Er is circa 80 miljoen euro beschikbaar voor de ontwikkeling van een Nationaal Onderwijslab waarin scholen, samen met uitgeverijen en ICT-experts, werken aan innovatieve digitale toepassingen die aansluiten op het nieuwe curriculum voor het po en vo. Het kabinet heeft op 28 maart een eerste concept van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan naar de Tweede Kamer gestuurd, waarvan dit Onderwijslab een onderdeel is.
Dit lab is gewenst, omdat de huidige markt voor onderwijsinnovatie enkele knelpunten kent. Bij het onderwijs is er bijvoorbeeld sprake van een te gefragmenteerd onderwijslandschap om tot een gezamenlijke gedragen visie over ICT in het onderwijs te komen. Ook is er in de onderwijssector weinig publiek-private samenwerking tussen universiteiten, scholen en ontwikkelaars om producten en diensten te ontwikkelen en verbeteren.
Het Nationaal Onderwijslab kan een brug vormen tussen fundamenteel (wetenschappelijk) onderzoek en de markt. Deze doelstelling sluit aan bij de behoeften om in te zetten op co-creatie, meer middelen voor innovatie te bieden en de kwaliteit en doelmatigheid van bestaande en nieuwe producten te beoordelen en vergroten. Bij de ontwikkeling van producten en diensten ligt de focus op projecten die aantoonbaar bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat dus in de eerste plaats om innovaties die een verbetering opleveren van het primaire (onderwijs)proces. Het plan zet ook in op inclusie: alle leerlingen moeten aan online onderwijs kunnen deelnemen.