De Tweede Kamer stemde eind april in met de motie Elias (VVD) om de BAPO-regeling af te bouwen. Alleen GroenLinks, SP, de Partij voor de Dieren en de PVV stemden tegen. Daarmee lijkt de Tweede Kamer een regeling die is bedoeld om senioren in staat te stellen langer te blijven werken, de nek om te willen draaien. De AVS is verbaasd en teleurgesteld over deze opstelling van het grootste deel van de Tweede Kamer en gaat er van uit dat het kabinet de motie niet overneemt. In de motie wordt gesteld dat het overheidsbeleid gericht is op het terugdringen van vervroegd uittreden en duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers, dat het tekort aan arbeidskrachten in het onderwijs kan worden opgevangen door langer te blijven werken en dat de regeling op korte termijn onbetaalbaar zal blijken. De AVS is verbaasd en teleurgesteld dat deze motie is aangenomen. Zeker ook omdat deze is gebaseerd op onjuiste veronderstellingen. Want juist door de BAPOregeling zijn schoolleiders en leerkrachten in staat om langer door te werken. Onderwijspersoneel dat een dag in de week vrij heeft, voelt zich in staat nog jarenlang door te werken. Uit onderzoek blijkt dat vóór de invoering van de BAPO veel oudere personeelsleden uitvielen of vervroegd met pensioen gingen. Bovendien wijst onderzoek uit dat de regeling een positieve invloed heeft op het terugdringen van het ziekteverzuim. Dat de regeling op korte termijn onbetaalbaar wordt, is eveneens iets dat niet klopt. Werknemers die van de regeling gebruik maken, dragen daar zélf voor een deel de kosten van. Bovendien is bij de invoering van de regeling afgesproken dat een deel van de kosten uit het arbeidsvoorwaardenbudget wordt geput, destijds ten koste van een salarisverhoging. Daarbij geldt ook dat spaarvariant van de BAPO al behoorlijk is ingeperkt. Dan speelt eveneens nog dat de piek aan deelname aan de BAPO-regeling inmiddels achter ons ligt, doordat het aantal senioren in het onderwijs afneemt. En dat alles tegen de achtergrond van de verplichting om in de nabije toekomst tot het bereiken van de leeftijd van 65 of 66 jaar te moeten doorwerken Overigens betreft het een motie van zuiver procedurele aard. De BAPO-regeling is onderwerp van overleg tussen de sociale partners, in het kader van de CAO-PO. Het lijkt erop dat de Tweede Kamer zich ook nog wil bemoeien met de inhoud van het overleg over de CAOPO.