Scholen krijgen waarschijnlijk meer tijd om het Nationaal Programma Onderwijs na Corona (NPOnderwijs) uit te uitvoeren. Het geld dat basis- en middelbare scholen krijgen om leerachterstanden wegens corona weg te werken moet eigenlijk voor 2023 ingezet worden. De onderwijssector en met name ook de AVS heeft meermaals aangegeven dat dit veel te kort is. Tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer van 8 februari jongsleden gaf minister Dennis Wiersma (basis- en voortgezet onderwijs) aan ‘positief’ te staan tegenover verlenging van het NPO-programma.
“Ik ben nu aan het kijken hoe we dat precies kunnen doen en kunnen koppelen aan het regeerakkoord, dat ook een heleboel ambities heeft. Ik kom daar binnen twee weken op terug,” beloofde Wiersma. Hoeveel extra tijd hij in gedachten heeft, werd niet duidelijk.
De NPO-gelden, bijna zes miljard euro voor het basis- en voortgezet onderwijs, zou oorspronkelijk binnen tweeënhalf jaar ingezet moeten worden. Schoolleiders gaven via de AVS-peiling van mei 2022 al aan de start van het programma aan dat het enorm kortdag is. De uitvoering van het NPOnderwijs wordt nog eens bemoeilijkt door het lerarentekort. Verschillende politieke partijen, waaronder CDA en SGP, dienden vorig jaar al moties in om de uitvoering van het NPO te verlengen met twee jaar.
Uit een recente peiling van de AVS blijkt dat bijna een kwart van de leraren thuiszit en daardoor nog altijd veel klassen naar huis worden gestuurd. Mede daardoor wil maar liefst 96 procent van schoolleiders wil meer tijd voor het Nationaal Programma Onderwijs. René Peters, onderwijsvertegenwoordiger in het parlement namens het CDA, stelde op basis van de AVS-peiling afgelopen week in Tweede Kamer weer kritische vragen aan minister Wiersma over het programma. Peters (CDA) meldt op Twitter dat hij blij is met de toezegging van de minister die volgens hem “scholen enorm gaat helpen en leerlingen nog meer”. Ook de AVS kijkt uit naar een verlenging en blijft de ontwikkelingen op de voet volgen.