Nederland vijftiende op internationale ranglijst kinderrechten

Nederland is dit jaar verder gezakt op de KidsRights index, een ranglijst die weergeeft hoe kinderrechten internationaal worden nageleefd. De cijfers werden op 15 mei gepubliceerd door KidsRights in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Vorig jaar zakte Nederland al uit de top-10, nu staat het op de vijftiende plaats. Daarmee komt het onder minder welvarende landen als Thailand en Tunesië, die wel tot de beste tien behoren. Portugal staat in 2017 bovenaan de ranglijst.
Vorig jaar bleek uit data dat kinderen in diverse gemeenten in Nederland als gevolg van de decentralisatie mogelijk ongelijke toegang tot jeugdzorg hebben. Daarnaast leefde een groot aantal kinderen in armoede en werden ook kinderen in gezinnen met minimuminkomens geraakt door bezuinigingen. Hoewel er dit jaar niet opnieuw zo’n omvangrijke dataset over de Nederlandse prestaties is gepubliceerd, blijkt uit beschikbare cijfers dat Nederland op deze punten nog flink zou kunnen verbeteren. Zo zijn de toegang tot en kwaliteit van jeugdzorg nog altijd niet overal op orde.

Nu het Nederland economisch weer voor de wind gaat, moeten kwetsbare kinderen daar als eerste van profiteren, vindt Marc Dullaert van KidsRights. Volgens hem ligt daar een belangrijke taak voor het nieuwe kabinet. “Tegen de formerende partijen wil ik zeggen: blijf vooral investeren in kinderen en gezinnen die in armoede leven. Zo wordt voorkomen dat armoede van generatie op generatie overgaat.” Daarnaast vindt Dullaert het belangrijk dat kinderen het recht hebben om te participeren en gehoord te worden: “Laat kinderen meepraten en meebeslissen over de zaken die hen aangaan.”

Wereldwijde trends
Ook blijkt uit de cijfers dat rijkere landen het op kinderrechtengebied niet vanzelfsprekend beter doen dan andere minder welvarende landen. Er wordt namelijk gemeten naar financiële draagkracht, hoeveel er geïnvesteerd wordt in kinderrechten in het land en hoeveel inspanningen er worden gedaan. Zo behalen de armere landen Thailand en Tunesië top-tien plekken in 2017, terwijl het Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland onderaan staan. De geïndustrialiseerde landen investeren te weinig geld in kinderrechten, zo geeft de Index aan.
Hoewel diverse landen het afgelopen jaar nieuwe kinderwetten hebben aangenomen,  blijft echter goede toepassing ervan teleurstellend achter. Een aantal landen wordt opgeroepen hun nationale wetgeving beter af te stemmen op het VN-kinderrechtenverdrag, dat de internationale maatstaf is voor een goede naleving van kinderrechten. Dit geldt onder andere voor Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk.

Ranglijst
Portugal bekleedt dit jaar de eerste plek in de Index. Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Spanje, Frankrijk, Zweden, Thailand, Tunesië en Finland completeren de top-tien. Brunei (111 -> 65), Peru (87 -> 62) en Zuid-Afrika (109 -> 84) krijgen eervolle vermeldingen als grote stijgers omdat zij stappen hebben gemaakt in het opzetten van een vruchtbare voedingsbodem voor kinderrechten. De slechtst-presterende landen van de wereld zijn de Centraal-Afrikaanse Republiek, Afghanistan, Sierra Leone, Vanuatu, Tsjaad, Equatoriaal-Guinea, Guinee-Bissau, Nieuw-Zeeland, Papoea-Nieuw-Guinea en het Verenigd Koninkrijk.

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.