwerken en de online games. De grens tussen wat tot de inhoud van de site hoort (niet-commercieel) en wat informatie van een adverteerder is, vervaagt steeds meer: een prijsvraag is een verkapte advertentie en een spelletje is bij nader inzien afkomstig van een adverteerder.
  • Digitale vaardigheden prominenter in onderwijs

    • Jonge kinderen hebben grote moeite om het commerciële karakter van reclames te doorzien. Volgens de auteurs ontbreekt het de kinderen aan digitale vaardigheden. Ze vinden dat het leren van deze vaardigheden een prominentere plaats moet krijgen in het onderwijs. In het ideale geval gaan scholen werken met een leerlijn `informatievaardigheden´, die start in het basisonderwijs en doorloopt in het hoger onderwijs.
  • Naast aandacht voor educatie ook reclame beter onderscheiden

    • Het aanleren van digitale vaardigheden aan jonge kinderen alleen is echter onvoldoende , zo blijkt uit het boek. Kinderen benutten namelijk de opgedane mediawijsheid nauwelijks als ze online met reclame worden geconfronteerd. Naast het aanleren van digitale vaardigheden moet er nog duidelijker aangegeven worden wanneer een boodschap een commerciële bedoeling heeft. Dit kan volgens de auteurs goed in de Kinder- en Jeugdreclamecode. Organisaties zouden dan niet via sociale netwerken met kinderen onder de 13 jaar contact op mogen nemen zonder toestemming van de ouders.
       
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.